archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 3
20 april 2006
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Een codebericht Theo Capel

0312BZ Tuin
Voor een tuin in wording zijn perkplanten een uitkomst. Je vult er snel een flink vak mee voor niet te veel geld, al helemaal als je je plantjes uit zaad zou opkweken. Wat dat betreft is het afwachten of mijn buurman inderdaad een kasje op de grens van onze tuinen gaat plaatsen en bereid is ook voor mij wat zaaigoed te laten ontkiemen. Tot die tijd moet ik gewoon naar de markt of het tuincentrum en met volle tassen vervolgens naar de tuin. Bijvoorbeeld bepakt met zesentwintig primula's in drie kleuren.

Primula's houden van een vochtige grond. Dat is in mijn volkstuin mooi meegenomen. En volkstuinders houden van primula's vanwege de felle kleuren. Dat doet zo gezellig aan. Ik kreeg meteen een compliment toen ik de plantjes in een lange rij achter het heggetje langs het pad had geplaatst. Nu zijn er primula's in allerlei soorten en maten, vaak met bloemen op een hoge steel en met veel Latijnse benamingen gesierd. De serieuze tuinier zet de kleinere soorten ook graag in een rotstuin, maar ik had me beperkt tot de laagblijvende, veelbloemige overbekende hybriden van de primula vulgaris of ook wel primula aucaúlis genoemd. 'Zeer breed kleurenscala' las ik in een tuinboek, wat ik als enigszins denigrerend interpreteer, hoewel het in wezen een neutrale en correcte aanduiding is. Bonte kleuren vindt de snob in ons echter snel volks, maar ja, in een volkstuin moet het toch kunnen.

Ik had het nog rustig gehouden door voor maar drie kleuren te kiezen: wit, geel en rood. Daar zat een diepere bedoeling achter, waarvan ik hoopte dat een medetuinder met een padvinderijverleden die snel zou doorzien. Het kostte echter veel meer aanwijzingen dan ik had verwacht, maar toen bleek dat hij eigenlijk nooit verder was gekomen dan kortstondig yip-yip-yip-roepen met zijn welpenpetje op. Het insigne 'seinen' was buiten zijn bereik gebleven en van het morsealfabet had hij slechts vaag gehoord. En dat is nu juist de sleutel tot het geheim van de primula's.

Ooit werd me verteld dat de architect van het flatgebouw langs de spoorbaan vlak voorbij het Centraal Station van Amsterdam zich gewroken had op de regelzucht. Daar aan de Droogbak staat een gebouw van Rudy Uytenhaak dat op straatniveau ontsierd wordt door een geluidsmuur. De architect had die niet bedacht, maar het zou hebben gemoeten van de gemeente. Zijn tegenzin drukte hij uit in een lange rij rode klinkers in de grijze muur. Volgens mijn zegsman zou hij zo de punten en strepen van het Morse alfabet hebben uitgebeeld en zou de kenner kunnen lezen: 'Deze muur had hier nooit mogen staan'. Ik heb het nooit geprobeerd te ontcijferen, vanwege angst door een langs scheurende gemeentebus te worden doodgereden.

Als mijn huisje definitief op orde is, spijker ik er een naambordje op. 'De Appel' gaat het heten, want hoe zou je het anders willen noemen op een complex dat 'De Hof van Eden' heet? De suggestie van 'De Slang' vond ik bijvoorbeeld niet passend. Ik ben ook bezig het appelgroen te schilderen, hoewel de verffabrikant beweert dat de kleur 'alchemilla' is. Dat klinkt chique. Als voorloper van het naambordje dienen nu de primula's. De witte verbeelden 'punten', de gele 'strepen' en de rode spaties. Tussen de letters staat één 'spatie' en tussen de woorden twee.

Het morseschrift is een vorm van een binair stelsel. Om zo effectief mogelijk te werken koos men voor de meest frequent voorkomende letters (in het Engels) de minste tekens. De 'e' schrijf je met één punt en voor de 'p' en de 'z' heb je vier tekens nodig. Op een papiertje had ik zo uitgerekend dat ik voor 'De Appel' zesentwintig primula's nodig had. Om het je makkelijk te maken zijn er ezelsbruggetjes bedacht om alle letters te kunnen onthouden. Voor elke letter is er een woord waarvan het aantal lettergrepen gelijk is aan de punten en strepen die die letter vormen. Het onderscheid tussen een punt en een streep is bereikt door voor de streep lettergrepen met een 'o' te kiezen. Dat leidt voor een deel tot vreemde, geforceerde woorden en woorden die een nette padvinder misschien niet zou moeten kennen. Ik doel dan op de 'z' (streep, streep, punt, punt) waarvoor men 'zoeloekaffer' bedacht. Dat ligt tegenwoordig gevoelig, dus de verlichte padvinder spreekt over 'zoutontginning'. Als dat met die 'ou' te moeilijk is, heb je ook nog het onzinwoord 'zorrozever'.

'Leuk, al die vrolijke kleurtjes,' zeggen passanten tegen me als ik op mijn spitvork geleund staand nog eens voor alle zekerheid controleer of ik in het morse geen spelfout heb begaan. Je zou verwachten in een tijd dat er in elk gezin wel een exemplaar van De Da Vinci Code ligt, dat iemand spontaan wat langer blijft staan bij de primula's en aanvoelt dat er iets mee is. Zo ver is het nog niet. Ik overweeg of ik met een partijtje osteospermum, ook wel dimorphoteca genoemd, maar op de markt veel beter bekend als 'Spaanse margrieten', het kunstje nog eens ga uithalen. Het zijn een soort éénjarige margrieten die de hele zomer door bloeien. De primula's zijn binnenkort uitgebloeid. Ik ben bang dat het codebericht voor die tijd nog niet is opgepikt.
 
******************************************************
Wilt u geattendeerd worden op de nieuwe aflevering van De Leunstoel?
Laat ons dat weten door de reactieknop hieronder te gebruiken en als
onderwerp in te vullen: Nieuwsbrief.


© 2006 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Een codebericht Theo Capel
0312BZ Tuin
Voor een tuin in wording zijn perkplanten een uitkomst. Je vult er snel een flink vak mee voor niet te veel geld, al helemaal als je je plantjes uit zaad zou opkweken. Wat dat betreft is het afwachten of mijn buurman inderdaad een kasje op de grens van onze tuinen gaat plaatsen en bereid is ook voor mij wat zaaigoed te laten ontkiemen. Tot die tijd moet ik gewoon naar de markt of het tuincentrum en met volle tassen vervolgens naar de tuin. Bijvoorbeeld bepakt met zesentwintig primula's in drie kleuren.

Primula's houden van een vochtige grond. Dat is in mijn volkstuin mooi meegenomen. En volkstuinders houden van primula's vanwege de felle kleuren. Dat doet zo gezellig aan. Ik kreeg meteen een compliment toen ik de plantjes in een lange rij achter het heggetje langs het pad had geplaatst. Nu zijn er primula's in allerlei soorten en maten, vaak met bloemen op een hoge steel en met veel Latijnse benamingen gesierd. De serieuze tuinier zet de kleinere soorten ook graag in een rotstuin, maar ik had me beperkt tot de laagblijvende, veelbloemige overbekende hybriden van de primula vulgaris of ook wel primula aucaúlis genoemd. 'Zeer breed kleurenscala' las ik in een tuinboek, wat ik als enigszins denigrerend interpreteer, hoewel het in wezen een neutrale en correcte aanduiding is. Bonte kleuren vindt de snob in ons echter snel volks, maar ja, in een volkstuin moet het toch kunnen.

Ik had het nog rustig gehouden door voor maar drie kleuren te kiezen: wit, geel en rood. Daar zat een diepere bedoeling achter, waarvan ik hoopte dat een medetuinder met een padvinderijverleden die snel zou doorzien. Het kostte echter veel meer aanwijzingen dan ik had verwacht, maar toen bleek dat hij eigenlijk nooit verder was gekomen dan kortstondig yip-yip-yip-roepen met zijn welpenpetje op. Het insigne 'seinen' was buiten zijn bereik gebleven en van het morsealfabet had hij slechts vaag gehoord. En dat is nu juist de sleutel tot het geheim van de primula's.

Ooit werd me verteld dat de architect van het flatgebouw langs de spoorbaan vlak voorbij het Centraal Station van Amsterdam zich gewroken had op de regelzucht. Daar aan de Droogbak staat een gebouw van Rudy Uytenhaak dat op straatniveau ontsierd wordt door een geluidsmuur. De architect had die niet bedacht, maar het zou hebben gemoeten van de gemeente. Zijn tegenzin drukte hij uit in een lange rij rode klinkers in de grijze muur. Volgens mijn zegsman zou hij zo de punten en strepen van het Morse alfabet hebben uitgebeeld en zou de kenner kunnen lezen: 'Deze muur had hier nooit mogen staan'. Ik heb het nooit geprobeerd te ontcijferen, vanwege angst door een langs scheurende gemeentebus te worden doodgereden.

Als mijn huisje definitief op orde is, spijker ik er een naambordje op. 'De Appel' gaat het heten, want hoe zou je het anders willen noemen op een complex dat 'De Hof van Eden' heet? De suggestie van 'De Slang' vond ik bijvoorbeeld niet passend. Ik ben ook bezig het appelgroen te schilderen, hoewel de verffabrikant beweert dat de kleur 'alchemilla' is. Dat klinkt chique. Als voorloper van het naambordje dienen nu de primula's. De witte verbeelden 'punten', de gele 'strepen' en de rode spaties. Tussen de letters staat één 'spatie' en tussen de woorden twee.

Het morseschrift is een vorm van een binair stelsel. Om zo effectief mogelijk te werken koos men voor de meest frequent voorkomende letters (in het Engels) de minste tekens. De 'e' schrijf je met één punt en voor de 'p' en de 'z' heb je vier tekens nodig. Op een papiertje had ik zo uitgerekend dat ik voor 'De Appel' zesentwintig primula's nodig had. Om het je makkelijk te maken zijn er ezelsbruggetjes bedacht om alle letters te kunnen onthouden. Voor elke letter is er een woord waarvan het aantal lettergrepen gelijk is aan de punten en strepen die die letter vormen. Het onderscheid tussen een punt en een streep is bereikt door voor de streep lettergrepen met een 'o' te kiezen. Dat leidt voor een deel tot vreemde, geforceerde woorden en woorden die een nette padvinder misschien niet zou moeten kennen. Ik doel dan op de 'z' (streep, streep, punt, punt) waarvoor men 'zoeloekaffer' bedacht. Dat ligt tegenwoordig gevoelig, dus de verlichte padvinder spreekt over 'zoutontginning'. Als dat met die 'ou' te moeilijk is, heb je ook nog het onzinwoord 'zorrozever'.

'Leuk, al die vrolijke kleurtjes,' zeggen passanten tegen me als ik op mijn spitvork geleund staand nog eens voor alle zekerheid controleer of ik in het morse geen spelfout heb begaan. Je zou verwachten in een tijd dat er in elk gezin wel een exemplaar van De Da Vinci Code ligt, dat iemand spontaan wat langer blijft staan bij de primula's en aanvoelt dat er iets mee is. Zo ver is het nog niet. Ik overweeg of ik met een partijtje osteospermum, ook wel dimorphoteca genoemd, maar op de markt veel beter bekend als 'Spaanse margrieten', het kunstje nog eens ga uithalen. Het zijn een soort éénjarige margrieten die de hele zomer door bloeien. De primula's zijn binnenkort uitgebloeid. Ik ben bang dat het codebericht voor die tijd nog niet is opgepikt.
 
******************************************************
Wilt u geattendeerd worden op de nieuwe aflevering van De Leunstoel?
Laat ons dat weten door de reactieknop hieronder te gebruiken en als
onderwerp in te vullen: Nieuwsbrief.
© 2006 Theo Capel
powered by CJ2