archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 11
Jaargang 20
9 maart 2023
Beschouwingen > De verbazing delen printen terug
Gevonden voorwerpen Rob van Olphen

2011BS Gevonden
42 jaar heb ik mijn beroep als ambulante handelaar (marktkoopman) uitgeoefend op verschillende markten:
Den Haag, Rotterdam, Scheveningen, Loosduinen, Delft, Vlaardingen, Hoek van Holland, Utrecht, Gouda, Leiden, Zoetermeer, Oegstgeest, Amsterdam.
 
Zowel als vaste standhouder, en als meeloper. Iedere ochtend om 5 uur 15 uit de veren en als je geluk had om 19 uur weer bij moeders thuis. In het donker de weg op en in het donker weer thuis. Misschien had ik beter naar mijn lieve oude Oma moeten luisteren. Toen ik haar vertelde dat ik op de markt ging staan keek ze me aan met de mededeling: 'Met zo'n gezicht kan je gemakkelijk bij Vroom en Dreesman gaan werken!'

De klimatologische omstandigheden op de markt waren nogal wisselend, maar zelden prettig. Ik nam altijd mijn eigen broodtrommel mee naar mijn werk, soms was mijn brood een tosti, en in de winter was het bevroren.

Klanten

Als je op de markt staat, ben je ook een beetje eigendom van het publiek. Dat valt niet altijd mee. Vaak ben je een klaagmuur, vraagbaak, of uithuiladres. Ik heb alle soorten klanten aan mijn kraam gehad, Burgemeesters, BN’ers, toeristen van vele nationaliteiten, en natuurlijk burgers met uiteenlopende dialecten.

Vaak gebeurde het dat mijn klanten van alles en nog wat per abuis op mijn kraam achterlieten. Meestal paraplu’s, tasjes met boodschappen, portemonnees, of bloemen.  Ook een keer een diepvrieskip. Gelukkig werden de vergeten spullen meestal weer snel opgehaald, maar het gebeurde ook wel eens dat ze bleven liggen. Dan nam ik de spullen weer mee naar de eerstvolgende markt, met de hoop dat dat de eigenaar zijn vergeten spullen op kwam halen. Het is te veel om alles te vermelden, wat op mijn kraam is achtergebleven, maar een paar wil ik wel vermelden.

Kar met kaas

Een grote boodschappenkar, vol met groenten en een enorme grote meikaas. Ik heb de kar halverwege op het looppad gedeponeerd in de hoop dat de eigenaar hem terug zou vinden. Helaas kwam er niemand opdagen. Ik heb de Meikaas mee naar huis genomen, want die moest in de koeling. We hebben daar wekenlang dagelijks van genoten. De volgende markt  heb ik die kar, ditmaal zonder kaas, weer op het pad gezet. Weer geen reactie! Tot drie keer toe heb ik dat zo geprobeerd.

Een week later kwam ik toevallig bij een kaasboer en vertelde mijn verhaal. 'Ja' zei hij, 'ik had een klant die  haar boodschappenkar kwijt was. Zij heeft weer een nieuwe meikaas gekocht.' Ik zei: 'als die klant nog eens langs komt, dan kan ze haar volle kar bij me ophalen, maar zonder meikaas.' Helaas heeft ze nooit die boodschappenkar opgehaald.

Op een ochtend vond ik een portemonnee gevuld met €775. Ik heb het marktkantoor gebeld of er een melding was. Die was er niet. Laat in de middag komt een klant langs met de vraag of ik misschien zijn portemonnee gevonden had. Ik herkende hem van de pasfoto, die in de portemonnee zat en zei: 'alstublieft, hier heb je je portemonnee terug.' Meneer nam niet eens de moeite om dankjewel te zeggen.
Vanaf dat moment riep ik hem iedere keer als hij mijn kraam passeerde toe: 'hé, vergeet je portemonnee niet!'

Op een maandagochtend in Den Haag vond ik een polstasje gevuld met vele 'vuurtorens' (biljetten van 250 gulden). Een paar duizend gulden! Een tijdje later komt er een vrouw doodsbleek aangerend. 'Heeft U mijn tasje gevonden?' Ik heb het haar overhandigd. Ze was helemaal opgelucht en gaf mijn vrouw een paar innige kussen. Ik zei: ‘Niet zij maar ik heb het gevonden!’ Wat bleek? Mevrouw had zoveel geld bij zich omdat ze op weg was om tickets te kopen voor een reis naar Suriname voor een grote familie. 

Ik vond een portemonnee, gelukkig met een telefoonnummer. De dame kwam het bij ons thuis ophalen. Ze wilde €25 geven voor een flesje wijn, maar wij drinken geen alcohol en ik wilde ook het geld niet. Het is toch normaal dat je het aan de eigenaar terug geeft. Ze bleef maar aandringen, maar ik heb het niet aangenomen. Toen ze was vertrokken, had ze alsnog de €25 door de brievenbus gedeponeerd.

Mijn marktcollega’s hebben mij wel eens gevraagd tot welke religie ik behoor. Ik heb ze geantwoord: ‘Behandel een ander, zoals je zelf behandeld wil worden’!

----------

De tekening is van Katharina Kouwenhoven.



© 2023 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "De verbazing"
Beschouwingen > De verbazing
Gevonden voorwerpen Rob van Olphen
2011BS Gevonden
42 jaar heb ik mijn beroep als ambulante handelaar (marktkoopman) uitgeoefend op verschillende markten:
Den Haag, Rotterdam, Scheveningen, Loosduinen, Delft, Vlaardingen, Hoek van Holland, Utrecht, Gouda, Leiden, Zoetermeer, Oegstgeest, Amsterdam.
 
Zowel als vaste standhouder, en als meeloper. Iedere ochtend om 5 uur 15 uit de veren en als je geluk had om 19 uur weer bij moeders thuis. In het donker de weg op en in het donker weer thuis. Misschien had ik beter naar mijn lieve oude Oma moeten luisteren. Toen ik haar vertelde dat ik op de markt ging staan keek ze me aan met de mededeling: 'Met zo'n gezicht kan je gemakkelijk bij Vroom en Dreesman gaan werken!'

De klimatologische omstandigheden op de markt waren nogal wisselend, maar zelden prettig. Ik nam altijd mijn eigen broodtrommel mee naar mijn werk, soms was mijn brood een tosti, en in de winter was het bevroren.

Klanten

Als je op de markt staat, ben je ook een beetje eigendom van het publiek. Dat valt niet altijd mee. Vaak ben je een klaagmuur, vraagbaak, of uithuiladres. Ik heb alle soorten klanten aan mijn kraam gehad, Burgemeesters, BN’ers, toeristen van vele nationaliteiten, en natuurlijk burgers met uiteenlopende dialecten.

Vaak gebeurde het dat mijn klanten van alles en nog wat per abuis op mijn kraam achterlieten. Meestal paraplu’s, tasjes met boodschappen, portemonnees, of bloemen.  Ook een keer een diepvrieskip. Gelukkig werden de vergeten spullen meestal weer snel opgehaald, maar het gebeurde ook wel eens dat ze bleven liggen. Dan nam ik de spullen weer mee naar de eerstvolgende markt, met de hoop dat dat de eigenaar zijn vergeten spullen op kwam halen. Het is te veel om alles te vermelden, wat op mijn kraam is achtergebleven, maar een paar wil ik wel vermelden.

Kar met kaas

Een grote boodschappenkar, vol met groenten en een enorme grote meikaas. Ik heb de kar halverwege op het looppad gedeponeerd in de hoop dat de eigenaar hem terug zou vinden. Helaas kwam er niemand opdagen. Ik heb de Meikaas mee naar huis genomen, want die moest in de koeling. We hebben daar wekenlang dagelijks van genoten. De volgende markt  heb ik die kar, ditmaal zonder kaas, weer op het pad gezet. Weer geen reactie! Tot drie keer toe heb ik dat zo geprobeerd.

Een week later kwam ik toevallig bij een kaasboer en vertelde mijn verhaal. 'Ja' zei hij, 'ik had een klant die  haar boodschappenkar kwijt was. Zij heeft weer een nieuwe meikaas gekocht.' Ik zei: 'als die klant nog eens langs komt, dan kan ze haar volle kar bij me ophalen, maar zonder meikaas.' Helaas heeft ze nooit die boodschappenkar opgehaald.

Op een ochtend vond ik een portemonnee gevuld met €775. Ik heb het marktkantoor gebeld of er een melding was. Die was er niet. Laat in de middag komt een klant langs met de vraag of ik misschien zijn portemonnee gevonden had. Ik herkende hem van de pasfoto, die in de portemonnee zat en zei: 'alstublieft, hier heb je je portemonnee terug.' Meneer nam niet eens de moeite om dankjewel te zeggen.
Vanaf dat moment riep ik hem iedere keer als hij mijn kraam passeerde toe: 'hé, vergeet je portemonnee niet!'

Op een maandagochtend in Den Haag vond ik een polstasje gevuld met vele 'vuurtorens' (biljetten van 250 gulden). Een paar duizend gulden! Een tijdje later komt er een vrouw doodsbleek aangerend. 'Heeft U mijn tasje gevonden?' Ik heb het haar overhandigd. Ze was helemaal opgelucht en gaf mijn vrouw een paar innige kussen. Ik zei: ‘Niet zij maar ik heb het gevonden!’ Wat bleek? Mevrouw had zoveel geld bij zich omdat ze op weg was om tickets te kopen voor een reis naar Suriname voor een grote familie. 

Ik vond een portemonnee, gelukkig met een telefoonnummer. De dame kwam het bij ons thuis ophalen. Ze wilde €25 geven voor een flesje wijn, maar wij drinken geen alcohol en ik wilde ook het geld niet. Het is toch normaal dat je het aan de eigenaar terug geeft. Ze bleef maar aandringen, maar ik heb het niet aangenomen. Toen ze was vertrokken, had ze alsnog de €25 door de brievenbus gedeponeerd.

Mijn marktcollega’s hebben mij wel eens gevraagd tot welke religie ik behoor. Ik heb ze geantwoord: ‘Behandel een ander, zoals je zelf behandeld wil worden’!

----------

De tekening is van Katharina Kouwenhoven.

© 2023 Rob van Olphen
powered by CJ2