archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 3
8 juni 2006
Bezigheden > Klussen delen printen terug
Sprookje over geluidshinder Beer Meijer

0001BZ BeerMeijer
Sinds kort maak ik weer muziek. Ik speel mee in een workshop Latin Jazz. Hartstikke leuk om te doen. Een groep van twaalf blaast, toetst, plukt de snaren en trommelt er urenlang duchtig op los. Wolken geluid swingen in het rond. Tot in de vroege ochtend gaat het genieten door…. en dat alles in hartje Utrecht. Overlast voor de buurt? Nee hoor, de stichting die al dit geweld organiseert beschikt over een soort bunkerkelder. Buiten en boven hoor je niets.

Na afloop van de tweede bijeenkomst begonnen de drummer en de percussioniste onder het genot van een glaasje bier over de problematiek van geluidsoverlast en isolatie. Het lijkt – god beter het – wel of mijn vakgebied op m’n voorhoofd vermeld staat, dacht ik nog. Inderdaad hoeft er maar enigszins een beroep op mijn ‘redder-in-nood-instinct’gedaan te worden of ik zit alweer te adviseren. Ze waren allebei bezig om in een zijkamertje in hun huis een geluidsdicht oefenhok te bouwen waarin zonder overlast te veroorzaken naar hartelust gedrumd kan worden. Bijna elke muzikant kent het probleem, want we wonen hier nu eenmaal dicht op elkaar en de geluidsisolatie van de gemiddelde woning in Nederland is erbarmelijk.

Toevalligerwijze hebben wij in de loop der jaren een paar verbouwingen gedaan die puur met geluidsisolatie te maken hadden. Het begon jaren geleden met het herinrichten van de bovenverdieping van een monumentaal grachtenpand in opdracht van een Amerikaanse psychotherapeut die de een of andere vorm van “schreeuwtherapie” zou gaan geven. Het fijne ervan werd ons niet geheel duidelijk, maar er zou in ieder geval veel contactgeluid zijn door rennen, springen, vallen en dat soort activiteiten, plus veel geschreeuw. De Amerikaan had een uitgewerkt advies van een geluidstechnisch adviesbureau ingewonnen, dus er waren al tekeningen van de constructie en voorschriften omtrent te gebruiken materialen.

Op de bestaande vloer maakten we een zwevende dekvloer van gipsvezelplaat, aan de onderkant voorzien van een enige centimeters dikke laag gemalen rubberproduct. Deze in verband gelegde eerste laag werd afgedekt door een tweede laag gipsvezelplaat, die er zodanig op werd doorgeschroefd dat er geen naden boven elkaar zaten. Op die nieuwe vloer kwamen de houtskeletwanden. Die wanden werden niet vastgezet aan het bestaande plafond maar de bovenligger van het regelwerk werd met behulp van een rubber band flexibel opgesloten tussen twee houten opsluitregels, die wel op het plafond werden vastgezet. Ertussen kwam een nieuw, vrij dragend plafond, onder en los van het bestaande.

Vanzelfsprekend moesten de wanden dubbel worden uitgevoerd, dat wil zeggen dat er aparte staanders waren voor de binnen- en de buitenbeplating; die bestond uit dubbel gips binnen en buiten, totaal vijf centimeter gipsplaat. Uiteraard werd de tussenruimte gevuld met steenwol. Ook de toegangsdeuren waren een verhaal apart. Iedere doorgang bestond uit twee los van elkaar gehouden kozijnen met een kitvoeg ertussen, waarin twee deuren samen een geluidssluis vormden. Tenslotte dienden ALLE naden minutieus met een voegvullende kit te worden dichtgezet. Je kunt daarin niet precies genoeg zijn, want het frustrerende is dat elk lek de gehele isolatie-inspanning vrijwel teniet doet. Het resultaat wordt op voorhand ook vaak overschat. Ik weet nog goed dat wij het zo ongeveer in ons broek deden tijdens het testen na afloop. Wij hoorden best nog wel wat en de Amerikaan ook, tot z’n ontzetting. Maar decibelmeting door het adviesbureau wees uit dat we de gestelde norm keurig gehaald hadden. Wat een geluk!

Kortom, een ervaring waarbij je blij bent dat je er zonder kleerscheuren vanaf bent gekomen. Toen veel later mijn vrouw, partner in voor- en tegenspoed, met het verhaal kwam dat een mevrouw had gebeld in verband met problemen met geluidsoverlast sloeg de schrik meteen weer toe. Ze kwam aan ons adres via een andere klant en ze leed onder burengerucht, straatlawaai en herrie in het algemeen. Een meisje uit de Pijp in Amsterdam, een dichtbevolkte, negentiende-eeuwse wijk met vrij slechte, in ieder geval slecht geïsoleerde huizen. Ze was kunstenaar, schilderde, had niet zo veel geld. Maar ze had veel goeds over me gehoord en ze hoopte dat ik haar probleem op kon lossen of haar in ieder geval adviseren. Of ik haar terug wilde bellen. Nou, ik zou wel zien…. ik kreeg er angstvisioenen van! Maar ze hield stug vol en mijn vrouw verdedigde haar. Ze vond dat ze heel aardig en reëel klonk. “Dus wat zeur je nou met niet terugbellen, geef eens sjoege!” Mijn vrouw weet heel goed dat je moet spelen als je wil winnen. Ik er dus toch op af.

In een huis in de Pijp, een tot woning omgetoverde voormalige fietsenstalling, met links, rechts en boven buren en een grote glazen pui naar de straat heb je al gauw een geluidsprobleem, daar waren we het snel over eens. De oplossing leek minder simpel. Maar dat zag ik volgens haar fout. Kon ik niet een apart huisje voor haar bouwen binnen in haar atelier, de overdekte binnenplaats achter haar huis, de vroegere fietsenmakerwerkplaats?

Natuurlijk kon dat. Wel veel werk. Het huisje moest niet alleen goed geluidsgeïsoleerd zijn maar ook afgesloten van de rest van het atelier, voor de verflucht. Dus ook een eigen toegangsdeur naar de tuin met extra binnendeur voor het geluid. Uiteraard eigen ventilatie naar buiten via een suskast om ook daar geen geluidslekken te maken. Brandveilig, verwarmbaar, niet te groot want het atelier was toch al niet zo ruim bemeten. Veel détails, veel eisen, passen en meten, wikken en wegen. Op de kosten blijven letten. Die vielen natuurlijk tegen. Maar haar binnenhuisje kwam er! Leuk timmerwerk. Gaandeweg verdween m’n angst, m’n slechte raadgever. Zij genoot van de vorderingen, bleef in de buurt, en kwam haar kamertje geregeld passen als was het een kledingstuk. Dat klopte ook aardig; veel groter was het slaapvertrekje niet. En ik moet zeggen, ik heb zelden een klant gehad wie het werk zo op het lijf geschreven was. Een geslaagde opdracht. Inmiddels is het pand, evenals de rest van de straat, gesloopt. Dus de opdracht is ook geslaagd gebleven ….

Met name tijdens dit werk heb ik me goed gerealiseerd wat je in essentie doet wanneer je jezelf wilt vrijwaren van de herrie van anderen of anderen van de herrie van jou. Je omhult jezelf, met je lawaai of je stilte, met een vrijstaand en gesloten omhulsel dat je zorgvuldig en tot in de kleinste détails los houdt van de bestaande ombouwing. Dat is dus de moraal van het verhaal: houd alles minutieus los van het bestaande.
M’n collega-aannemer vertelde me trouwens laatst dat hij al jaren daarvóór voor z’n dochter, schoonzoon en kleinkind een compleet geïsoleerd slaaphuisje als binnenwerk in een bestaande grote schuur achter hun bel-étage had gebouwd. Er is altijd baas boven baas.



© 2006 Beer Meijer meer Beer Meijer - meer "Klussen"
Bezigheden > Klussen
Sprookje over geluidshinder Beer Meijer
0001BZ BeerMeijer
Sinds kort maak ik weer muziek. Ik speel mee in een workshop Latin Jazz. Hartstikke leuk om te doen. Een groep van twaalf blaast, toetst, plukt de snaren en trommelt er urenlang duchtig op los. Wolken geluid swingen in het rond. Tot in de vroege ochtend gaat het genieten door…. en dat alles in hartje Utrecht. Overlast voor de buurt? Nee hoor, de stichting die al dit geweld organiseert beschikt over een soort bunkerkelder. Buiten en boven hoor je niets.

Na afloop van de tweede bijeenkomst begonnen de drummer en de percussioniste onder het genot van een glaasje bier over de problematiek van geluidsoverlast en isolatie. Het lijkt – god beter het – wel of mijn vakgebied op m’n voorhoofd vermeld staat, dacht ik nog. Inderdaad hoeft er maar enigszins een beroep op mijn ‘redder-in-nood-instinct’gedaan te worden of ik zit alweer te adviseren. Ze waren allebei bezig om in een zijkamertje in hun huis een geluidsdicht oefenhok te bouwen waarin zonder overlast te veroorzaken naar hartelust gedrumd kan worden. Bijna elke muzikant kent het probleem, want we wonen hier nu eenmaal dicht op elkaar en de geluidsisolatie van de gemiddelde woning in Nederland is erbarmelijk.

Toevalligerwijze hebben wij in de loop der jaren een paar verbouwingen gedaan die puur met geluidsisolatie te maken hadden. Het begon jaren geleden met het herinrichten van de bovenverdieping van een monumentaal grachtenpand in opdracht van een Amerikaanse psychotherapeut die de een of andere vorm van “schreeuwtherapie” zou gaan geven. Het fijne ervan werd ons niet geheel duidelijk, maar er zou in ieder geval veel contactgeluid zijn door rennen, springen, vallen en dat soort activiteiten, plus veel geschreeuw. De Amerikaan had een uitgewerkt advies van een geluidstechnisch adviesbureau ingewonnen, dus er waren al tekeningen van de constructie en voorschriften omtrent te gebruiken materialen.

Op de bestaande vloer maakten we een zwevende dekvloer van gipsvezelplaat, aan de onderkant voorzien van een enige centimeters dikke laag gemalen rubberproduct. Deze in verband gelegde eerste laag werd afgedekt door een tweede laag gipsvezelplaat, die er zodanig op werd doorgeschroefd dat er geen naden boven elkaar zaten. Op die nieuwe vloer kwamen de houtskeletwanden. Die wanden werden niet vastgezet aan het bestaande plafond maar de bovenligger van het regelwerk werd met behulp van een rubber band flexibel opgesloten tussen twee houten opsluitregels, die wel op het plafond werden vastgezet. Ertussen kwam een nieuw, vrij dragend plafond, onder en los van het bestaande.

Vanzelfsprekend moesten de wanden dubbel worden uitgevoerd, dat wil zeggen dat er aparte staanders waren voor de binnen- en de buitenbeplating; die bestond uit dubbel gips binnen en buiten, totaal vijf centimeter gipsplaat. Uiteraard werd de tussenruimte gevuld met steenwol. Ook de toegangsdeuren waren een verhaal apart. Iedere doorgang bestond uit twee los van elkaar gehouden kozijnen met een kitvoeg ertussen, waarin twee deuren samen een geluidssluis vormden. Tenslotte dienden ALLE naden minutieus met een voegvullende kit te worden dichtgezet. Je kunt daarin niet precies genoeg zijn, want het frustrerende is dat elk lek de gehele isolatie-inspanning vrijwel teniet doet. Het resultaat wordt op voorhand ook vaak overschat. Ik weet nog goed dat wij het zo ongeveer in ons broek deden tijdens het testen na afloop. Wij hoorden best nog wel wat en de Amerikaan ook, tot z’n ontzetting. Maar decibelmeting door het adviesbureau wees uit dat we de gestelde norm keurig gehaald hadden. Wat een geluk!

Kortom, een ervaring waarbij je blij bent dat je er zonder kleerscheuren vanaf bent gekomen. Toen veel later mijn vrouw, partner in voor- en tegenspoed, met het verhaal kwam dat een mevrouw had gebeld in verband met problemen met geluidsoverlast sloeg de schrik meteen weer toe. Ze kwam aan ons adres via een andere klant en ze leed onder burengerucht, straatlawaai en herrie in het algemeen. Een meisje uit de Pijp in Amsterdam, een dichtbevolkte, negentiende-eeuwse wijk met vrij slechte, in ieder geval slecht geïsoleerde huizen. Ze was kunstenaar, schilderde, had niet zo veel geld. Maar ze had veel goeds over me gehoord en ze hoopte dat ik haar probleem op kon lossen of haar in ieder geval adviseren. Of ik haar terug wilde bellen. Nou, ik zou wel zien…. ik kreeg er angstvisioenen van! Maar ze hield stug vol en mijn vrouw verdedigde haar. Ze vond dat ze heel aardig en reëel klonk. “Dus wat zeur je nou met niet terugbellen, geef eens sjoege!” Mijn vrouw weet heel goed dat je moet spelen als je wil winnen. Ik er dus toch op af.

In een huis in de Pijp, een tot woning omgetoverde voormalige fietsenstalling, met links, rechts en boven buren en een grote glazen pui naar de straat heb je al gauw een geluidsprobleem, daar waren we het snel over eens. De oplossing leek minder simpel. Maar dat zag ik volgens haar fout. Kon ik niet een apart huisje voor haar bouwen binnen in haar atelier, de overdekte binnenplaats achter haar huis, de vroegere fietsenmakerwerkplaats?

Natuurlijk kon dat. Wel veel werk. Het huisje moest niet alleen goed geluidsgeïsoleerd zijn maar ook afgesloten van de rest van het atelier, voor de verflucht. Dus ook een eigen toegangsdeur naar de tuin met extra binnendeur voor het geluid. Uiteraard eigen ventilatie naar buiten via een suskast om ook daar geen geluidslekken te maken. Brandveilig, verwarmbaar, niet te groot want het atelier was toch al niet zo ruim bemeten. Veel détails, veel eisen, passen en meten, wikken en wegen. Op de kosten blijven letten. Die vielen natuurlijk tegen. Maar haar binnenhuisje kwam er! Leuk timmerwerk. Gaandeweg verdween m’n angst, m’n slechte raadgever. Zij genoot van de vorderingen, bleef in de buurt, en kwam haar kamertje geregeld passen als was het een kledingstuk. Dat klopte ook aardig; veel groter was het slaapvertrekje niet. En ik moet zeggen, ik heb zelden een klant gehad wie het werk zo op het lijf geschreven was. Een geslaagde opdracht. Inmiddels is het pand, evenals de rest van de straat, gesloopt. Dus de opdracht is ook geslaagd gebleven ….

Met name tijdens dit werk heb ik me goed gerealiseerd wat je in essentie doet wanneer je jezelf wilt vrijwaren van de herrie van anderen of anderen van de herrie van jou. Je omhult jezelf, met je lawaai of je stilte, met een vrijstaand en gesloten omhulsel dat je zorgvuldig en tot in de kleinste détails los houdt van de bestaande ombouwing. Dat is dus de moraal van het verhaal: houd alles minutieus los van het bestaande.
M’n collega-aannemer vertelde me trouwens laatst dat hij al jaren daarvóór voor z’n dochter, schoonzoon en kleinkind een compleet geïsoleerd slaaphuisje als binnenwerk in een bestaande grote schuur achter hun bel-étage had gebouwd. Er is altijd baas boven baas.

© 2006 Beer Meijer
powered by CJ2