archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 11
Jaargang 19
24 maart 2022
Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Voorzichtig, het is lente Thomas van der Steen

1911BZ Lente

Niet snel zal ik mijn eerste voorjaarsrit van vorig jaar vergeten. Het hoofd op hol gebracht door krokussen en het mooie weer ging ik veel te enthousiast van start. Hilversum, Utrecht en via de Vecht en Breukelen weer naar huis. Zelfs vier gevulde koeken konden mijn bloedsuikerspiegel niet boven de funeste ondergrens van 4.0 mmol/l houden. Uitgepierd klopte ik aan bij een vriend die mij ruim voorzag van zoete versnaperingen waardoor ik weer mens werd. Dus beheers je Thomas, deze echt eerste fietsdag van 2022, trap niet weer in die val.

 Vandaar het ritje van station Driebergen-Zeist naar huis, een kippeneindje. Ook altijd een NS-station op spuugafstand en rugwind, het is kinderwerk. Maar na 10 meter besef ik wat ik vergeten ben: handschoenen. Elke mountainbiker, wielrenner of hardloper die ik tegenkom draagt ze wél. Op de vijvers en vennetjes van natuurgebied Bornia ligt dan ook ijs. De zon gloort, maar zwak. Een paar van haar stralen halen de bodem van het bos. Het is bitter koud maar sprookjesachtig.

De pyramide van Austerlitz laat ik links liggen, die heb ik al zo vaak gezien. Ben meer geïnteresseerd in de KNVB Campus iets verderop. Tot mijn verbazing is het hek open, ik kan zo het kloppend hart van Oranje binnen fietsen. In het plantsoen staan bronzen standbeelden van onze voetbalhelden. Een wijzende Cruijff, Michels in trenchcoat, stuurs kijkend, en de uitbundig lachende Gullit met de beker van het Europees Kampioenschap 1988 boven zijn hoofd. Met een glimlach denk ik terug aan dat toernooi. Vooral aan dinsdag 21 juni 1988, de halve finale. Nederland won van West-Duitsland en in mijn stamkroeg werd gebruld, gegild, gejuicht en gehuild.

Ik zet koers naar Soesterberg en de warme herinneringen aan die mooie juni vervliegen al gauw in de koude wind van begin maart. Die vrij spel heeft want ik nader de oude vliegbasis en weidser dan hier wordt het niet. Ik draai de voormalige landingsbaan op en fiets op het breedste fietspad ter wereld. Ooit bulderden Starfighters en F-16's hier over het tarmac, nu snel ik, gedragen door de wind naar de horizon.

Daar ligt Den Dolder. Het station is uit 1914, van hout en is een Rijksmonument. Ik was hier eerder maar had er nooit oog voor. Nu wel, onder een aangenaam zonnetje en in de windschaduw van het gebouwtje eet ik een broodje.

 Vanaf hier is de route naar huis bekend terrein, die fiets ik wel vaker. Dus langs Soest door het bos naar de Naald van Waterloo. Bij dat monument ter nagedachtenis aan het moedige optreden bij Quatre Bras van onze latere koning Willem II linksaf, recht op Paleis Soestdijk aan. Als ik door Lage Vuursche flits zie ik de terrassen alweer uitpuilen. Geen tijd voor een drankje, nu doorhalen en het bos in. Eén keer nog een drukke weg oversteken en over de Hoorneboegse Heide naar huis. De fietspaden voelen, klinken, stuiven en ruiken als de strade bianche in Toscane, delizioso.

Na 35 kilometer ben ik thuis, niet uitgeput of uitgewoond maar als herboren.

----------

De foto is van de schrijver.


 



© 2022 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Voorzichtig, het is lente Thomas van der Steen
1911BZ Lente

Niet snel zal ik mijn eerste voorjaarsrit van vorig jaar vergeten. Het hoofd op hol gebracht door krokussen en het mooie weer ging ik veel te enthousiast van start. Hilversum, Utrecht en via de Vecht en Breukelen weer naar huis. Zelfs vier gevulde koeken konden mijn bloedsuikerspiegel niet boven de funeste ondergrens van 4.0 mmol/l houden. Uitgepierd klopte ik aan bij een vriend die mij ruim voorzag van zoete versnaperingen waardoor ik weer mens werd. Dus beheers je Thomas, deze echt eerste fietsdag van 2022, trap niet weer in die val.

 Vandaar het ritje van station Driebergen-Zeist naar huis, een kippeneindje. Ook altijd een NS-station op spuugafstand en rugwind, het is kinderwerk. Maar na 10 meter besef ik wat ik vergeten ben: handschoenen. Elke mountainbiker, wielrenner of hardloper die ik tegenkom draagt ze wél. Op de vijvers en vennetjes van natuurgebied Bornia ligt dan ook ijs. De zon gloort, maar zwak. Een paar van haar stralen halen de bodem van het bos. Het is bitter koud maar sprookjesachtig.

De pyramide van Austerlitz laat ik links liggen, die heb ik al zo vaak gezien. Ben meer geïnteresseerd in de KNVB Campus iets verderop. Tot mijn verbazing is het hek open, ik kan zo het kloppend hart van Oranje binnen fietsen. In het plantsoen staan bronzen standbeelden van onze voetbalhelden. Een wijzende Cruijff, Michels in trenchcoat, stuurs kijkend, en de uitbundig lachende Gullit met de beker van het Europees Kampioenschap 1988 boven zijn hoofd. Met een glimlach denk ik terug aan dat toernooi. Vooral aan dinsdag 21 juni 1988, de halve finale. Nederland won van West-Duitsland en in mijn stamkroeg werd gebruld, gegild, gejuicht en gehuild.

Ik zet koers naar Soesterberg en de warme herinneringen aan die mooie juni vervliegen al gauw in de koude wind van begin maart. Die vrij spel heeft want ik nader de oude vliegbasis en weidser dan hier wordt het niet. Ik draai de voormalige landingsbaan op en fiets op het breedste fietspad ter wereld. Ooit bulderden Starfighters en F-16's hier over het tarmac, nu snel ik, gedragen door de wind naar de horizon.

Daar ligt Den Dolder. Het station is uit 1914, van hout en is een Rijksmonument. Ik was hier eerder maar had er nooit oog voor. Nu wel, onder een aangenaam zonnetje en in de windschaduw van het gebouwtje eet ik een broodje.

 Vanaf hier is de route naar huis bekend terrein, die fiets ik wel vaker. Dus langs Soest door het bos naar de Naald van Waterloo. Bij dat monument ter nagedachtenis aan het moedige optreden bij Quatre Bras van onze latere koning Willem II linksaf, recht op Paleis Soestdijk aan. Als ik door Lage Vuursche flits zie ik de terrassen alweer uitpuilen. Geen tijd voor een drankje, nu doorhalen en het bos in. Eén keer nog een drukke weg oversteken en over de Hoorneboegse Heide naar huis. De fietspaden voelen, klinken, stuiven en ruiken als de strade bianche in Toscane, delizioso.

Na 35 kilometer ben ik thuis, niet uitgeput of uitgewoond maar als herboren.

----------

De foto is van de schrijver.


 

© 2022 Thomas van der Steen
powered by CJ2