archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 19
13 januari 2022
Bezigheden > Op de centen letten delen printen terug
Op de pof Arie de Jong

1906BZ Pof
In mijn jeugd leerde ik dat je moet oppassen schulden te maken. Mijn ouders moesten er niets van hebben. Het idee om een woning te kopen en dan tientallen jaren lang opgezadeld te zijn met een schuld, dat viel geheel buiten de realiteit. Toen ik op mijn vierentwintigste een woning kocht, beschouwde mijn moeder me als een idioot.

In Nederland zijn we gaandeweg doorgeslagen naar het andere uiterste. Inmiddels kent ongeveer twee derde van de huishoudens eigen woningbezit. Een klein deel heeft de schuld afbetaald, maar het grootste deel heeft nog een schuld die men langzamerhand aflost of voor zich uit heeft weten te schuiven (de wartaal van hypotheeknemers die een aflossingsvrije hypotheekschuld voorspiegelden). Door inflatie, lage rente, fiscale steun (hypotheekrenteaftrek) en groeiend inkomen is dat voor de meeste mensen geen probleem. Bovendien is onroerend goed in een paar jaar tijd enorm in waarde gestegen. Opgeteld is de enorme hypothecaire schuld in Nederland wel een ernstig risico. Of dat in de toekomst een groot probleem gaat worden, we weten het niet. Maar het is wel een voorbeeld hoe we gemakkelijk op de pof leven: geniet nu en betaal later.

Zo gaat het ook in het groot, op macroniveau. Waar we in de loop van eeuwen aan gewend zijn geraakt is, dat ondernemingen en overheden geld nodig hebben voor investeringen en dat lenen op de kapitaalmarkt (bij ondernemingen ook door aandelen uit te geven, waarmee zeggenschap van de kapitaalverschaffers binnen de onderneming werd gebracht). Investeringen vergen kapitaal, maar als het goed is leveren ze rendement waarmee aflossing en rente kunnen worden betaald: de investering verdient zich terug. Soms werd daarbij een gok gewaagd, want het is vaak onzeker of dat rendement wel groot genoeg zal zijn. Dat hoeft niet altijd problematisch te zijn: overheden kunnen door belastingheffing onvoldoende rendement compenseren. Soms kun je ook niet anders dan grote uitgaven doen (denk aan oorlogsinspanningen) en tegelijk de broekriem aanhalen: er is dan minder geld voor andere doelen beschikbaar. Als het economisch slechter gaat, kun je als overheid de economie stimuleren, bijvoorbeeld door infrastructuur sneller aan te leggen of subsidies te geven aan investeringen van bedrijven en particulieren, maar je neemt een risico: als de economie niet aantrekt en de belastinginkomsten niet groeien, zit je met een probleem. De laatste jaren zien we echter een nieuw fenomeen dat grote risico’s met zich meebrengt. Jaar in, jaar uit worden door de Centrale Banken vele miljarden in de economie gepompt, om de economische groei erin te houden.

Sommigen spreken van een ‘fantoomeconomie’, want het is maar de vraag of we nog wel een ‘reële economie’ in stand houden of niet zo sterk op de pof leven dat de onvermijdelijke economische recessie een zware crisis zal blijken te zijn. Het rondstrooien van geld blijkt aanstekelijk. Zelfs het centrumrechtse kabinet dat er de afgelopen vier jaar zat, alsmede het exemplaar dat er komt, ze strooien met miljarden alsof het pepernoten zijn. Leef nu en betaal later! Maar op enig moment, zonder dat we goed weten waarmee de lont in het kruitvat wordt gestoken, begint de onvermijdelijke recessie.

Dus beste lezer: ik heb nu gewaarschuwd!

----------
De tekening is van Freek de VriesLentsch.


© 2022 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Op de centen letten" -
Bezigheden > Op de centen letten
Op de pof Arie de Jong
1906BZ Pof
In mijn jeugd leerde ik dat je moet oppassen schulden te maken. Mijn ouders moesten er niets van hebben. Het idee om een woning te kopen en dan tientallen jaren lang opgezadeld te zijn met een schuld, dat viel geheel buiten de realiteit. Toen ik op mijn vierentwintigste een woning kocht, beschouwde mijn moeder me als een idioot.

In Nederland zijn we gaandeweg doorgeslagen naar het andere uiterste. Inmiddels kent ongeveer twee derde van de huishoudens eigen woningbezit. Een klein deel heeft de schuld afbetaald, maar het grootste deel heeft nog een schuld die men langzamerhand aflost of voor zich uit heeft weten te schuiven (de wartaal van hypotheeknemers die een aflossingsvrije hypotheekschuld voorspiegelden). Door inflatie, lage rente, fiscale steun (hypotheekrenteaftrek) en groeiend inkomen is dat voor de meeste mensen geen probleem. Bovendien is onroerend goed in een paar jaar tijd enorm in waarde gestegen. Opgeteld is de enorme hypothecaire schuld in Nederland wel een ernstig risico. Of dat in de toekomst een groot probleem gaat worden, we weten het niet. Maar het is wel een voorbeeld hoe we gemakkelijk op de pof leven: geniet nu en betaal later.

Zo gaat het ook in het groot, op macroniveau. Waar we in de loop van eeuwen aan gewend zijn geraakt is, dat ondernemingen en overheden geld nodig hebben voor investeringen en dat lenen op de kapitaalmarkt (bij ondernemingen ook door aandelen uit te geven, waarmee zeggenschap van de kapitaalverschaffers binnen de onderneming werd gebracht). Investeringen vergen kapitaal, maar als het goed is leveren ze rendement waarmee aflossing en rente kunnen worden betaald: de investering verdient zich terug. Soms werd daarbij een gok gewaagd, want het is vaak onzeker of dat rendement wel groot genoeg zal zijn. Dat hoeft niet altijd problematisch te zijn: overheden kunnen door belastingheffing onvoldoende rendement compenseren. Soms kun je ook niet anders dan grote uitgaven doen (denk aan oorlogsinspanningen) en tegelijk de broekriem aanhalen: er is dan minder geld voor andere doelen beschikbaar. Als het economisch slechter gaat, kun je als overheid de economie stimuleren, bijvoorbeeld door infrastructuur sneller aan te leggen of subsidies te geven aan investeringen van bedrijven en particulieren, maar je neemt een risico: als de economie niet aantrekt en de belastinginkomsten niet groeien, zit je met een probleem. De laatste jaren zien we echter een nieuw fenomeen dat grote risico’s met zich meebrengt. Jaar in, jaar uit worden door de Centrale Banken vele miljarden in de economie gepompt, om de economische groei erin te houden.

Sommigen spreken van een ‘fantoomeconomie’, want het is maar de vraag of we nog wel een ‘reële economie’ in stand houden of niet zo sterk op de pof leven dat de onvermijdelijke economische recessie een zware crisis zal blijken te zijn. Het rondstrooien van geld blijkt aanstekelijk. Zelfs het centrumrechtse kabinet dat er de afgelopen vier jaar zat, alsmede het exemplaar dat er komt, ze strooien met miljarden alsof het pepernoten zijn. Leef nu en betaal later! Maar op enig moment, zonder dat we goed weten waarmee de lont in het kruitvat wordt gestoken, begint de onvermijdelijke recessie.

Dus beste lezer: ik heb nu gewaarschuwd!

----------
De tekening is van Freek de VriesLentsch.
© 2022 Arie de Jong
powered by CJ2