archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 2
Jaargang 20
27 oktober 2022
Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Strandrace Thomas van der Steen

2002BZ StrandraceNa 10 dagen Jutland heb ik het antwoord op alle crises die Nederland gijzelen: minder inwoners. De rust en ruimte hier zijn een verademing. De infrastructuur is in topconditie, logisch, als er weinig auto’s rijden slijt het wegdek nauwelijks en er hoeft ook niet wéér een rijstrook bij. De steden ademen een dorps, knus karakter. Natuurlijk is het druk in de centra van Aabenraa, Aalborg en Aarhus maar er zijn geen drommen, geen onafzienbare rijen, geen wachttijden en alles gaat ordelijk. Tja, wat wil je, Nederland telt 430 inwoners per vierkante kilometer, Denemarken maar 130.
Overbodig te melden dat het de omgang en sfeer relaxter en vrediger maakt.

Fanø

Op de laatste dag van onze reis doen we het eiland Fanø aan, een waddeneiland voor de kust van Esbjerg. Het is een overtocht van niks, de ferry legt binnen 10 minuten aan in Nordby. Eigenlijk stelt het eiland zelf ook niet veel voor want het meet 12 bij 4, in kilometers.
Vanaf de kade fietsen we naar het zuiden, het dichtst mogelijk langs de oostkust. Langs malende koeien komen we bij een strandje. Een vervallen bunker van de Atlantikwall kijkt uit op de haven van Esbjerg. Daar liggen de gebouwen van Vestas die de opbrengst van windturbines verzamelen en weer verdelen. Heel Denemarken is vergeven van enorme windmolens en dat die energie schoon is wordt hier overduidelijk. Het witte complex steekt smetteloos af tegen de blauwe lucht. Bijna 50% van het energieverbruik in Denemarken wordt gedekt door de wind.

De weg naar het dorp Sønderho is recht en saai. Het dorp is dat allerminst, kleine huisjes in Scandinavische kleuren liggen verstrooid aan smalle straatjes die allemaal naar de zeedijk kronkelen. Het is een fietsknooppunt en lunchtijd dus het wemelt van stelletjes en groepen fietsers op de terrassen. Wij kopen brood en tonijnsalade en lunchen op een bankje aan de dijk. We fietsen langs die dijk naar het uiterste puntje van het eiland. We zijn alleen op de grens van de eeuwigheid. Land en zee vloeien in elkaar over, er is niets dat wijst op de aanwezigheid van de mens en een golf van nietigheid overspoelt ons.

Over het strand terug

We willen terug via de westkust maar kunnen het beloofde fietspad niet vinden. De routekaart en google maps zijn toch duidelijk, strak aan de zee moet het liggen. We vragen de vrouw van het souvenirwinkeltje of zij het weet. ‘The beach, the beach is your trail’, en wijst naar het westen. En inderdaad, het parkeerterrein bij de duinen geeft een brede toegang tot een onmetelijk strand. Het zijn de Wadden, het is eb, de ruimte is sensationeel. Als ik over de startbaan van vliegbasis Soesterberg heb gefietst vermeld ik altijd met trots dat daar het breedste fietspad van de wereld ligt maar dat neem ik bij deze terug.
De straffe noordenwind deert ons niet, we zoeven elektrisch ondersteund voort. De hemel is blauw op een paar witte dotten na, de vergezichten oeverloos, het maakt de ervaring onvergetelijk.

Aan de ogenschijnlijke oneindigheid komt toch een eind. We naderen de tweede doorgang door de duinen, tien kilometer verder. Van ver zien we enorme ballonnen zweven: een roze uil, een oranje octopus en een groene dino. Als we dichterbij komen zijn zien we dat er een zeil- en surfschool is. Opeens dendert er een zeilwagen over het natte zand ons tegemoet, blijkbaar wordt ook in die discipline les gegeven.
We verlaten het fietswalhalla en steken het eiland over naar Nordby en zijn veerpont. De Tour de France startte dit jaar in Denemarken en dat de wielrenners niet over dit strand werden gejaagd is onvergeeflijk.

----------

Plaatje is van de auteur.



© 2022 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Strandrace Thomas van der Steen
2002BZ StrandraceNa 10 dagen Jutland heb ik het antwoord op alle crises die Nederland gijzelen: minder inwoners. De rust en ruimte hier zijn een verademing. De infrastructuur is in topconditie, logisch, als er weinig auto’s rijden slijt het wegdek nauwelijks en er hoeft ook niet wéér een rijstrook bij. De steden ademen een dorps, knus karakter. Natuurlijk is het druk in de centra van Aabenraa, Aalborg en Aarhus maar er zijn geen drommen, geen onafzienbare rijen, geen wachttijden en alles gaat ordelijk. Tja, wat wil je, Nederland telt 430 inwoners per vierkante kilometer, Denemarken maar 130.
Overbodig te melden dat het de omgang en sfeer relaxter en vrediger maakt.

Fanø

Op de laatste dag van onze reis doen we het eiland Fanø aan, een waddeneiland voor de kust van Esbjerg. Het is een overtocht van niks, de ferry legt binnen 10 minuten aan in Nordby. Eigenlijk stelt het eiland zelf ook niet veel voor want het meet 12 bij 4, in kilometers.
Vanaf de kade fietsen we naar het zuiden, het dichtst mogelijk langs de oostkust. Langs malende koeien komen we bij een strandje. Een vervallen bunker van de Atlantikwall kijkt uit op de haven van Esbjerg. Daar liggen de gebouwen van Vestas die de opbrengst van windturbines verzamelen en weer verdelen. Heel Denemarken is vergeven van enorme windmolens en dat die energie schoon is wordt hier overduidelijk. Het witte complex steekt smetteloos af tegen de blauwe lucht. Bijna 50% van het energieverbruik in Denemarken wordt gedekt door de wind.

De weg naar het dorp Sønderho is recht en saai. Het dorp is dat allerminst, kleine huisjes in Scandinavische kleuren liggen verstrooid aan smalle straatjes die allemaal naar de zeedijk kronkelen. Het is een fietsknooppunt en lunchtijd dus het wemelt van stelletjes en groepen fietsers op de terrassen. Wij kopen brood en tonijnsalade en lunchen op een bankje aan de dijk. We fietsen langs die dijk naar het uiterste puntje van het eiland. We zijn alleen op de grens van de eeuwigheid. Land en zee vloeien in elkaar over, er is niets dat wijst op de aanwezigheid van de mens en een golf van nietigheid overspoelt ons.

Over het strand terug

We willen terug via de westkust maar kunnen het beloofde fietspad niet vinden. De routekaart en google maps zijn toch duidelijk, strak aan de zee moet het liggen. We vragen de vrouw van het souvenirwinkeltje of zij het weet. ‘The beach, the beach is your trail’, en wijst naar het westen. En inderdaad, het parkeerterrein bij de duinen geeft een brede toegang tot een onmetelijk strand. Het zijn de Wadden, het is eb, de ruimte is sensationeel. Als ik over de startbaan van vliegbasis Soesterberg heb gefietst vermeld ik altijd met trots dat daar het breedste fietspad van de wereld ligt maar dat neem ik bij deze terug.
De straffe noordenwind deert ons niet, we zoeven elektrisch ondersteund voort. De hemel is blauw op een paar witte dotten na, de vergezichten oeverloos, het maakt de ervaring onvergetelijk.

Aan de ogenschijnlijke oneindigheid komt toch een eind. We naderen de tweede doorgang door de duinen, tien kilometer verder. Van ver zien we enorme ballonnen zweven: een roze uil, een oranje octopus en een groene dino. Als we dichterbij komen zijn zien we dat er een zeil- en surfschool is. Opeens dendert er een zeilwagen over het natte zand ons tegemoet, blijkbaar wordt ook in die discipline les gegeven.
We verlaten het fietswalhalla en steken het eiland over naar Nordby en zijn veerpont. De Tour de France startte dit jaar in Denemarken en dat de wielrenners niet over dit strand werden gejaagd is onvergeeflijk.

----------

Plaatje is van de auteur.

© 2022 Thomas van der Steen
powered by CJ2