archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 16
Jaargang 19
16 juni 2022
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Klukhuhn (deel 1) Bram Schilperoord

1916VG KlukBij het opruimen van mijn boekenkast kwam ik weer eens voor een paar dilemma's te staan. Kan dit niet weg? En dat? Of die ruim tweehonderd Bruna zwarte beertjes van Simenon’s Maigret, die ik ooit in een vlaag van verzamelwoede had verzameld en al twintig jaar náást mijn boekenkast heb staan. Ook al eens op Marktplaats gezet, waar geen enkele belangstelling voor was.
Hé, daar is dat prachtige boek van André Klukhuhn: 'De Algehele Geschiedenis van het Denken', zijn magnum opus, formaat trottoirtegel, 1270 pagina's dik.
Een overzicht van de belangrijkste dingen die de mens in de loop der eeuwen bij elkaar heeft gedacht via de wetenschap, kunst, filosofie en godsdienst. Ooit zeer onder de indruk kon ik het nu weer niet laten weer eens een blik in dit boek te werpen.
Volgens Klukhuhn zijn dát de vier manieren waarop de mens de werkelijkheid probeert te doorgronden.
De kwantumtheorie, de bio-industrie, het existentialisme, het verband tussen muziek en wiskunde, de relatie tussen bewustzijn en taal, zwarte gaten, wormgaten en de oerknal: you name it, en het staat erin - en helder uitgelegd ook nog.

Minibiografietjes

Wetenschap en kunst, zo betoogt Klukhuhn, zijn altijd tegenstrijdig geweest, maar ze kunnen ook niet zonder elkaar; ze zijn complementair.
Centraal in het boek staat de tweeslachtige verhouding van de mens tot zijn leefwereld: de rede, met de wetenschap als ultieme consequentie, en het gevoel dat in de kunst tot uitdrukking wordt gebracht.
De hoofdstukken zijn gelardeerd met minibiografietjes van zo ongeveer iedereen die op enig moment in de afgelopen 2.500 jaar in de wetenschap, kunst, filosofie of godsdienst iets baanbrekend heeft gedaan.
Geen klein bier dus, met alleen al 61 pagina's verwijzingen en voetnoten, en waarin een kleine duizend personen uitvoerig geciteerd worden, van Achilles, Titus Tatius (6e eeuw v.Chr.) tot Stefan Zweig (20e eeuw). Uiteraard worden Aristoteles, Goethe, Newton, Nietzsche, Schopenhauer en Wittgenstein het meest geciteerd, maar tenorsaxofonist John Coltrane, dichter en schrijvers Gerrit Kouwenaar en F.B. Hotz mogen ook hun zegje doen in dit boek, een werk dat je 'nieuwsgierig' maakt naar de achtergronden en beweegredenen van ons bestaan op aarde, om het maar eens in boekbesprekerstaal te zeggen.

Aangenaam leesbaar

Het boek is ondanks de enigszins pretentieuze titel allerminst zware kost maar in tegendeel aangenaam leesbaar. Hoewel ik eerlijk moet toegeven dat ik niet weer alle 1270 pagina's van boven naar beneden en van links naar rechts gelezen heb. Dat zou me naar schatting vier weken hebben gekost. Mijn leessysteem komt er op neer dat ik de eerste twee of drie bovenste regels van elke bladzij lees, gevolgd door de onderste paar regels. Ik kijk terloops even naar de resterende tekst, dus tussen de bovenste en onderste regels, en vind ik die belangwekkend genoeg dan lees ik de hele bladzijde. Selectief lezen heet dat en ongetwijfeld gaat er soms wel iets wetenswaardigs verloren maar met zo'n vuistdik boek zit er weinig anders op om tot de kern te komen.
Toch staat er op vrijwel elke pagina wel een feitje dat je zo zou kunnen gebruiken in een interessante quiz. Voorbeeldje? Waarom heeft de maand augustus net zoveel dagen als juli? Antwoord: Vijftig jaar later nadat Julius Caesar (in 46 v. Chr.) zichzelf in de kalender had geplaatst, nam keizer Augustus de juliaanse tijdrekening met een kleine verbetering over, en vernoemde ook een maand naar zichzelf, die om niet onder te doen voor de maand die naar Julius Caesar was vernoemd ook 31 dagen moest bevatten.

(Wordt vervolgd)






© 2022 Bram Schilperoord meer Bram Schilperoord - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Klukhuhn (deel 1) Bram Schilperoord
1916VG KlukBij het opruimen van mijn boekenkast kwam ik weer eens voor een paar dilemma's te staan. Kan dit niet weg? En dat? Of die ruim tweehonderd Bruna zwarte beertjes van Simenon’s Maigret, die ik ooit in een vlaag van verzamelwoede had verzameld en al twintig jaar náást mijn boekenkast heb staan. Ook al eens op Marktplaats gezet, waar geen enkele belangstelling voor was.
Hé, daar is dat prachtige boek van André Klukhuhn: 'De Algehele Geschiedenis van het Denken', zijn magnum opus, formaat trottoirtegel, 1270 pagina's dik.
Een overzicht van de belangrijkste dingen die de mens in de loop der eeuwen bij elkaar heeft gedacht via de wetenschap, kunst, filosofie en godsdienst. Ooit zeer onder de indruk kon ik het nu weer niet laten weer eens een blik in dit boek te werpen.
Volgens Klukhuhn zijn dát de vier manieren waarop de mens de werkelijkheid probeert te doorgronden.
De kwantumtheorie, de bio-industrie, het existentialisme, het verband tussen muziek en wiskunde, de relatie tussen bewustzijn en taal, zwarte gaten, wormgaten en de oerknal: you name it, en het staat erin - en helder uitgelegd ook nog.

Minibiografietjes

Wetenschap en kunst, zo betoogt Klukhuhn, zijn altijd tegenstrijdig geweest, maar ze kunnen ook niet zonder elkaar; ze zijn complementair.
Centraal in het boek staat de tweeslachtige verhouding van de mens tot zijn leefwereld: de rede, met de wetenschap als ultieme consequentie, en het gevoel dat in de kunst tot uitdrukking wordt gebracht.
De hoofdstukken zijn gelardeerd met minibiografietjes van zo ongeveer iedereen die op enig moment in de afgelopen 2.500 jaar in de wetenschap, kunst, filosofie of godsdienst iets baanbrekend heeft gedaan.
Geen klein bier dus, met alleen al 61 pagina's verwijzingen en voetnoten, en waarin een kleine duizend personen uitvoerig geciteerd worden, van Achilles, Titus Tatius (6e eeuw v.Chr.) tot Stefan Zweig (20e eeuw). Uiteraard worden Aristoteles, Goethe, Newton, Nietzsche, Schopenhauer en Wittgenstein het meest geciteerd, maar tenorsaxofonist John Coltrane, dichter en schrijvers Gerrit Kouwenaar en F.B. Hotz mogen ook hun zegje doen in dit boek, een werk dat je 'nieuwsgierig' maakt naar de achtergronden en beweegredenen van ons bestaan op aarde, om het maar eens in boekbesprekerstaal te zeggen.

Aangenaam leesbaar

Het boek is ondanks de enigszins pretentieuze titel allerminst zware kost maar in tegendeel aangenaam leesbaar. Hoewel ik eerlijk moet toegeven dat ik niet weer alle 1270 pagina's van boven naar beneden en van links naar rechts gelezen heb. Dat zou me naar schatting vier weken hebben gekost. Mijn leessysteem komt er op neer dat ik de eerste twee of drie bovenste regels van elke bladzij lees, gevolgd door de onderste paar regels. Ik kijk terloops even naar de resterende tekst, dus tussen de bovenste en onderste regels, en vind ik die belangwekkend genoeg dan lees ik de hele bladzijde. Selectief lezen heet dat en ongetwijfeld gaat er soms wel iets wetenswaardigs verloren maar met zo'n vuistdik boek zit er weinig anders op om tot de kern te komen.
Toch staat er op vrijwel elke pagina wel een feitje dat je zo zou kunnen gebruiken in een interessante quiz. Voorbeeldje? Waarom heeft de maand augustus net zoveel dagen als juli? Antwoord: Vijftig jaar later nadat Julius Caesar (in 46 v. Chr.) zichzelf in de kalender had geplaatst, nam keizer Augustus de juliaanse tijdrekening met een kleine verbetering over, en vernoemde ook een maand naar zichzelf, die om niet onder te doen voor de maand die naar Julius Caesar was vernoemd ook 31 dagen moest bevatten.

(Wordt vervolgd)




© 2022 Bram Schilperoord
powered by CJ2