![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() Nummer 3 Jaargang 22 17 oktober 2024 |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Het landschap rond Harlingen | Dik Kruithof | |||
![]() Daarvoor was er natuurlijk ook al iets: in het pleistoceen tussen 475.000 en 9.700 jaar voor onze jaartelling liepen er al dieren rond waarvan resten zijn gevonden zoals een indrukwekkende mammoettand. Vierduizend jaar voor onze jaartelling lag er een groot veengebied vanaf Den Helder tot Leeuwarden en lag dat tegen een zandrug aan. Rond het begin van onze jaartelling ontwikkelt zich een kustlijn waarop de terpen van Midlum, Wijnaldum en Harlingen ontstaan. Daarna komen de nu nog herkenbare landschapskenmerken op de grote kaarten: Belangrijk is de moederpolder van Wijnaldum, een van de eerste vier gebieden in Westergo - het noordwestelijke deel van Friesland waar Harlingen in ligt - die een hoge ringdijk kreeg die ook beschermde tegen de winterstormen. Als je de hoogtes vergelijkt is de dijk nog te zien in sommige stukken weg. Herkenbaar zijn verder terpen en de eerste kerken. In een van die terpen is een prachtig bronzen bokje gevonden, dat wijst op vermenging van de plaatselijke bevolking met de Romeinen. Het bokje is gekozen als beeldmerk van het dorp Midlum. De eerste zeewerende dijken, verkavelingssloten en kruinige percelen. Dat zijn stukken akkerland waar steeds ![]() In een groot gebied aan de zuidoostkant van de stad zijn afgetichelde percelen herkenbaar. Dat zijn gebieden waar een grote laag van de grond gebruikt is voor ‘tichelwurk’ : steenfabrieken die bakstenen, dakpannen of potten en ander aardewerk maakten. De klei aan de waddenkust was van bijzondere kwaliteit omdat er weinig organische stof in voorkwam. De percelen zijn dan soms 50 tot 75 cm lager dan in omliggende gebieden maar met het blote oog is dat natuurlijk nauwelijks te zien. Ook zijn er veel overblijfselen van vestingwerken, herenhuizen en buitenverblijven en vaarwegen in het landschap achtergebleven. Periode van 1800 tot 1900 Afgegraven terpen, parken en tuinen, spoor en tramwegen en havenuitbreidingen zijn uiteraard nog duidelijk herkenbaar overgebleven. Periode van 1900 tot heden Het Van Harinxmakanaal werd uitgebreid en ten noorden van het centrum van de stad naar de Waddenzee geleid. De snelweg van Leeuwarden naar de Afsluitdijk was een andere grote ingreep, die liep ten zuiden van het centrum en het gevolg van al die werkzaamheden was ook een grote zandwinput in het zuidwesten. En, misschien wel het meest omstreden: windturbines vooral op de waddendijk ten noorden van de stad. --------- De auteur heeft de illustraties geleverd. |
||||
© 2024 Dik Kruithof | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |