archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 16 Jaargang 21 30 mei 2024 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Brief uit ... | ||||
St. Winifred | Arie de Jong | |||
Weinig speurdersromans zijn zo leuk als die van Ellis Peters, met broeder Cadfael in de rol van speurneus. Er zijn twintig afleveringen en de meeste van die boeken heb ik elk meer dan eens gelezen, voor mij een bijzonderheid. Omdat ik na een jaar of drie de plot vergeten ben, kan dat. Broeder Cadfael is in het klooster getreden, nadat hij terugkeerde van een Kruistocht. Dat klooster ligt in de buurt van Shrewsbury vlak bij de grens van Engeland en Wales. De verhalen spelen zich af in het begin van de dertiende eeuw, zodat in een aantal de burgeroorlog in Engeland een rol speelt. Het klooster bestaat nog niet zo lang en de abt wil de status verhogen door wat relieken te hebben van de beschermheilige van het klooster, Sint Winifred. In een van de eerste boeken gaat het om een reis die een groepje monniken onderneemt om de botjes van Winifred op te halen. Tijdens de reis wordt een broeder vermoord en dat is voer voor Cadfael. Hoe het afloopt: lees het boek. Laten we het verder hebben over Winifred, de beschermheilige van Wales. Tijdens de voorjaarsvakantie van mijn vrouw en mijzelf in Wales bezochten we de bron en de kapel bij de bron die aan Winifred is gekoppeld. Dat was een bijzondere ervaring. Laat ik eerst iets vertellen over hoe Winifred als kluizenaar kon leven. Het leven van Winifred Ze moet geleefd hebben in de zevende eeuw en overleden zijn in of rond 660. Haar verhaal is helaas pas in de twaalfde eeuw opgetekend, dus mogelijk is het niet geheel juist. Wat maakte haar heilig? Al op jonge leeftijd besloot ze zich te wijden aan God. Nu had ze een oom, Beuno, die ook een belangrijke heilige in Wales zou worden, en die bouwde voor haar een kerk, bij het huis van haar ouders, met een cel waarin ze kon verblijven. Op een zondag, toen haar verwanten naar de kerk waren, werd ze bezocht door ene Caradog, uit een adellijke familie, die haar wilde verkrachten. Ze vluchtte voor hem uit, maar op de drempel van de kerk kreeg hij haar te pakken en sloeg haar het hoofd af. Haar oom Beuno kwam naar buiten met de kerkgangers, gealarmeerd door de consternatie, en zette haar hoofd weer op haar hals en bad tot God zijn nicht tot leven te wekken. God verhoorde het gebed, al bleef Winifred in haar verdere leven wel een litteken houden, een witte streep in haar hals. Waar haar bloed op de grond was gevloeid ontsprong een bron. Nu hoor ik de lezer al brommen. Hoe kan iemand proberen een in een cel verblijvende kluizenaar te verkrachten, een cel die bovendien in de kerk is gemetseld waar net op dat moment de mis wordt opgedragen? En hoe kan Winifred zo maar uit die cel vluchten en waarom gaat ze de kerk niet in? Of is die cel soms buiten de kerk gebouwd, maar dan nog is het een hoop gedoe zo’n cel binnen te dringen. Dat zijn een terechte kanttekeningen, maar gaat er aan voorbij dat alle heiligenverhalen stijf staan van fantasie en onbegrijpelijke details. De bron Tot op de dag van vandaag bestaat die bron en is er een kapel naast gebouwd. Blijkbaar is de zevende eeuwse kerk teloor gegaan. Die bron en de kapel kun je bezoeken. Entree twee pond, maar voor kinderen en bejaarden half geld. Op verzoek mag je in het reservoir door het heilige water lopen. Wie dat doet moet wel gekleed zijn en ook een shirt dragen, blote voeten mogen wel. Toen wij er waren was er een groep die met volle overtuiging koos voor een wandeling in het ijskoude water. Wat vrouwen, met hun kinderen. Sommigen sloegen een kruis, eentje droeg een rozenkrans omhoog, er werden flesjes gevuld met het heilige water, het was een serieuze zaak. In een nis bij de bron staat een beeld, waarbij Winifred is voorzien van de martelaarspalm. In een kleine tentoonstelling staat een dertiende eeuwse kist waarin haar relieken, die nu kwijt zijn, hebben gezeten. Veel is verloren gegaan bij het verbod in 1540 van Hendrik VIII op de katholieke kerk. In een hoek van het aanpalende museum staan ook een stuk of dertig achtergelaten stokken van mensen die ooit met manke benen de plaats hebben bezocht en na een bad in het heilige water weer zonder problemen konden lopen. Het is lange tijd een belangrijke bedevaartplaats geweest. Dat liep na de Tweede Wereldoorlog af, maar voordien kwamen er grote groepen en waren er processies. Aan het einde van de negentiende eeuw zo'n 100.000 bedevaartgangers in een jaar. Je kunt het je haast niet voorstellen wat een drukte dat op hoogtijdagen geweest moet zijn. Nu komen er nog steeds enige tienduizenden bezoekers per jaar, maar het merendeel is niet meer zo goedgelovig, is mijn indruk. |
||||
© 2024 Arie de Jong | ||||
powered by CJ2 |