archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 3
19 januari 2006
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Artsen en artsen Ruurd Kunnen

0306 BS Polder
Het verschil tussen een huisarts of een specialist en een verzekeringsarts is dat de huisarts en de specialist alleen met het belang van de patiënt rekening houden en de verzekeringsarts daarnaast ook met het belang van de maatschappij. Dat las ik in het blaadje UWVPerspectief (nummer 4, december 2005) dat wordt toegezonden aan mensen in de WAO.
Ik heb deze boodschap lang op mij in laten werken. Zijn gezonde mensen soms niet in het belang van de maatschappij?

In eerste instantie ben je geneigd het UWV te wantrouwen. De instelling wordt wel eens met Lourdes vergeleken, vanwege de wonderbaarlijke genezingen die er schijnen plaats te vinden. Soms gaan cliënten volledig arbeidsongeschikt naar binnen om het gebouw een uurtje later volledig arbeidsgeschikt te verlaten. Degenen die dit ‘geluk’ beschoren is, verliezen hun WAO-uitkering. Zij moeten op zoek naar een baan en als zij die niet vinden, zijn ze op de bijstand aangewezen. Dat heeft al voor veel leed gezorgd. Gezinnen moesten verhuizen naar een goedkopere woning, lidmaatschappen van sportverenigingen en bibliotheken moesten worden opgezegd en een enkeling schijnt zo ten einde raad te zijn geweest dat hij een einde aan zijn leven heeft gemaakt. Minister De Geus werd voor de televisie om een reactie op deze voorbeelden gevraagd. Zijn antwoord was even voorspelbaar als ontluisterend: de minister wilde slechts in algemene zin over de problematiek praten. Hij zou geen uitspraak doen over individuele cases omdat die onder de verantwoordelijkheid van de UWV vielen en hij zich daar niet in wilde mengen. Vervolgens kwam een verhaal over de inzet van de mensen van het UWV, de kosten van de WAO en het gebrek aan goede arbeidskrachten terwijl duizenden passief aan de kant staan. Meer to the point was een uiteenzetting geweest over veranderende inzichten in ziekte en gebreken van werkende mensen en moderne therapieën. Die vormden namelijk de achtergrond van de stelling in UWVPerspectief dat artsen en specialisten te weinig rekening houden met het maatschappelijk belang. Waarschijnlijk heeft de minister er bewust van afgezien hier iets over te zeggen. Hij zou zich hebben gemengd in zaken waar hij niet over gaat en bovendien zou hij een storm van kritiek uit de Tweede Kamer over zich heen hebben gekregen.

Artsen zorgen ervoor dat zieke mensen beter worden. De gezondheidszorg is gericht op individuele mensen, maar komt de hele maatschappij ten goede. Economen noemen dat ‘externe effecten’. Voor de overheid zijn die externe effecten altijd een goede reden geweest om een belangrijk deel van de kosten van de gezondheidszorg op zich te nemen. Een andere goede reden is het rechtvaardigheidsprincipe: iedereen, arm en rijk, heeft recht op een goede gezondheidszorg.

Volgens deze oude wijsheden handelt een huisarts of specialist dus wel degelijk in het belang van de maatschappij als hij of zij een individuele patiënt behandelt. Inzicht schrijdt echter voort en oude wijsheden worden vervangen. Het geval wil dat er zowel positieve als negatieve externe effecten blijken te zijn. Een positief effect van een goede gezondheidszorg is dat er veel gezonden mensen zijn. Negatief is dat de kosten hoog zijn en dat gedurende het genezingsproces de patiënten inactief zijn. In het geval van werkenden komt daar nog een negatief extern effect bij, namelijk de dure inkomensvervangende uitkeringen. Artsen bekommeren zich in principe niet om dergelijke negatieve externe effecten. Zij hebben de Eed van Hippocrates gezworen en moeten zieken genezen. Artsen die bij de behandeling van patiënten ook met andere belangen rekening houden, worden gewantrouwd. Dat geld met name voor verzekeringsartsen en bedrijfsartsen.

Vroeger stonden verzekeringsartsen bekend als halve mislukkelingen. Zij waren wel arts, maar geen volwaardige. Zij hoorden er niet helemaal bij. Hun positie was vergelijkbaar met die van de sportverslaggevers onder de journalisten en die van de boekrecensenten onder de schrijvers. Het vak is zich echter aan het profileren, onder andere met behulp van een beroepsvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG). Van iemand uit dit gezelschap las ik dat je het werk dat zij doen niet moet overlaten aan uitgebluste medische specialisten of huisartsen, maar dat je er gekwalificeerde professionals voor nodig hebt. Zo ontstaan nieuwe beroepen. Een groepje mensen beweert dat zij de enigen zijn die een bepaalde activiteit goed kunnen uitvoeren en dat mensen die niet tot hun club horen, daarom die activiteit niet zouden moeten of mogen doen. Om deze claim op het beroepsdomein door de rest van de maatschappij geaccepteerd te krijgen, moet je a) gebruik maken van de omstandigheden en b) indruk maken. De omstandigheden voor de NVVG zijn gunstig gezien de jarenlange commotie over de omvang en kosten van de WAO. Om indruk te maken heeft de NVVG de volgende doelstelling geformuleerd:

De NVVG stelt zich tot doel het bevorderen van de verzekeringsgeneeskunde in de breedst mogelijke zin. Zij hoopt zo te bewerkstelligen dat middels een kwalitatief hoogstaande claimbeoordeling de instroom in arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt beperkt en optimale reïntegratie wordt bevorderd. Dit betekent dat zij zich inspant om de wetenschappelijke basis waarop de verzekeringsarts zijn oordeel stoelt te verbreden en te verdiepen en via intensief contact met de politiek, de wetgever, zuster vakorganisaties en diverse maatschappelijke instellingen haar relevante plaats in de sociale geneeskunde uit te dragen en te verstevigen.

Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het verhaal van minister De Geus in reactie op de vragen over de overeenkomst tussen het UWV en Lourdes. Wat opvalt is dat de NVVG-ers zich kennelijk als beginnelingen beschouwen. Zij moeten hun plaats nog veroveren en – wat bedenkelijker is – zij moeten nog sleutelen aan de wetenschappelijke basis van hun professie. Welke kant dat opgaat, is wel duidelijk. In UWVPerspectief staat de volgende zin: Iemand hoeft niet eens genezen te zijn om toch te kunnen werken. Sterker nog: soms wordt iemand zelfs beter júíst door te werken. Het idee dat een ziek iemand niet per se thuis in bed hoeft te liggen om weer beter te worden, heeft in de bedrijfsgeneeskunde opgang gemaakt. Als iemand een burn out heeft, of lijdt aan stress doordat hij de werkdruk niet aankan, dan zou deze persoon volgens de bedrijfsartsen en ‑psychologen van tegenwoordig juist niet met ziekteverzuim moeten gaan, want de oorzaak van de problemen liggen in de werksituatie en niet thuis. Zo vang je twee vliegen in één klap: ten eerste zal de ziekteperiode korter worden door de betere behandelingsmethode, hetgeen het positieve externe effect van de gezondheidszorg vergroot, ten tweede zullen de zieken al tijdens hun genezingsperiode aan het werk gaan, hetgeen een negatief extern effect verkleint. Het belang van patiënt en dat van de maatschappij vallen prachtig samen. Als dat ook nog wetenschappelijk wordt onderbouwd, dan hebben de verzekerings- en bedrijfsgeneeskundigen echt een verschil gemaakt met de huisartsen en specialisten.

Een teken dat verzekeringsarts een volwaardig professie is geworden, is dat een van hen vorige maand een waarschuwing van het medisch tuchtcollege heeft gekregen. Hij had de klachten van iemand die bij een auto-ongeluk een whiplash had opgelopen, niet serieus genomen. Dit voorval laat zien waar het addertje onder het gras zit. De belangen van de patiënt en de maatschappij zijn niet altijd gelijk. Als artsen rekening gaan houden met het belang van de maatschappij (of van een bedrijf of een verzekeringsmaatschappij), dan ontstaat de kans dat de belangen van de patiënten in de knel komen. Wellicht dat bij de wetenschappelijk onderbouwing van de verzekeringsgeneeskunde aandacht aan de aspecten kwaliteit en volgtijdelijkheid kan worden geschonken: zorg voor een optimaal en effectief genezingsproces en vervolgens voor een efficiënte reïntegratie.
 
 
********************************************************
Wilt u meer weten over hyperventilatie? Ga naar www.hyperventilatie.org .


© 2006 Ruurd Kunnen meer Ruurd Kunnen - meer "In de polder"
Beschouwingen > In de polder
Artsen en artsen Ruurd Kunnen
0306 BS Polder
Het verschil tussen een huisarts of een specialist en een verzekeringsarts is dat de huisarts en de specialist alleen met het belang van de patiënt rekening houden en de verzekeringsarts daarnaast ook met het belang van de maatschappij. Dat las ik in het blaadje UWVPerspectief (nummer 4, december 2005) dat wordt toegezonden aan mensen in de WAO.
Ik heb deze boodschap lang op mij in laten werken. Zijn gezonde mensen soms niet in het belang van de maatschappij?

In eerste instantie ben je geneigd het UWV te wantrouwen. De instelling wordt wel eens met Lourdes vergeleken, vanwege de wonderbaarlijke genezingen die er schijnen plaats te vinden. Soms gaan cliënten volledig arbeidsongeschikt naar binnen om het gebouw een uurtje later volledig arbeidsgeschikt te verlaten. Degenen die dit ‘geluk’ beschoren is, verliezen hun WAO-uitkering. Zij moeten op zoek naar een baan en als zij die niet vinden, zijn ze op de bijstand aangewezen. Dat heeft al voor veel leed gezorgd. Gezinnen moesten verhuizen naar een goedkopere woning, lidmaatschappen van sportverenigingen en bibliotheken moesten worden opgezegd en een enkeling schijnt zo ten einde raad te zijn geweest dat hij een einde aan zijn leven heeft gemaakt. Minister De Geus werd voor de televisie om een reactie op deze voorbeelden gevraagd. Zijn antwoord was even voorspelbaar als ontluisterend: de minister wilde slechts in algemene zin over de problematiek praten. Hij zou geen uitspraak doen over individuele cases omdat die onder de verantwoordelijkheid van de UWV vielen en hij zich daar niet in wilde mengen. Vervolgens kwam een verhaal over de inzet van de mensen van het UWV, de kosten van de WAO en het gebrek aan goede arbeidskrachten terwijl duizenden passief aan de kant staan. Meer to the point was een uiteenzetting geweest over veranderende inzichten in ziekte en gebreken van werkende mensen en moderne therapieën. Die vormden namelijk de achtergrond van de stelling in UWVPerspectief dat artsen en specialisten te weinig rekening houden met het maatschappelijk belang. Waarschijnlijk heeft de minister er bewust van afgezien hier iets over te zeggen. Hij zou zich hebben gemengd in zaken waar hij niet over gaat en bovendien zou hij een storm van kritiek uit de Tweede Kamer over zich heen hebben gekregen.

Artsen zorgen ervoor dat zieke mensen beter worden. De gezondheidszorg is gericht op individuele mensen, maar komt de hele maatschappij ten goede. Economen noemen dat ‘externe effecten’. Voor de overheid zijn die externe effecten altijd een goede reden geweest om een belangrijk deel van de kosten van de gezondheidszorg op zich te nemen. Een andere goede reden is het rechtvaardigheidsprincipe: iedereen, arm en rijk, heeft recht op een goede gezondheidszorg.

Volgens deze oude wijsheden handelt een huisarts of specialist dus wel degelijk in het belang van de maatschappij als hij of zij een individuele patiënt behandelt. Inzicht schrijdt echter voort en oude wijsheden worden vervangen. Het geval wil dat er zowel positieve als negatieve externe effecten blijken te zijn. Een positief effect van een goede gezondheidszorg is dat er veel gezonden mensen zijn. Negatief is dat de kosten hoog zijn en dat gedurende het genezingsproces de patiënten inactief zijn. In het geval van werkenden komt daar nog een negatief extern effect bij, namelijk de dure inkomensvervangende uitkeringen. Artsen bekommeren zich in principe niet om dergelijke negatieve externe effecten. Zij hebben de Eed van Hippocrates gezworen en moeten zieken genezen. Artsen die bij de behandeling van patiënten ook met andere belangen rekening houden, worden gewantrouwd. Dat geld met name voor verzekeringsartsen en bedrijfsartsen.

Vroeger stonden verzekeringsartsen bekend als halve mislukkelingen. Zij waren wel arts, maar geen volwaardige. Zij hoorden er niet helemaal bij. Hun positie was vergelijkbaar met die van de sportverslaggevers onder de journalisten en die van de boekrecensenten onder de schrijvers. Het vak is zich echter aan het profileren, onder andere met behulp van een beroepsvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG). Van iemand uit dit gezelschap las ik dat je het werk dat zij doen niet moet overlaten aan uitgebluste medische specialisten of huisartsen, maar dat je er gekwalificeerde professionals voor nodig hebt. Zo ontstaan nieuwe beroepen. Een groepje mensen beweert dat zij de enigen zijn die een bepaalde activiteit goed kunnen uitvoeren en dat mensen die niet tot hun club horen, daarom die activiteit niet zouden moeten of mogen doen. Om deze claim op het beroepsdomein door de rest van de maatschappij geaccepteerd te krijgen, moet je a) gebruik maken van de omstandigheden en b) indruk maken. De omstandigheden voor de NVVG zijn gunstig gezien de jarenlange commotie over de omvang en kosten van de WAO. Om indruk te maken heeft de NVVG de volgende doelstelling geformuleerd:

De NVVG stelt zich tot doel het bevorderen van de verzekeringsgeneeskunde in de breedst mogelijke zin. Zij hoopt zo te bewerkstelligen dat middels een kwalitatief hoogstaande claimbeoordeling de instroom in arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt beperkt en optimale reïntegratie wordt bevorderd. Dit betekent dat zij zich inspant om de wetenschappelijke basis waarop de verzekeringsarts zijn oordeel stoelt te verbreden en te verdiepen en via intensief contact met de politiek, de wetgever, zuster vakorganisaties en diverse maatschappelijke instellingen haar relevante plaats in de sociale geneeskunde uit te dragen en te verstevigen.

Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het verhaal van minister De Geus in reactie op de vragen over de overeenkomst tussen het UWV en Lourdes. Wat opvalt is dat de NVVG-ers zich kennelijk als beginnelingen beschouwen. Zij moeten hun plaats nog veroveren en – wat bedenkelijker is – zij moeten nog sleutelen aan de wetenschappelijke basis van hun professie. Welke kant dat opgaat, is wel duidelijk. In UWVPerspectief staat de volgende zin: Iemand hoeft niet eens genezen te zijn om toch te kunnen werken. Sterker nog: soms wordt iemand zelfs beter júíst door te werken. Het idee dat een ziek iemand niet per se thuis in bed hoeft te liggen om weer beter te worden, heeft in de bedrijfsgeneeskunde opgang gemaakt. Als iemand een burn out heeft, of lijdt aan stress doordat hij de werkdruk niet aankan, dan zou deze persoon volgens de bedrijfsartsen en ‑psychologen van tegenwoordig juist niet met ziekteverzuim moeten gaan, want de oorzaak van de problemen liggen in de werksituatie en niet thuis. Zo vang je twee vliegen in één klap: ten eerste zal de ziekteperiode korter worden door de betere behandelingsmethode, hetgeen het positieve externe effect van de gezondheidszorg vergroot, ten tweede zullen de zieken al tijdens hun genezingsperiode aan het werk gaan, hetgeen een negatief extern effect verkleint. Het belang van patiënt en dat van de maatschappij vallen prachtig samen. Als dat ook nog wetenschappelijk wordt onderbouwd, dan hebben de verzekerings- en bedrijfsgeneeskundigen echt een verschil gemaakt met de huisartsen en specialisten.

Een teken dat verzekeringsarts een volwaardig professie is geworden, is dat een van hen vorige maand een waarschuwing van het medisch tuchtcollege heeft gekregen. Hij had de klachten van iemand die bij een auto-ongeluk een whiplash had opgelopen, niet serieus genomen. Dit voorval laat zien waar het addertje onder het gras zit. De belangen van de patiënt en de maatschappij zijn niet altijd gelijk. Als artsen rekening gaan houden met het belang van de maatschappij (of van een bedrijf of een verzekeringsmaatschappij), dan ontstaat de kans dat de belangen van de patiënten in de knel komen. Wellicht dat bij de wetenschappelijk onderbouwing van de verzekeringsgeneeskunde aandacht aan de aspecten kwaliteit en volgtijdelijkheid kan worden geschonken: zorg voor een optimaal en effectief genezingsproces en vervolgens voor een efficiënte reïntegratie.
 
 
********************************************************
Wilt u meer weten over hyperventilatie? Ga naar www.hyperventilatie.org .
© 2006 Ruurd Kunnen
powered by CJ2