archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 8
Jaargang 19
10 februari 2022
Beschouwingen > Het zijn maar woorden delen printen terug
Oude wijn in nieuwe zakken Julius Pasgeld

1908BS Oude Wijn
Wat is nou weer een prikspijter? Wat is knaldrang? En wat is een spookforens?
Steeds dienen zich ongevraagd nieuwe woorden aan waarvan ik denk: leg alsjeblieft eens even uit wat je bedoelt.

En nou zwijg ik nog maar over al die Engelse woorden, die als een nevel neerdalen over de bereikbaarheid van onze eigen woordenschat: dickpics, take-aways, fausse-victimes. Noem maar op.

Terwijl we zelf zulke prachtige, oude woorden hebben. Woorden die precies bedoelen wat we zelf bedoelen.
 
Maar helaas. Die mooie, oude woorden sterven uit. Als je ze gebruikt ben je een ouwe lul. Je maakt jezelf namelijk een stuk interessanter, als je je in kekke, eigentijdse taal uitdrukt. En daarbij even vergeet dat die mooie woorden van weleer veel mooier waren dan de huidige uitdrukkingen. En bovendien veel preciezer uitdrukten, wat je bedoelde.

Neem nou het woord Wappie. Vroeger hadden we daar de woorden: flapdrol, crapuul, druiloor, galgebrok, Hans Worst, hufter, izegrim, kierewiet, kniesoor, koekepeer, kribbebijter, kwibus, loeder, mafketel, malloot, mispunt, mormel, neetoor, oelewapper, pineut, raddraaier, schorriemorrie, slampamper, snuiter, stoethaspel en vuilbaard voor. Nu zijn het allemaal alleen maar wappies. Wat een verarming!

Voor ‘dickpic’ hadden we trouwens ook al prachtige woorden ‘lulhannes’, bijvoorbeeld. ‘Oetlul’. Of: ‘plakpiel’. Daarmee druk je precies dezelfde gevoelens uit als met ‘dickpic’. Alleen hoor je er tegenwoordige niet meer bij als je die woorden gebruikt. Want dan ben je eigenlijk zèlf een lulhannes.

Om er nog een beetje bij te horen weet ik trouwens nog steeds niet wat ik moet zeggen: ‘Ik héb een dickpic’? ‘Ik bèn een dickpic’? ‘Ik stuur je een dickpic’? Of: ‘Ik wíl helemaal geen dickpic’?

Hoe moeilijk kunnen we het elkaar (al dan niet voorzien van een dickpic) maken.

Als ons iets niet bevalt zoeken we er tegenwoordig nieuwe woorden voor. In de hoop dat we daarmee het probleem hebben opgelost. Zo ging onze bloedeigen minister-president Rutte ons reeds lang geleden voor de problemen te verstoppen achter nieuwe woorden en zinsconstructies.

Maar laten we nou toch eerlijk zijn: daarmee schieten we niks op. Nieuwe woorden zijn als oude wijn in nieuwe zakken.

Waarbij ‘oude wijn’ gezien kan worden als het menselijk tekort om problemen naar behoren op te lossen.

En ‘nieuwe zakken’? Ja, hoe u dat wilt zien laat ik graag aan uzelf over.

----------

De tekening is van Linda Hulshof.
Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com



© 2022 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "Het zijn maar woorden" -
Beschouwingen > Het zijn maar woorden
Oude wijn in nieuwe zakken Julius Pasgeld
1908BS Oude Wijn
Wat is nou weer een prikspijter? Wat is knaldrang? En wat is een spookforens?
Steeds dienen zich ongevraagd nieuwe woorden aan waarvan ik denk: leg alsjeblieft eens even uit wat je bedoelt.

En nou zwijg ik nog maar over al die Engelse woorden, die als een nevel neerdalen over de bereikbaarheid van onze eigen woordenschat: dickpics, take-aways, fausse-victimes. Noem maar op.

Terwijl we zelf zulke prachtige, oude woorden hebben. Woorden die precies bedoelen wat we zelf bedoelen.
 
Maar helaas. Die mooie, oude woorden sterven uit. Als je ze gebruikt ben je een ouwe lul. Je maakt jezelf namelijk een stuk interessanter, als je je in kekke, eigentijdse taal uitdrukt. En daarbij even vergeet dat die mooie woorden van weleer veel mooier waren dan de huidige uitdrukkingen. En bovendien veel preciezer uitdrukten, wat je bedoelde.

Neem nou het woord Wappie. Vroeger hadden we daar de woorden: flapdrol, crapuul, druiloor, galgebrok, Hans Worst, hufter, izegrim, kierewiet, kniesoor, koekepeer, kribbebijter, kwibus, loeder, mafketel, malloot, mispunt, mormel, neetoor, oelewapper, pineut, raddraaier, schorriemorrie, slampamper, snuiter, stoethaspel en vuilbaard voor. Nu zijn het allemaal alleen maar wappies. Wat een verarming!

Voor ‘dickpic’ hadden we trouwens ook al prachtige woorden ‘lulhannes’, bijvoorbeeld. ‘Oetlul’. Of: ‘plakpiel’. Daarmee druk je precies dezelfde gevoelens uit als met ‘dickpic’. Alleen hoor je er tegenwoordige niet meer bij als je die woorden gebruikt. Want dan ben je eigenlijk zèlf een lulhannes.

Om er nog een beetje bij te horen weet ik trouwens nog steeds niet wat ik moet zeggen: ‘Ik héb een dickpic’? ‘Ik bèn een dickpic’? ‘Ik stuur je een dickpic’? Of: ‘Ik wíl helemaal geen dickpic’?

Hoe moeilijk kunnen we het elkaar (al dan niet voorzien van een dickpic) maken.

Als ons iets niet bevalt zoeken we er tegenwoordig nieuwe woorden voor. In de hoop dat we daarmee het probleem hebben opgelost. Zo ging onze bloedeigen minister-president Rutte ons reeds lang geleden voor de problemen te verstoppen achter nieuwe woorden en zinsconstructies.

Maar laten we nou toch eerlijk zijn: daarmee schieten we niks op. Nieuwe woorden zijn als oude wijn in nieuwe zakken.

Waarbij ‘oude wijn’ gezien kan worden als het menselijk tekort om problemen naar behoren op te lossen.

En ‘nieuwe zakken’? Ja, hoe u dat wilt zien laat ik graag aan uzelf over.

----------

De tekening is van Linda Hulshof.
Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com

© 2022 Julius Pasgeld
powered by CJ2