![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() Nummer 4 Jaargang 22 31 oktober 2024 |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Beschouwingen > Het zijn maar woorden | ||||
Babylonisch borrelen | Willem Minderhout | |||
![]() Als ik in het Engels wordt aangesproken door een horecamedewerker antwoord ik daarom altijd in het Nederlands. Meestal gaat dat best goed. Soms leidt dit echter tot misverstanden. Laatst beantwoordde ik in een café de vraag van de barman ‘what can I do for you?’, met ‘een biertje graag’. De vriend met wie ik het café bezocht zei: ‘Ik ook, alsjeblieft’. Even later kwam de jongeman terug met een biertje en een flesje cola. Hij had ‘ik ook’ geïnterpreteerd als ‘a coke’. Dit soort misverstanden stimuleren het leerproces. En dat biertje, Efes waarschijnlijk, smaakte me best. Meertaligheid is een zegen maar kan ook buiten de horeca soms tot verwarring leiden. Mijn nichtjes (vier en twee jaar oud) zijn net terug van een tweejarig verblijf in de VS. Ze zijn daar tweetalig opgevoed. Laatst maakte mijn dochter kervelsoep voor ze. De oudste zei tegen haar zusje dat ze heel voorzichtig moest zijn met die soep. Mijn dochter begreep niet waarom ze dat zei. ‘Je zei zelf dat het careful soup was’, antwoordde mijn kleindochter. --------- De illustratie is van Marcia Meerum Terwogt. |
||||
© 2024 Willem Minderhout | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |