![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() Nummer 16 Jaargang 19 16 juni 2022 |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
Mieren | Katharina Kouwenhoven | |||
![]() Ik zit vooral met het tijdsperspectief en met die tussenfasen. Daar wist Karel van het Reve ook geen raad mee: 'Goed, die vleugels bieden voordeel want je kunt er mee vliegen, en dat is een handige wijze van verplaatsing. Maar voordat die vleugels vleugels waren, wat toen? Die vleugels, leert men ons, zijn niet ineens ontstaan, maar geleidelijk. Maar wat moet je nu met nog niet volgroeide vleugels, waar je niet mee vliegen kunt? Fladderen? Zwemmen? Zwaaien naar kennissen?' (Karel van het Reve, Een Dag uit het Leven van de Reuzenkoeskoes (1979). Nu duurt het miljoenen jaren voordat die vleugels er zijn, dus dat is jarenlang getob. Terwijl er een veel snellere manier is om iets te ontwikkelen, namelijk 'leren'. Nu hadden biologen aanvankelijk weinig fiducie in het leervermogen van andere dan menselijke wezens, maar daar zijn ze van teruggekomen. Van hoog tot laag blijken dieren over leervermogen te beschikken, alleen wat je tijdens je leven aan kennis hebt vergaard komt niet in je genen en kun je dus niet doorgeven. Ook daar hebben dieren iets op gevonden. Wat ze zelf geleerd hebben, leren ze aan hun nageslacht. Zo hoef je niet op de evolutie te wachten. Goed bekeken. ---------- De tekening is van de auteur, |
||||
© 2022 Katharina Kouwenhoven | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |