archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 3
Jaargang 4
16 november 2006
Beschouwingen > De poëtische wereld delen printen terug
Drie verkiezingsgedichten Jaap van Lakerveld

Marianne Thieme,
Zo vrij te zijn als vogels in de lucht;
‘Boe’ te zeggen tegen ieder plan,
“Daar kraait geen haan naar”, zeg je dan.
‘t Hart biedt elke regenwulp een vlucht.

Als mens kun je je wenden tot het GAK
Dat heette ooit zo in ons ganse land
De rotgans schreeuwt al grazend: nijl- en brand-.
Maitre corbeau beziet het van zijn tak.

En ‘s nacht knort iedereen die heeft gezwijnd.
De kalveren verrijzen uit de put.
Partij der dieren, toont de mens haar nut,
Geen pitbull wordt gekorfd of aangelijnd.

Dierenliefde is vaak voorgekomen
Onder leiders met verkeerde dromen.

Wilders,
Die brede kop, dat gele haar
Wie heeft iets wilders op een kop gezien?
Wilde haren; streken dus van dien
Geen strohalm houdt de mensen bij elkaar

Geert betekent allengs minder nauw
Zoals een burka naar onderen verwijdt
Met de islam voert de gele man een strijd
Verhit, maar meer verkillend dan de kou.

Ik distancieer me van zo’n man als Geert
Dat gele haar, die brede kop, en dat accent
Besef je zelf niet wat een idioot je bent
Ach, ik discrimineer. Dat is verkeerd

Als ik aan Geert denk, denk ik soms rigide
Aan geel, aan water, en aan peroxide

D66
Pechtold, nee ik spot niet met die naam
De naamgrap is de laagste aller grappen
Je kunt gemakkelijk naar ond’ren trappen
Maar dat is laag, onheus, ja zelfs infaam

Wie kaatst hem wacht terecht de klappen
Al passen die hem geenszins in zijn kraam
Wat ook Pechtold treffen moge, niet zo’n blaam
Hij weet immers van nat houden en pappen

D66 was een der partijen
Die pleitte voor de mens, die kiest en vrij
Bepaalt wat mag en kan, wat hij of zij
Hier ziet als wat kan groeien en gedijen

Pechtold, sociaal en liberaal
Pech voor Alexander allemaal.



© 2006 Jaap van Lakerveld meer Jaap van Lakerveld - meer "De poëtische wereld" -
Beschouwingen > De poëtische wereld
Drie verkiezingsgedichten Jaap van Lakerveld
Marianne Thieme,
Zo vrij te zijn als vogels in de lucht;
‘Boe’ te zeggen tegen ieder plan,
“Daar kraait geen haan naar”, zeg je dan.
‘t Hart biedt elke regenwulp een vlucht.

Als mens kun je je wenden tot het GAK
Dat heette ooit zo in ons ganse land
De rotgans schreeuwt al grazend: nijl- en brand-.
Maitre corbeau beziet het van zijn tak.

En ‘s nacht knort iedereen die heeft gezwijnd.
De kalveren verrijzen uit de put.
Partij der dieren, toont de mens haar nut,
Geen pitbull wordt gekorfd of aangelijnd.

Dierenliefde is vaak voorgekomen
Onder leiders met verkeerde dromen.

Wilders,
Die brede kop, dat gele haar
Wie heeft iets wilders op een kop gezien?
Wilde haren; streken dus van dien
Geen strohalm houdt de mensen bij elkaar

Geert betekent allengs minder nauw
Zoals een burka naar onderen verwijdt
Met de islam voert de gele man een strijd
Verhit, maar meer verkillend dan de kou.

Ik distancieer me van zo’n man als Geert
Dat gele haar, die brede kop, en dat accent
Besef je zelf niet wat een idioot je bent
Ach, ik discrimineer. Dat is verkeerd

Als ik aan Geert denk, denk ik soms rigide
Aan geel, aan water, en aan peroxide

D66
Pechtold, nee ik spot niet met die naam
De naamgrap is de laagste aller grappen
Je kunt gemakkelijk naar ond’ren trappen
Maar dat is laag, onheus, ja zelfs infaam

Wie kaatst hem wacht terecht de klappen
Al passen die hem geenszins in zijn kraam
Wat ook Pechtold treffen moge, niet zo’n blaam
Hij weet immers van nat houden en pappen

D66 was een der partijen
Die pleitte voor de mens, die kiest en vrij
Bepaalt wat mag en kan, wat hij of zij
Hier ziet als wat kan groeien en gedijen

Pechtold, sociaal en liberaal
Pech voor Alexander allemaal.

© 2006 Jaap van Lakerveld
powered by CJ2