archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 20 Jaargang 3 5 oktober 2006 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Lopen | ||||
Een reus op lemen voeten | Frits Hoorweg | |||
Prachtige namen zijn het wel voor twee evenwijdig lopende sloten: Enkele – en Dubbele Wiericke. Boezemwateren heten ze officieel. Ze zijn in de 14e eeuw gegraven en maakten onderdeel uit van de Oude Hollandse Waterlinie. In geval van nood liet men de anderhalve kilometer land tussen de twee Wiericke’s vollopen. Onze vijanden hadden daar meestal geen antwoord op. Behalve als het zwaar vroor, zoals in 1672 toen een Frans leger hier de linie wist te doorbreken.
De Wiericke’s zijn opgenomen in diverse wandelroutes, onder andere in het Pelgrimspad. Lang geleden maakte ik er kennis mee als onderdeel van een NS-wandeling. Ik herinner mij lange rechte einden lopen door prachtig polderland. Het genoegen van de weidse vergezichten werd enigszins getemperd door de plakkaten van klei die zich aan mijn zolen hechtten. En die daar bijna niet meer vanaf te krijgen waren mede door het diep ingesneden profiel dat een goede wandelschoen nu eenmaal hoort te hebben. Dat is wat ik mij vooral herinner: hoe ik als een reus op lemen voeten door de polder strompelde. Geen wandeling voor nat weer.
Maar het was al dagen mooi najaarsweer en daarom liep ik hem nog een keer. Inmiddels is de wandeling door de NS uit het assortiment gehaald. Volgens zeggen worden wandelingen soms geschrapt als er niet zoveel belangstelling meer voor is. Ik heb het sterke vermoeden dat in dit geval ook een rol heeft gespeeld dat er een volledig onbewaakte overweg in zit. Daar houden de machinisten niet van. Gelukkig heeft het Internet organisaties voortgebracht die er voor zorgen dat de beschrijving van zo’n wandeling toch beschikbaar blijft. Op www.wandelzoekpagina.nl vind je een rubriek verdwenen NS-wandelingen. Gewapend met een gedownloade en uitgeprinte beschrijving ging ik op pad. De wandeling start in Bodegraven en omdat ik daar als kind een poosje heb gewoond is dat voor mij een extra attractie.
In de trein erheen deel ik de coupé met een moeder en drie kinderen, twee meisjes en een jongentje. De laatste laat, zoals jongetjes vaak doen (als ze niet het ongeluk hebben hyperactief te zijn), het maken van drukte aan zijn zusjes over. Hij kijkt peinzend voor zich uit. Als zijn moeder vindt dat zijn peinzen lang genoeg heeft geduurd werpt ze een vorsende blik in zijn richting. Dat ontlokt hem een diepzinnige uitspraak: ‘Er is hier geen radio’. Zijn moeder bevestigt dat. En is blijkbaar zo tevreden met dit verbluffende vertoon van hersenactiviteit dat hij weer ongestoord verder mag gaan met peinzen. Ik voel mij zeer met dit jongetje verwant. Weliswaar had ik geen zusjes, maar in Bodegraven woonde ik bij mijn tante, door wie ik mij, hoewel het verder een best mens was, regelmatig opgejaagd voelde.
Ik dwaal, voor ik aan het serieuze wandelwerk begin, een poosje door Bodegraven. Het huis van mijn oom en tante (Cas Chiquita) staat nog steeds op de kop van de vijver en links ervan is ook het witte huis van de familie Scheer nog steeds intact. Op zaterdagavonden ging ik daar altijd kaarten. Dat had mijn tante natuurlijk geregeld omdat ze beducht was voor het gevaar dat ik bij haar zou vereenzamen. En ik moet zeggen dat het een van haar betere initiatieven was. De tuin van Cas Chiquita ziet er nog steeds piekfijn uit. Op mooie dagen werd ik geacht mijn oom bij het onderhoud van die tuin te helpen. Ook dat moet een idee van mijn tante zijn geweest want hij wist nauwelijks wat hij met mij aan moest vangen. Ik herinner mij dat ik vaak met een bot mesje probeerde onkruid tussen tegels uit te halen. Een klusje waar je heerlijk bij kon wegdromen. Het meeste onkruid bleef staan.
Naast de kerk staat een monument dat daar in 1982 is neergezet ter viering van het feit dat de kaasmarkt 100 jaar bestond. Drie keer raden waar het monument uit bestaat; inderdaad een reusachtige kaas. In de Kerkstraat drink ik koffie en blader in een boekje met lokale geschiedenis. Daar kom ik allerlei dingen in tegen die ik nooit geweten heb. Het meest schokkende is wel dat Annet Scheer, ons buurmeisje van toen (een jaar ouder dan ik en bijgevolg onbereikbaar, maar toch) het later nog eens tot Kaaskoningin heeft geschopt. Waarom heeft mijn tante me dat nooit verteld? Terwijl ze me altijd de kop gek zeurde over de vierling van de voor mij onbekende familie Verheul, een Bodegraafs fenomeen van nationale allure, dat in dat boekje ook weer uitgebreid aan de orde komt.
Genoeg gelummeld, aan de wandel! Aan de Zuidzijde van de Oude Rijn loopt een fietspad in de richting Woerden. Na 2 kilometer, bij de Wiericker Schans, sla je rechtsaf en dan loop je al snel over het gras van de Prinsendijk langs de Enkele Wiericke. Het spoor (Leiden-Utrecht) over en onder de A-12 door. Ter hoogte van de Reeuwijkse Plassen voegt het Pelgrimspad zich bij de NS-wandeling, of andersom. Kort daarna moet je linksaf naar Driebruggen en daar ga je rechtsaf om een poos langs de Dubbele Wiericke te lopen. Tot in Hogebrug waar de Wiericke’s ophouden. Via Hekendorp, dat vroeger Goejanverwellesluis heette!, loop ik naar Haastrecht. Over de wandeling zelf is eigenlijk niet zo veel opwindends te vertellen. De vergezichten zijn prachtig en de klei was deze keer droog genoeg om er comfortabel op te lopen. |
||||
© 2006 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |