archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 19
28 april 2022
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Je maintiendrai Arie de Jong

1913BS Maintiendrai
Sinds 1815 is ‘je maintiendrai’ aan Nederland verbonden als wapenspreuk. Overgenomen van het huis Oranje-Nassau, dat het weer binnenkreeg toen Willem de Zwijger Prins van Oranje werd. Het is een beetje zot dat die wapenspreuk niet direct vertaald is naar het Nederlands en dat ook op een later moment, toen het Frans in onbruik raakte in de hogere kringen, er niet het idee is opgekomen om de nationale identiteit te benadrukken door als wapenspreuk ‘ik zal handhaven’ te nemen. Ik begrijp dat vóór 1815 er ook een wapenspreuk was. In het Latijn: ‘Concordia res parvae cresdunt’, wat vertaald betekent ‘samenbundeling doet kleine zaken groeien’, en in normaal Nederlands: ‘Eendracht maakt macht’. 

De Kousenband

Ik wil het er niet over hebben dat ‘Eendracht maakt macht’ eigenlijk een betere wapenspreuk voor Nederland zou zijn (met een knipoog naar de Europese Unie) dan de mededeling, in het Frans, dat we zullen handhaven. En ik laat ook terzijde dat de wapenspreuk van het Britse Koningshuis (en daarmee ook in het wapen van het Verenigd Koninkrijk) een pluim verdient door de ironie die het bevat: “Honi soit qui mal y pense”: schande aan degene die er kwaad van denkt. Ook al in het Frans, en dan nog met een spelfout er in (het hoort “honni” te zijn, oppassen dus, met leentaal). De spreuk werd eerst verbonden aan de Orde van de Kousenband, naar zeggen ingesteld bij een bal aan het Engelse hof in 1344, toen koning Edward III meende galant te zijn bij het zien dat de kousenband van Joan van Kent, zijn schoondochter, afzakte. Hij was zo vriendelijk die weer goed om haar been te gespen. In een andere versie van het verhaal raapte hij die kousenband op en deed hem om zijn eigen been. Hoe dan ook hield men in die tijd wel van een lolletje en blijkbaar stelde Edward III toen de Orde van de Kousenband in. Een onderscheiding die zelden wordt uitgedeeld en waar je ook niets voor hoeft te doen om die te krijgen. Onze koning Willem Alexander heeft hem ook toegekend gekregen. En het is zeker dat die er niets voor heeft gedaan.

Handhaving

Terug naar ‘je maintiendrai’. Zoals wel vaker een motto, waarbij de daarin uitgesproken wens juist niet (voldoende) wordt gehonoreerd of nageleefd. En zo staan we er ook in Nederland voor. Weinig dingen storen mij zo als het ontbreken van vrijwel alle handhaving. (Het zit me hoog, een paar jaar geleden heb ik daar ook al in een stukje een lans over gebroken.) Veel mensen houden zich wel aan de regels, uit eigen beweging, maar ook niet bij alles. In het verkeer is het misschien wel het ergst. Automobilisten rijden harder dan mag, motorrijders proberen zelfs in de bebouwde kom met gierende motoren in een paar seconden van stilstand voor het verkeerslicht naar 80 km/uur te komen, fietsers steken zelden hun hand uit bij een bocht, veel fietsers rijden in het donker zonder verlichting, brommers zijn opgevoerd, en de brommerrijders dragen bij hoge snelheid toch geen helm, automobilisten en fietsers raadplegen hun smartphone onder het rijden of zijn zelfs bezig berichtjes te tikken, voetgangers en fietsers negeren als het zo uitkomt een rood licht. En dat kan allemaal, omdat er zelden of nooit wordt gehandhaafd.

Honden lopen los waar ze aangelijnd moeten worden, de hondenbezitters negeren de bordjes die daartoe oproepen (vaak een duidelijk pictogram) en hebben er schijt aan. En in het verlengde ervan doet niet iedereen aan de opruimplicht, vooral niet als ze de hond in het donker uitlaten of laten rondrennen.

Veel ondernemers sjoemelen wat met hun omzet om belasting te ontwijken, er wordt ’s avonds en in het weekend naar hartenlust zwart geklust. Vuurwerk, geluidsoverlast, Schiphol, overal houdt het handhaven niet over. Boeren en industrie sjoemelen met hun vervuiling, rommelen met de mestboekhouding, ga maar door. Er valt bijna niet tegenop te handhaven.

Boetes

Het is niet alleen de overheid die het handhaven verwaarloost. Zo verbaas ik me er voortdurend over dat je zo weinig conducteurs ziet in de trein die de ‘vervoersbewijzen’ komen controleren. Vooral als het heel druk is (juist dan moet je er zijn, dacht ik zo) zijn ze in geen velden of wegen te bekennen. In coronatijd leek het wel alsof ze de instructie hadden zich op te sluiten en alleen op een station er even uit te komen om de deuren weer te sluiten. Maar ook in het bedrijfsleven gaat het vaak niet goed. Denk aan de torenhoge boetes die de banken moesten betalen, omdat ze onvoldoende controle uitoefenen op verdachte transacties. Denk aan advocaten die de dienstverlening aan de cliënt uiterst ruim interpreteren. Denk aan de kledingbranche waarbij de verkopende winkels niet echt geïnteresseerd zijn in de uitbuiting in de leveranciersketen.
Voortdurend blijkt dat de handhaving niets voorstelt. Je kunt dat gedogen noemen, maar gedogen is het niet. Het is een vreemde combinatie van regelzucht en het idee dat je toch niet achter alles aan kunt lopen. Tenzij het wat oplevert, dan blijkt het best mogelijk te handhaven. Denk bijvoorbeeld aan de parkeerwachters. Hun werk is immers een verdienmodel.

----------

Han Busstra is verantwoordelijk voor de illustratie.


© 2022 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Je maintiendrai Arie de Jong
1913BS Maintiendrai
Sinds 1815 is ‘je maintiendrai’ aan Nederland verbonden als wapenspreuk. Overgenomen van het huis Oranje-Nassau, dat het weer binnenkreeg toen Willem de Zwijger Prins van Oranje werd. Het is een beetje zot dat die wapenspreuk niet direct vertaald is naar het Nederlands en dat ook op een later moment, toen het Frans in onbruik raakte in de hogere kringen, er niet het idee is opgekomen om de nationale identiteit te benadrukken door als wapenspreuk ‘ik zal handhaven’ te nemen. Ik begrijp dat vóór 1815 er ook een wapenspreuk was. In het Latijn: ‘Concordia res parvae cresdunt’, wat vertaald betekent ‘samenbundeling doet kleine zaken groeien’, en in normaal Nederlands: ‘Eendracht maakt macht’. 

De Kousenband

Ik wil het er niet over hebben dat ‘Eendracht maakt macht’ eigenlijk een betere wapenspreuk voor Nederland zou zijn (met een knipoog naar de Europese Unie) dan de mededeling, in het Frans, dat we zullen handhaven. En ik laat ook terzijde dat de wapenspreuk van het Britse Koningshuis (en daarmee ook in het wapen van het Verenigd Koninkrijk) een pluim verdient door de ironie die het bevat: “Honi soit qui mal y pense”: schande aan degene die er kwaad van denkt. Ook al in het Frans, en dan nog met een spelfout er in (het hoort “honni” te zijn, oppassen dus, met leentaal). De spreuk werd eerst verbonden aan de Orde van de Kousenband, naar zeggen ingesteld bij een bal aan het Engelse hof in 1344, toen koning Edward III meende galant te zijn bij het zien dat de kousenband van Joan van Kent, zijn schoondochter, afzakte. Hij was zo vriendelijk die weer goed om haar been te gespen. In een andere versie van het verhaal raapte hij die kousenband op en deed hem om zijn eigen been. Hoe dan ook hield men in die tijd wel van een lolletje en blijkbaar stelde Edward III toen de Orde van de Kousenband in. Een onderscheiding die zelden wordt uitgedeeld en waar je ook niets voor hoeft te doen om die te krijgen. Onze koning Willem Alexander heeft hem ook toegekend gekregen. En het is zeker dat die er niets voor heeft gedaan.

Handhaving

Terug naar ‘je maintiendrai’. Zoals wel vaker een motto, waarbij de daarin uitgesproken wens juist niet (voldoende) wordt gehonoreerd of nageleefd. En zo staan we er ook in Nederland voor. Weinig dingen storen mij zo als het ontbreken van vrijwel alle handhaving. (Het zit me hoog, een paar jaar geleden heb ik daar ook al in een stukje een lans over gebroken.) Veel mensen houden zich wel aan de regels, uit eigen beweging, maar ook niet bij alles. In het verkeer is het misschien wel het ergst. Automobilisten rijden harder dan mag, motorrijders proberen zelfs in de bebouwde kom met gierende motoren in een paar seconden van stilstand voor het verkeerslicht naar 80 km/uur te komen, fietsers steken zelden hun hand uit bij een bocht, veel fietsers rijden in het donker zonder verlichting, brommers zijn opgevoerd, en de brommerrijders dragen bij hoge snelheid toch geen helm, automobilisten en fietsers raadplegen hun smartphone onder het rijden of zijn zelfs bezig berichtjes te tikken, voetgangers en fietsers negeren als het zo uitkomt een rood licht. En dat kan allemaal, omdat er zelden of nooit wordt gehandhaafd.

Honden lopen los waar ze aangelijnd moeten worden, de hondenbezitters negeren de bordjes die daartoe oproepen (vaak een duidelijk pictogram) en hebben er schijt aan. En in het verlengde ervan doet niet iedereen aan de opruimplicht, vooral niet als ze de hond in het donker uitlaten of laten rondrennen.

Veel ondernemers sjoemelen wat met hun omzet om belasting te ontwijken, er wordt ’s avonds en in het weekend naar hartenlust zwart geklust. Vuurwerk, geluidsoverlast, Schiphol, overal houdt het handhaven niet over. Boeren en industrie sjoemelen met hun vervuiling, rommelen met de mestboekhouding, ga maar door. Er valt bijna niet tegenop te handhaven.

Boetes

Het is niet alleen de overheid die het handhaven verwaarloost. Zo verbaas ik me er voortdurend over dat je zo weinig conducteurs ziet in de trein die de ‘vervoersbewijzen’ komen controleren. Vooral als het heel druk is (juist dan moet je er zijn, dacht ik zo) zijn ze in geen velden of wegen te bekennen. In coronatijd leek het wel alsof ze de instructie hadden zich op te sluiten en alleen op een station er even uit te komen om de deuren weer te sluiten. Maar ook in het bedrijfsleven gaat het vaak niet goed. Denk aan de torenhoge boetes die de banken moesten betalen, omdat ze onvoldoende controle uitoefenen op verdachte transacties. Denk aan advocaten die de dienstverlening aan de cliënt uiterst ruim interpreteren. Denk aan de kledingbranche waarbij de verkopende winkels niet echt geïnteresseerd zijn in de uitbuiting in de leveranciersketen.
Voortdurend blijkt dat de handhaving niets voorstelt. Je kunt dat gedogen noemen, maar gedogen is het niet. Het is een vreemde combinatie van regelzucht en het idee dat je toch niet achter alles aan kunt lopen. Tenzij het wat oplevert, dan blijkt het best mogelijk te handhaven. Denk bijvoorbeeld aan de parkeerwachters. Hun werk is immers een verdienmodel.

----------

Han Busstra is verantwoordelijk voor de illustratie.
© 2022 Arie de Jong
powered by CJ2