archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 1 Jaargang 3 13 oktober 2005 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Misdaadboeken | ||||
Oerhollands? | Theo Capel | |||
'Exotische thriller in beste Nederlandse traditie' staat op de omslag van Rood kwik van Alwin van Ee (Signature, € 14,95). Het is een aanbeveling van de oude meester in het vak Tomas Ross waar ik lang naar heb zitten staren. Wat bedoelt hij hiermee in hemelsnaam?
Rood kwik beschrijft het eerste optreden van Ruben Sender die wordt geïntroduceerd als specialist in gevaarlijk stoffen. 'Het is maar werk' zegt hij er ironisch ter verontschuldiging bij. Een opdracht van een Utrechtse sojafabriek leidt tot een terzijde om het liefje van de directeur op Cuba op te sporen. Die zaak lijkt weer verweven met smokkel van gevaarlijke stoffen, zoals het rode kwik uit de titel dat geschikt zou zijn voor het maken van bommen.
Ruben Sender ontpopt zich meer als privé-detective dan als wetenschapper. Hij is van het type dat de neiging heeft om in meer dan zeven sloten tegelijk te lopen, maar dan gelukkig slechts met één natte voet weer op de kant komt. Hij heeft de habitus van een eeuwige student met spraakgebruik dat is beïnvloed door Bomans, Toonder en Carmiggelt. Echt spannend wordt het niet ondanks een mooi bedachte explosie in de zogenaamde plofsluis die onderdeel vormde van de Hollandse Waterlinie. Het Cubaanse deel van het verhaal is meer een vakantieavontuur dan speurwerk.
Als aardigheid heeft de auteur diverse verwijzingen naar de Nederlandse misdaadroman verwerkt. Zo lijkt de boekhouder van de sojafabriek gemodelleerd naar wijlen Ab Visser en verderop in het verhaal komt een politievrouw voor die Van Houthem heet. Laat ze nu de kleindochter blijken te zijn van commissaris Van Houthem die begin jaren vijftig door Van Eemlandt werd bedacht.
Sender trekt veel op met een vriend die uit België afkomstig is en het hele verhaal is hij gecharmeerd van de secretaresse van de sojafabriek. Pat en Matilde heten ze. 'Wat vormen wij een goed team', zegt Sender tegen het eind. Hij is ervan overtuigd dat ze in de toekomst vaker met zijn drieën klussen zouden klaren. We zullen zien en dan ook maar weer afwachten welk nieuw codebericht Tomas Ross voor de omslag afgeeft.
Schaduwzuster van Simone van der Vlugt (Anthos, € 18,95) is het tweede boek van de schrijfster waarvan de Volkskrant al enigszins mysterieus op het moment van verschijnen wist te vertellen dat ze auteur is van succesvolle trhillers. Tot nu was dat er slechts één, maar dit boek voor oudere meisjes zal ook wel behoorlijk gaan lopen, vooral omdat er steeds meer oudere meisjes lijken rond te lopen.
Humor is iets dat Van der Vlugt lijkt te verafschuwen of misschien is ze zo nuchter dat het gewoon niet in haar opkomt om een grapje te maken. Ze heeft het in dit boek veel te druk om tot in de kleinste, vaak oninteressante, details te vertellen wat zich in het leven van een een-eiige tweeling afspeelt. Zus Marjolein is lerares en begint het verhaal te vertellen, alles in de tegenwoordige tijd wat zo'n hijgerige indruk maakt. Zus Marieke die fotografe is, neemt het verhaal over na de dood van of liever de moord op Marjolein, hoewel in een soort terugblik Marjolein zelf ook aan het woord blijft. Dat is een schrijftechnische truc waar op zich niks tegen is, maar waarvan je wel moet houden.
Het vreemde is dat de moord op Zus één eigenlijk nauwelijks rimpelingen geeft, om van emoties maar te zwijgen. Het lijkt erop dat het meer een middel is om het verhaal op gang te houden, dan het drama dat het natuurlijk is. Het spannende begin met een onaangename Marokkaanse jongen die Marjolein in de klas met een mes bedreigt, loopt uit in wat je misschien wel Hollandse stroperigheid moet noemen. Maar alle huis-tuin-en-keuken-besognes maken mogelijk voor lezeressen veel goed. Het ontneemt wel zicht op de vraag wie het gedaan heeft en vooral waarom.
|
||||
© 2005 Theo Capel | ||||
powered by CJ2 |