archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 12 Jaargang 3 20 april 2006 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > De poëtische wereld | ||||
Het nieuwe spreken | Jaap van Lakerveld | |||
Een camera was vroeger imponerend
Er werd gebloosd, geschutterd, en gekucht
Een interview had vaak iets van een klucht
Was voor de ondervraagden enerverend
Men uitte slechts gemompel of gezucht
En af en toe was men ronduit afwerend
Maar wel beleefd mevrouw-end en meneer-end
En telkens voor een nieuwe vraag beducht
Die schuchterheid behoort tot het verleden
Men spreekt klysmatisch; uit een woordenbrij;
“Een stortvloed”, zegt men, “Immers “Panta rhei”
Eén vraag: en hup de burger voert een rede.
Hij uit vol overgave zoveel shit
Dat je je afvraagt, waar zijn kringspier zit.
******************
Literatuur in Deventer:
|
||||
© 2006 Jaap van Lakerveld | ||||
powered by CJ2 |