archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 3
16 maart 2006
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Het Bonnefantenmuseum Katharina Kouwenhoven

0310VG Omweg
Omdat mijn vriendin en ik allebei nog één vrijreizenkaartje op moesten maken besloten wij de NS eens flink in de buidel te laten tasten door per spoor af te reizen naar Maastricht. Het hoofddoel van deze reis was een bezoek aan het Bonnefantenmuseum, waar we beiden nog nooit geweest waren en dat, volgens mijn informatie, een mooie collectie minimal art en arte povera moest bevatten. Hoewel heel Nederland die dag geplaagd werd door zware regenval liet de NS ons niet in de steek. Tweeëneenhalf uur na ons vertrek uit Amsterdam stonden we in de stromende regen op het Stationsplein in Maastricht.

Volgens mijn plattegrond bevond het museum zich niet ver van het station maar door de barre weersomstandigheden besloten we niettemin om de bus te nemen. De chauffeur stempelde niet minder dan drie zones af en omdat je daarmee in Amsterdam tot halverwege Haarlem kunt reizen waren wij er niet op voorbereid dat we al bij de derde halte moesten uitstappen. We reden het museum dus voorbij en moesten 20 minuten wachten op een bus die ons weer de andere kant op bracht. Kan gebeuren.

In het museum beland toonden wij onze museumjaarkaart aan de dienstdoende receptioniste, die daarop een lijst te voorschijn haalde met alle do's and don'ts van het museum en een plattegrond met een overzicht van alle afdelingen die vanwege een verbouwing niet toegankelijk waren. De hele collectie moderne kunst was daarom voorlopig opgeslagen. Op mijn opmerking dat dit een onaangename verrassing was sprak zij pinnig dat ik dan maar op hun webpagina had moeten kijken. (Bij raadpleging achteraf bleek daarop overigens niets vermeld te worden over gesloten afdelingen.) Een hartelijke ontvangst dus in het verre Zuiden. Om hiervan bij te komen besloten we linea recta naar het museumrestaurant te gaan om te lunchen. In het museum zelf was tenslotte toch niet veel te zien. Dat restaurant was in ieder geval prima. Zelfs onze verkleumde ledematen kwamen weer enigszins op temperatuur.

Het Bonnefantenmuseum bevindt zich sinds 1995 in een gebouw aan de Maas dat ontworpen is door de Italiaanse architect Aldo Rossi. Het heeft de vorm van een E met in het midden een ronde toren. Een fraai gebouw is het niet; veel te robuust en eenzijdig van vorm. De zalen binnen zijn ook allemaal rechthoekig en de centrale trap neemt wel erg veel ruimte in. Het is niet wat je noemt een gebouw met veel 'intimiteit'. Maar was er nog wat te zien in dat gebouw of was de reis helemaal voor niets geweest?

Er was in ieder geval een tentoonstelling van het werk van Monica Baer, iemand waar ik eerlijk gezegd nooit van gehoord had en dat had wat mij betreft zo kunnen blijven. Al haar werken, grote en kleinere schilderijen en tekeningen, leden aan hetzelfde euvel: er stond iets op dat er niet thuis hoorde. Aan de soms lang niet onaantrekkelijke abstracte achtergronden was altijd een of andere menselijke vorm toegevoegd, die het geheel danig verpestte. Gelukkig was dat niet het enige. Een van de vleugels die nog wel toegankelijk was bevatte namelijk 'Vlaamse Pracht uit de 16e en 17e Eeuw', inclusief en aantal werken van Rubens, Jordaens en van Dyck, voor een groot deel in bruikleen van het Rijksmuseum.

Kunst uit de 16e eeuw bevalt mij beter dan kunst uit de 17e eeuw. Waarom? Omdat die paneeltjes uit de 16e eeuw nog zo weinig pretentieus zijn. Het zijn eigenlijk vooral illustraties bij hét verhaal, enigszins stripachtig en door de makers niet echt van een eigen stempel voorzien. Nog geen kunst, eigenlijk. Qua vorm lijken al die madonna's nogal op elkaar en dat komt omdat ze niet op echte mensen lijken. Niet geschilderd 'naar de natuur', maar meer volgens een bepaald schabloon, dat niettemin een zekere ontroering wekt. Mooie paneeltjes.

Het aardigste in die vleugel was echter dat er een restauratie-atelier was ingericht, waar je een aantal restaurateurs aan het werk kon zien en waar ook allerlei restauratiematerialen waren uitgestald en werkwijzen werden uitgelegd – hoe breng je bladgoud aan, waar worden pigmenten van gemaakt, welke lagen moeten er achtereenvolgens worden aangebracht. In een volgend leven, als mij dat gegund is, wil ik restaurateur worden, dus aan mij was dit allemaal wel besteed.

En dat was het dan. Na nog een kopje thee in het museumrestaurant was het eindelijk opgehouden met regenen, zodat we nog even Maastricht in konden. Via de Maasboulevard trek je dan naar het Vrijthof dat gedomineerd wordt door de Sint Servaaskerk, waar we nog net een bezoek aan konden brengen. In die kerk bevindt zich de crypte van de heilige Servaas, de eerste Hollandse heilige, die hier in de vierde eeuw trachtte zieltjes te winnen. Inmiddels zijn er in de catacomben van die kerk allerlei andere graven blootgelegd, maar dat is allemaal niet de grootste aantrekkingskracht van de Sint Servaas. Die kerk is namelijk on-Hollands groot, hoog, imposant en indrukwekkend. Als je er doorheen loopt, hou je je adem in. En er ligt een kloosteromgang naast zonder klooster. Als je door die kloostergang loopt, bevind je je niet meer in Nederland. Van die kerk was ik meer onder de indruk dan van dat 'goede kinderen' museum.

Op onze nieuwe vrijreizenkaartjes moeten we nog maar eens een keer terug naar Maastricht als dat museum weer volledig functioneert en de receptioniste ontslagen is, maar vooral voor de stad zelf en bij voorkeur als de zon schijnt. Tenslotte ben je van daaruit ook zo in Luik en daar ben ik ook al jaren niet meer geweest.
 
 
**************************
Kijk eens op www.meermanno.nl .


© 2006 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Het Bonnefantenmuseum Katharina Kouwenhoven
0310VG Omweg
Omdat mijn vriendin en ik allebei nog één vrijreizenkaartje op moesten maken besloten wij de NS eens flink in de buidel te laten tasten door per spoor af te reizen naar Maastricht. Het hoofddoel van deze reis was een bezoek aan het Bonnefantenmuseum, waar we beiden nog nooit geweest waren en dat, volgens mijn informatie, een mooie collectie minimal art en arte povera moest bevatten. Hoewel heel Nederland die dag geplaagd werd door zware regenval liet de NS ons niet in de steek. Tweeëneenhalf uur na ons vertrek uit Amsterdam stonden we in de stromende regen op het Stationsplein in Maastricht.

Volgens mijn plattegrond bevond het museum zich niet ver van het station maar door de barre weersomstandigheden besloten we niettemin om de bus te nemen. De chauffeur stempelde niet minder dan drie zones af en omdat je daarmee in Amsterdam tot halverwege Haarlem kunt reizen waren wij er niet op voorbereid dat we al bij de derde halte moesten uitstappen. We reden het museum dus voorbij en moesten 20 minuten wachten op een bus die ons weer de andere kant op bracht. Kan gebeuren.

In het museum beland toonden wij onze museumjaarkaart aan de dienstdoende receptioniste, die daarop een lijst te voorschijn haalde met alle do's and don'ts van het museum en een plattegrond met een overzicht van alle afdelingen die vanwege een verbouwing niet toegankelijk waren. De hele collectie moderne kunst was daarom voorlopig opgeslagen. Op mijn opmerking dat dit een onaangename verrassing was sprak zij pinnig dat ik dan maar op hun webpagina had moeten kijken. (Bij raadpleging achteraf bleek daarop overigens niets vermeld te worden over gesloten afdelingen.) Een hartelijke ontvangst dus in het verre Zuiden. Om hiervan bij te komen besloten we linea recta naar het museumrestaurant te gaan om te lunchen. In het museum zelf was tenslotte toch niet veel te zien. Dat restaurant was in ieder geval prima. Zelfs onze verkleumde ledematen kwamen weer enigszins op temperatuur.

Het Bonnefantenmuseum bevindt zich sinds 1995 in een gebouw aan de Maas dat ontworpen is door de Italiaanse architect Aldo Rossi. Het heeft de vorm van een E met in het midden een ronde toren. Een fraai gebouw is het niet; veel te robuust en eenzijdig van vorm. De zalen binnen zijn ook allemaal rechthoekig en de centrale trap neemt wel erg veel ruimte in. Het is niet wat je noemt een gebouw met veel 'intimiteit'. Maar was er nog wat te zien in dat gebouw of was de reis helemaal voor niets geweest?

Er was in ieder geval een tentoonstelling van het werk van Monica Baer, iemand waar ik eerlijk gezegd nooit van gehoord had en dat had wat mij betreft zo kunnen blijven. Al haar werken, grote en kleinere schilderijen en tekeningen, leden aan hetzelfde euvel: er stond iets op dat er niet thuis hoorde. Aan de soms lang niet onaantrekkelijke abstracte achtergronden was altijd een of andere menselijke vorm toegevoegd, die het geheel danig verpestte. Gelukkig was dat niet het enige. Een van de vleugels die nog wel toegankelijk was bevatte namelijk 'Vlaamse Pracht uit de 16e en 17e Eeuw', inclusief en aantal werken van Rubens, Jordaens en van Dyck, voor een groot deel in bruikleen van het Rijksmuseum.

Kunst uit de 16e eeuw bevalt mij beter dan kunst uit de 17e eeuw. Waarom? Omdat die paneeltjes uit de 16e eeuw nog zo weinig pretentieus zijn. Het zijn eigenlijk vooral illustraties bij hét verhaal, enigszins stripachtig en door de makers niet echt van een eigen stempel voorzien. Nog geen kunst, eigenlijk. Qua vorm lijken al die madonna's nogal op elkaar en dat komt omdat ze niet op echte mensen lijken. Niet geschilderd 'naar de natuur', maar meer volgens een bepaald schabloon, dat niettemin een zekere ontroering wekt. Mooie paneeltjes.

Het aardigste in die vleugel was echter dat er een restauratie-atelier was ingericht, waar je een aantal restaurateurs aan het werk kon zien en waar ook allerlei restauratiematerialen waren uitgestald en werkwijzen werden uitgelegd – hoe breng je bladgoud aan, waar worden pigmenten van gemaakt, welke lagen moeten er achtereenvolgens worden aangebracht. In een volgend leven, als mij dat gegund is, wil ik restaurateur worden, dus aan mij was dit allemaal wel besteed.

En dat was het dan. Na nog een kopje thee in het museumrestaurant was het eindelijk opgehouden met regenen, zodat we nog even Maastricht in konden. Via de Maasboulevard trek je dan naar het Vrijthof dat gedomineerd wordt door de Sint Servaaskerk, waar we nog net een bezoek aan konden brengen. In die kerk bevindt zich de crypte van de heilige Servaas, de eerste Hollandse heilige, die hier in de vierde eeuw trachtte zieltjes te winnen. Inmiddels zijn er in de catacomben van die kerk allerlei andere graven blootgelegd, maar dat is allemaal niet de grootste aantrekkingskracht van de Sint Servaas. Die kerk is namelijk on-Hollands groot, hoog, imposant en indrukwekkend. Als je er doorheen loopt, hou je je adem in. En er ligt een kloosteromgang naast zonder klooster. Als je door die kloostergang loopt, bevind je je niet meer in Nederland. Van die kerk was ik meer onder de indruk dan van dat 'goede kinderen' museum.

Op onze nieuwe vrijreizenkaartjes moeten we nog maar eens een keer terug naar Maastricht als dat museum weer volledig functioneert en de receptioniste ontslagen is, maar vooral voor de stad zelf en bij voorkeur als de zon schijnt. Tenslotte ben je van daaruit ook zo in Luik en daar ben ik ook al jaren niet meer geweest.
 
 
**************************
Kijk eens op www.meermanno.nl .
© 2006 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2