archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 17
Jaargang 19
30 juni 2022
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
André Klukhuhn 2 Bram Schilperoord

1916VG KlukTweede vraag: In welk jaar of tijdperk werd voor het eerst het einde van de wereld voorspeld?
Antwoord: In de tijd van Hesiodos (omstreeks 800 v.Chr) werd het einde der tijden al verkondigt.
En Nostradamus (daar is-ie weer) voorspelde in 1558 in een kwatrijn dat in juli van het jaar 1999 (!) de apocalyps zou plaatsvinden waarin de wereld ten onder zou gaan.
Of, wanneer verscheen het eerste wetenschappelijke tijdschrift, en hoeveel verschillende wetenschappelijke tijdschriften verschenen er in 2011?
Eerste antwoord: In 1664 Le Journal des Scavans. En in 2011 verschenen er naar schatting 150.000 verschillende wetenschappelijk tijdschriften,

Verontrustend feit

En dit is geen quizvraag en eigenlijk heeft 't niet veel te maken met het levenswerk van André Klukhuhn, maar wel een voor alle aspirant schrijvers tamelijk verontrustend feit. In 1988, vier-en-dertig jaar geleden dus, verschenen er alleen al in het Nederlandse taalgebied dertienduizend verschillende boeken en geschriften. Daar zaten weliswaar ook alle kook-, tuin-, foto- en kinderboeken bij maar als je dat in mindering brengt blijven er nog altijd duizend werken over die het predicaat literair verdienen. Anno 2022 kun je gerust van een verdubbeling uitgaan.
Bij veel mensen zakt bij het aanzien van zo veel nog te lezen boeken de moed dusdanig in de schoenen dat een bezoek aan de boekhandel en bibliotheek steeds minder in trek raakt.
(Tom Poes was naar de stad gegaan en daar had hij een rustig plekje gezocht in de gemeentebibliotheek. Daar waren alle boeken die er geschreven zijn, en het is dan ook te begrijpen dat er niemand anders was dan hijzelf en de dame die er een oogje op hield).

Peter Watson

André Klukhuhn heeft met De algehele geschiedenis van het denken een indrukwekkend overzicht van het doen en laten van de mensheid gegeven. Hij is niet de enige die deze arbeid verrichtte.
Vóór hem deed o.a. Peter Watson dat met zijn boek Ideeën. Het verschil tussen beiden ligt in de gekozen werkwijze. Daar waar Peter Watson voortschrijdende inzichten in ideeën en theorieën geeft, met voor Klukhuhn's gevoel een erg sterke nadruk op denken, filosofie en ratio, gaat Klukhuhn uit van vier werkelijkheidsgebieden, n.l: wetenschap, kunst, filosofie en godsdienst. Op zijn 878 bladzijden tellende boek geeft Peter Watson een noten-, verwijzingen en bronnenlijst van 140 pagina's, terwijl Klukhuhn op 1085 bladzijden 200 pagina's nodig heeft voor bronvermelding in welke vorm dan ook. Beide auteurs zijn daarmee goed gedocumenteerd aan het werk geweest.

Relativeringsvermogen

Klukhuhn kent meer relativeringsvermogen dan Watson. Zijn laatste citaat getuigt daar ook van: ‘Schrijf het op, smeer je wijsheid uit, kom brullen op mijn stoep. Ik ga naar bed.’
Ook slaat Klukhuhn elke keer weer verrassende wegen in door treffende interpretaties.
Daarom snap ik zijn epiloog niet helemaal: in een citaat weergegeven:’We zullen moeten inzien dat we de natuurlijke uiting zijn van een dieperliggende orde. Uiteindelijk zullen we in onze scheppingsmythe ontdekken dat we toch te verwachten waren’. Toch een vorm van 'intelligent design'? Maar dat zij hem vergeven met het schrijven van dit meesterwerk.



© 2022 Bram Schilperoord meer Bram Schilperoord - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
André Klukhuhn 2 Bram Schilperoord
1916VG KlukTweede vraag: In welk jaar of tijdperk werd voor het eerst het einde van de wereld voorspeld?
Antwoord: In de tijd van Hesiodos (omstreeks 800 v.Chr) werd het einde der tijden al verkondigt.
En Nostradamus (daar is-ie weer) voorspelde in 1558 in een kwatrijn dat in juli van het jaar 1999 (!) de apocalyps zou plaatsvinden waarin de wereld ten onder zou gaan.
Of, wanneer verscheen het eerste wetenschappelijke tijdschrift, en hoeveel verschillende wetenschappelijke tijdschriften verschenen er in 2011?
Eerste antwoord: In 1664 Le Journal des Scavans. En in 2011 verschenen er naar schatting 150.000 verschillende wetenschappelijk tijdschriften,

Verontrustend feit

En dit is geen quizvraag en eigenlijk heeft 't niet veel te maken met het levenswerk van André Klukhuhn, maar wel een voor alle aspirant schrijvers tamelijk verontrustend feit. In 1988, vier-en-dertig jaar geleden dus, verschenen er alleen al in het Nederlandse taalgebied dertienduizend verschillende boeken en geschriften. Daar zaten weliswaar ook alle kook-, tuin-, foto- en kinderboeken bij maar als je dat in mindering brengt blijven er nog altijd duizend werken over die het predicaat literair verdienen. Anno 2022 kun je gerust van een verdubbeling uitgaan.
Bij veel mensen zakt bij het aanzien van zo veel nog te lezen boeken de moed dusdanig in de schoenen dat een bezoek aan de boekhandel en bibliotheek steeds minder in trek raakt.
(Tom Poes was naar de stad gegaan en daar had hij een rustig plekje gezocht in de gemeentebibliotheek. Daar waren alle boeken die er geschreven zijn, en het is dan ook te begrijpen dat er niemand anders was dan hijzelf en de dame die er een oogje op hield).

Peter Watson

André Klukhuhn heeft met De algehele geschiedenis van het denken een indrukwekkend overzicht van het doen en laten van de mensheid gegeven. Hij is niet de enige die deze arbeid verrichtte.
Vóór hem deed o.a. Peter Watson dat met zijn boek Ideeën. Het verschil tussen beiden ligt in de gekozen werkwijze. Daar waar Peter Watson voortschrijdende inzichten in ideeën en theorieën geeft, met voor Klukhuhn's gevoel een erg sterke nadruk op denken, filosofie en ratio, gaat Klukhuhn uit van vier werkelijkheidsgebieden, n.l: wetenschap, kunst, filosofie en godsdienst. Op zijn 878 bladzijden tellende boek geeft Peter Watson een noten-, verwijzingen en bronnenlijst van 140 pagina's, terwijl Klukhuhn op 1085 bladzijden 200 pagina's nodig heeft voor bronvermelding in welke vorm dan ook. Beide auteurs zijn daarmee goed gedocumenteerd aan het werk geweest.

Relativeringsvermogen

Klukhuhn kent meer relativeringsvermogen dan Watson. Zijn laatste citaat getuigt daar ook van: ‘Schrijf het op, smeer je wijsheid uit, kom brullen op mijn stoep. Ik ga naar bed.’
Ook slaat Klukhuhn elke keer weer verrassende wegen in door treffende interpretaties.
Daarom snap ik zijn epiloog niet helemaal: in een citaat weergegeven:’We zullen moeten inzien dat we de natuurlijke uiting zijn van een dieperliggende orde. Uiteindelijk zullen we in onze scheppingsmythe ontdekken dat we toch te verwachten waren’. Toch een vorm van 'intelligent design'? Maar dat zij hem vergeven met het schrijven van dit meesterwerk.

© 2022 Bram Schilperoord
powered by CJ2