archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 13 Jaargang 3 18 mei 2006 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Op de centen letten | ||||
Belegen informatievoorziening | Cees van Laren | |||
In een vorige Leunstoel week ik af van de gewoonte om over geldzaken te spreken. Ik haalde het groeiend aantal mensen aan dat een andere kijk heeft op de gang van zaken op 11 september in New York. Dat worden dan al snel complottheorieën genoemd. Tot mijn vreugde las ik op 10 mei in de trein in de Metro een column van Pamela Hemelrijk over hetzelfde onderwerp onder de titel ’Gigantische cover up organisatie’. Zo vraagt Pamela zich af waarom er 40 miljoen dollar werd uitgegeven voor het onderzoek naar de gang van zaken tussen Bill Clinton en Monica Lewinsky en voor het onderzoek naar de aanslagen van 11 september maar 4 miljoen dollar.
Zo komen we weer in de buurt van geld. En ik kom nog dichter bij het onderwerp van mijn rubriek als ik verwijs naar het aantal verhandelde putopties (daarmee verdien je geld als de koers van een aandeel daalt) op de bij 11 september betrokken luchtvaartmaatschappijen in de dagen daarvoor. De omzet in putopties was vele malen hoger dan gemiddeld en als de handelaren die daar verantwoordelijk voor waren (en die kennelijk wisten dat dit er aan zat te komen) gevonden waren was dat echt wel als een trots wapenfeit gecommuniceerd door Bush.
Zo ben ik weer waar ik altijd over schrijf: aandelen en opties. Op 11 mei werd de kwartaalwinst van ING bekend gemaakt. ING heeft in de eerste drie maanden van 2006 ruim 2 miljard euro verdiend en die winst komt vooral op het conto van de consumentenbank. Afgezien van het feit dat dergelijke hoge winsten toch niet uit te leggen zijn, werd hierdoor een telefoongesprek dat ik diezelfde week had met een medewerker van Postbank Beleggen (ook ING) extra geaccentueerd. Ik heb namelijk bijna al mijn aandelen en opties die bij de Postbank in beheer waren over laten schrijven naar Alex (een dochter van de Rabo). Niet omdat die bank mijn voorkeur heeft maar omdat het aandelenbeheerssysteem van de Postbank zwaar verouderd is. Zo is het bij de Postbank nergens mogelijk de grootte van de bestedingsruimte te zien. Als die ruimte negatief wordt moet dat binnen vijf dagen worden hersteld. Daar krijg je wel keurig een brief over, maar kennelijk had ik die brief een keer over het hoofd gezien. Dus werd er op een dag door de Postbank, zonder overleg met mij, een optiepositie gesloten om het saldo weer in de plus te krijgen. Dat dat gebeurde was volgens de regels, maar ik ergerde me aan het feit dat ik zelf niet kan zien hoe het er met mijn bestedingsruimte voorstaat. Een medewerker bij de Postbank kan, als je een order wilt doorgeven, namelijk wel op zijn scherm zien wat de bestedingsruimte is. Als die gegevens beschikbaar zijn moeten ze dat mij toch ook kunnen laten zien …..
Op mijn vraag waarom de Postbank de software niet aanpast, waardoor ik – net als bij andere banken die via internet aandelen en opties verhandelen – op ieder moment de actuele bestedingsruimte kan zien op mijn eigen computerscherm, was het antwoord: “de Postbank heeft geen financiële middelen om de software aan te passen en voor nieuwkomers op de markt is het eenvoudiger direct met de goede software te komen”.
In reactie op mijn mededeling dat ik om die reden wegga bij de Postbank, refereerde de medewerker zelf aan de jaarwinst van ING en zei diplomatiek: “ik begrijp uw punt mijnheer”. Een ander ouderwets onderdeel van de software van Postbank Beleggen is, dat transacties die overdag zijn gedaan pas in de nacht daarna worden verwerkt. Bij andere banken wordt alles direct verwerkt en worden zowel bestedingsruimte als saldi à la minute geactualiseerd.
Nog bonter maakt het ABP het. Mijn laatste pensioenoverzicht geeft de situatie weer op 1 januari 2004. Sindsdien ben ik voor 12 uur met pensioen via de FPU. Omdat de gunstige FPU-regeling per 1 juli a.s. vervalt, wilde ik weten wat de consequentie zou zijn als ik volledig met FPU zou gaan en wat dat over acht jaar zou betekenen voor mijn echte pensioen.
“Helaas mijnheer, die informatie kunnen we u niet geven. Maar u krijgt, als het goed is, binnenkort wel een overzicht van de stand per 1 januari 2006”.
“Binnenkort, zegt u. Wanneer is dat dan ?”
“Ergens tussen 1 mei en 1 december, mijnheer van Laren”.
“Maar,” sputterde ik tegen, “ik moet voor 1 juli een beslissing nemen over de uitbreiding van mijn prepensioen en zonder inzicht in de gevolgen daarvan. Waarop moet ik dan mijn beslissing baseren?" “Het spijt me mijnheer van Laren, maar als we dat voor u uit gaan rekenen, dan gaan we, net als vorig jaar, een achterstand oplopen bij het berekenen van de pensioensituatie van de verzekerden”. Als laatste probeerde ik het nog met de volgende dooddoener: als ik morgen overlijd, kunnen jullie toch ook mijn pensioen berekenen. Waarom dan niet als ik blijf leven? Maar het ABP was niet te vermurwen. En daar vertrouw je dan het beheer van die enorm hoge bedragen aan pensioenpremie aan toe, dacht ik ….. |
||||
© 2006 Cees van Laren | ||||
powered by CJ2 |