archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 19
28 april 2022
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Wolven, zeearenden en visarenden Arie de Jong

1913VG Wolven etc
Ooit was ik op excursie in de Oostvaardersplassen. Dat is een bijzonder gebied. We reden rond, onder leiding van een boswachter, in een kar met een stuk of acht bezoekers. Het was een mooie tocht, op zondagochtend in juli, ik kan het iedereen aanraden. Op een gegeven moment wees de boswachter op een vogel, hoog in de lucht. Met trots liet hij weten dat de zeearend op ons neerkeek. Graag had men in de Oostvaardersplassen ook de visarend gehad, liefst als broedpaar. Daar leek het even op, maar helaas. De eerste broed was in de Biesbosch, in 2016. Maar een zeearend is ook heel mooi. De top van de ecologische keten.

Het is opmerkelijk dat veel mensen veel waarde hechten aan het voorkomen van dieren die in de top van de ecologische keten staan. Dat betekent vrijwel altijd dat deze dieren veel andere dieren oppeuzelen. Het zijn nooit vegetariërs. Als het meezit, dan eten ze zelfs dieren die op hun beurt ook weer andere dieren eten. En dat maakt het wat mij betreft controversieel. Helaas zijn zulke zeldzame dieren die boven aan de keten staan altijd beschermde diersoorten, en niet de dieren die opgegeten worden. Wat is het toch dat aan het leven van vele honderden dieren per jaar die opgegeten worden door een roofvogel of een roofdier minder waarde wordt gehecht dan aan het voorkomen van zo’n roofvogel of roofdier?

De wolf

Neem de wolf. Vroeger kwam die natuurlijk al in Nederland voor, maar de wolf verdween. In de loop van de negentiende eeuw verdween de wolf uit Nederland. De laatste moet zijn waargenomen bij Heeze in 1897. Als je een wolf wilde zien, moest je naar de dierentuin. Daar waren ze nog wel.
Jarenland werd de wolf niet gemist, maar gaandeweg kwamen er stemmen op om de wolf weer te introduceren in Nederland. Het kwam er niet van, maar de wolf kwam uit zichzelf. Eerst eentje, enkele jaren geleden, en telkens waren er meer. Op een gegeven moment was er een paartje dat ook nakomelingen kreeg. Sommige mensen waren hier heel blij mee, anderen vonden het maar niets. Boeren en schaapherders zagen er niets in dat de wolf weer in Nederland was. Want wolven hebben niet genoeg aan een doelgerichte maaltijd, soms bijten ze meer beesten dood zonder die op te eten. Moordenaars. Er gingen stemmen op dat wolven hier in Nederland niet meer thuishoren en dat ze geen beschermde status meer mogen hebben. Je zou ze moeten kunnen afschieten. Dat mag niet, dus de dode wolven die worden gevonden worden door auto’s gegrepen. Zegt men.
Laat ik er niet omheen draaien, bij mij in huis gaat gejuich op bij elke dode wolf. Wij vinden het gewetenloze moordenaars en kiezen liever de kant van de schapen en andere vegetarische dieren, weerloos tegen de dagelijkse moordzucht van de wolf.

De dodaars

We zijn ook blij dat er in Nederland geen leeuwen, tijgers, beren en ander gespuis rondloopt. Het is al erg genoeg dat vossen overal kippen en konijnen verorberen. Ik word juist blij van dieren die aan zichzelf genoeg hebben (en eten van planten, gras, vruchten, noem maar op). Pasgeleden werd ik met een groepje rondgeleid in Oostbroek, een landgoed bij Utrecht waar het Utrechts Landschap kantoor houdt in het hoofdgebouw. In dat landgoed had men een poosje geleden een afgraving gemaakt om de loop van de Rijn tien eeuwen terug te imiteren. Je kunt je vraagtekens zetten bij het nut daarvan, maar laten we aannemen dat het ook het waterbergend vermogen ten goede komt. Het gaat me bovendien om het watervogeltje waarvan een paar op het water was: de dodaars. Dat is een kleine fuut. Op zijn achterste zitten wat donsachtige veertjes en daar moet het dier zijn naam aan te danken hebben: dod of dot (plukje) en aars (op zijn gat). Een schuw beestje, kleinere watervogels tref je in Nederland niet aan. Zo’n beestje zie ik liever dan een snoek die hem graag zal willen opeten.

De lezer zal zeggen: prachtig, zo’n verhaal, ontroerend bijna, maar hoe zit het dan met de mens? Want erger dan wolven, visarenden, zeearenden, snoeken en vossen bij elkaar is de mens. De mens vindt dat hij alles mag op deze wereld en ook dat hij al die andere dieren mag opeten. Wat moeten we volgens jou dan aan met de mens? De mens is zo erg, een diersoort die zonder al te veel gewetenswroeging zijn soortgenoten vermoord en dan heel ethisch doet dat hij ze niet opeet. Want kannibalisme, dat is onbeschaafd.

Helaas, ik moet het antwoord schuldig blijven.

----------

De tekening is van Coc van Duijn.
Meer informatie: http://cocvanduijn.nl/



© 2022 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Wolven, zeearenden en visarenden Arie de Jong
1913VG Wolven etc
Ooit was ik op excursie in de Oostvaardersplassen. Dat is een bijzonder gebied. We reden rond, onder leiding van een boswachter, in een kar met een stuk of acht bezoekers. Het was een mooie tocht, op zondagochtend in juli, ik kan het iedereen aanraden. Op een gegeven moment wees de boswachter op een vogel, hoog in de lucht. Met trots liet hij weten dat de zeearend op ons neerkeek. Graag had men in de Oostvaardersplassen ook de visarend gehad, liefst als broedpaar. Daar leek het even op, maar helaas. De eerste broed was in de Biesbosch, in 2016. Maar een zeearend is ook heel mooi. De top van de ecologische keten.

Het is opmerkelijk dat veel mensen veel waarde hechten aan het voorkomen van dieren die in de top van de ecologische keten staan. Dat betekent vrijwel altijd dat deze dieren veel andere dieren oppeuzelen. Het zijn nooit vegetariërs. Als het meezit, dan eten ze zelfs dieren die op hun beurt ook weer andere dieren eten. En dat maakt het wat mij betreft controversieel. Helaas zijn zulke zeldzame dieren die boven aan de keten staan altijd beschermde diersoorten, en niet de dieren die opgegeten worden. Wat is het toch dat aan het leven van vele honderden dieren per jaar die opgegeten worden door een roofvogel of een roofdier minder waarde wordt gehecht dan aan het voorkomen van zo’n roofvogel of roofdier?

De wolf

Neem de wolf. Vroeger kwam die natuurlijk al in Nederland voor, maar de wolf verdween. In de loop van de negentiende eeuw verdween de wolf uit Nederland. De laatste moet zijn waargenomen bij Heeze in 1897. Als je een wolf wilde zien, moest je naar de dierentuin. Daar waren ze nog wel.
Jarenland werd de wolf niet gemist, maar gaandeweg kwamen er stemmen op om de wolf weer te introduceren in Nederland. Het kwam er niet van, maar de wolf kwam uit zichzelf. Eerst eentje, enkele jaren geleden, en telkens waren er meer. Op een gegeven moment was er een paartje dat ook nakomelingen kreeg. Sommige mensen waren hier heel blij mee, anderen vonden het maar niets. Boeren en schaapherders zagen er niets in dat de wolf weer in Nederland was. Want wolven hebben niet genoeg aan een doelgerichte maaltijd, soms bijten ze meer beesten dood zonder die op te eten. Moordenaars. Er gingen stemmen op dat wolven hier in Nederland niet meer thuishoren en dat ze geen beschermde status meer mogen hebben. Je zou ze moeten kunnen afschieten. Dat mag niet, dus de dode wolven die worden gevonden worden door auto’s gegrepen. Zegt men.
Laat ik er niet omheen draaien, bij mij in huis gaat gejuich op bij elke dode wolf. Wij vinden het gewetenloze moordenaars en kiezen liever de kant van de schapen en andere vegetarische dieren, weerloos tegen de dagelijkse moordzucht van de wolf.

De dodaars

We zijn ook blij dat er in Nederland geen leeuwen, tijgers, beren en ander gespuis rondloopt. Het is al erg genoeg dat vossen overal kippen en konijnen verorberen. Ik word juist blij van dieren die aan zichzelf genoeg hebben (en eten van planten, gras, vruchten, noem maar op). Pasgeleden werd ik met een groepje rondgeleid in Oostbroek, een landgoed bij Utrecht waar het Utrechts Landschap kantoor houdt in het hoofdgebouw. In dat landgoed had men een poosje geleden een afgraving gemaakt om de loop van de Rijn tien eeuwen terug te imiteren. Je kunt je vraagtekens zetten bij het nut daarvan, maar laten we aannemen dat het ook het waterbergend vermogen ten goede komt. Het gaat me bovendien om het watervogeltje waarvan een paar op het water was: de dodaars. Dat is een kleine fuut. Op zijn achterste zitten wat donsachtige veertjes en daar moet het dier zijn naam aan te danken hebben: dod of dot (plukje) en aars (op zijn gat). Een schuw beestje, kleinere watervogels tref je in Nederland niet aan. Zo’n beestje zie ik liever dan een snoek die hem graag zal willen opeten.

De lezer zal zeggen: prachtig, zo’n verhaal, ontroerend bijna, maar hoe zit het dan met de mens? Want erger dan wolven, visarenden, zeearenden, snoeken en vossen bij elkaar is de mens. De mens vindt dat hij alles mag op deze wereld en ook dat hij al die andere dieren mag opeten. Wat moeten we volgens jou dan aan met de mens? De mens is zo erg, een diersoort die zonder al te veel gewetenswroeging zijn soortgenoten vermoord en dan heel ethisch doet dat hij ze niet opeet. Want kannibalisme, dat is onbeschaafd.

Helaas, ik moet het antwoord schuldig blijven.

----------

De tekening is van Coc van Duijn.
Meer informatie: http://cocvanduijn.nl/

© 2022 Arie de Jong
powered by CJ2