archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 2
Jaargang 19
28 oktober 2021
Bezigheden > Te water delen printen terug
The old man and the sea (2) Bram Schilperoord

1902BZ Old man
Mij om het even, als-ie maar snel zou komen, want ik kreeg het zo koud dat ik m'n lippen niet meer op elkaar kon houden. Klappertanden heet dat. Erger was dat ik kramp kreeg in mijn linker kuitbeen. Ik zag heel in de verte een mast opdoemen en dacht, daar zijn ze, maar dat bleek een fata morgana. 
Ik probeerde uit alle macht kalm te blijven maar realiseerde tegelijk dat dit waarschijnlijk mijn laatste uurtje was geweest. Ik zond een schietgebedje op: 'God, help me'. Ik riep een paar keer: 'Help'! Niet dat iemand dat zou horen, maar domweg om niet in te zakken.
  
Ik overdacht mijn leven. En ik dacht ook, ik heb geen testament. Ik ben niet schatrijk maar mijn geld blijft voor altijd op de bank staan, want ik heb nooit iemand verteld wat ik bezit, op welke banken het staat en wat mijn rekeningnummers zijn.  Maar ik bedacht ook - wat ik wel eens gehoord had – dat verdrinken niet de onaangenaamste manier van doodgaan is.

Maar na nog een half uurtje of zo zag ik tussen twee golven door op het strand een auto, een Landrover of een Jeep, rijden met een reddingssloep er achteraan gekoppeld. Gered!

In no time lag het ding in het water en een paar minuten later dook een rode sloep naast mij op. Ik stak mijn armen op en twee mannen trokken me omhoog aan boord en legden me op de bodem van de sloep. Op dat moment raakte ik buiten bewustzijn, vaag herinner ik me dat ik op het strand op een brancard werd gelegd, een zuurstofmasker op mijn neus gedrukt kreeg, en gewikkeld in sportfolie-deken, in die Landrover (of Jeep) gedeponeerd werd en hotsend en botsend door het rulle zand met grote snelheid naar elders werd gereden, de pier van IJmuiden, werd mij later verteld, waar ik werd overgeladen in een ambulance die daar gereed stond.

Daar ingeschoven kreeg ik een nieuw zuurstofmasker op, en een prik in mijn arm waar de infuusnaald in ging, werd omwikkeld door warme dekens en kreeg ik een thermometer in mijn achterste, die verbonden met de monitor aangaf dat mijn temperatuur 30,1 was.

Van IJmuiden naar het dichtsbijzijnde ziekenhuis is toch nog een lange rit door twee steden, snelwegen en een tunnel onder het Noordzeekanaal maar dankzij de dubbeltonige sirene en de blauwe zwaailichten arriveerden we op tijd. In het Rode Kruis ziekenhuis in Beverwijk waar een heel team op mij wachtte, vertelden ze mij dat nóg drie graden lager: 27 dus, als lichaamstemperatuur fataal kan zijn. Ofwel tien minuten langer in dat water en ik was er geweest.

Behalve dat ik heerlijk warme dekens om me heen kreeg, werd ik onder een soort toaster geschoven en pas na een uur of zo had ik het rillen en klappertanden wat onder controle. Ik werd verbonden met de hartmonitor, er werd een longfoto gemaakt om te kijken of ik niet teveel water had binnengekregen en er werd bloed afgenomen. Ik kreeg allerlei stickers op mijn lichaam, verbonden met evenzoveel functiemetingen en langzaam kwam mijn lichaamstemperatuur weer terug tot normaal.

Na een uur of vier voelde ik me sterk genoeg om afscheid te nemen maar dat was teveel gevraagd, ze wilden me minstens een nachtje houden. Ik kreeg een nieuw infuus, een privékamer met douche en toilet en een mooi landelijk uitzicht en gedurende de nacht werd ik elke twee uur nagekeken.

Pas in de middag van de volgende dag kreeg ik toestemming het hospitaal te verlaten: geen complicaties, bloed oké, hart en longen: prima. Klaar voor nog eens tien jaar (?). Misschien, maar dan niet meer zwemmen in die 'gemene zee'.

--------
Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer
Meer informatie: http://www.verduijndenboer.nl/


© 2021 Bram Schilperoord meer Bram Schilperoord - meer "Te water"
Bezigheden > Te water
The old man and the sea (2) Bram Schilperoord
1902BZ Old man
Mij om het even, als-ie maar snel zou komen, want ik kreeg het zo koud dat ik m'n lippen niet meer op elkaar kon houden. Klappertanden heet dat. Erger was dat ik kramp kreeg in mijn linker kuitbeen. Ik zag heel in de verte een mast opdoemen en dacht, daar zijn ze, maar dat bleek een fata morgana. 
Ik probeerde uit alle macht kalm te blijven maar realiseerde tegelijk dat dit waarschijnlijk mijn laatste uurtje was geweest. Ik zond een schietgebedje op: 'God, help me'. Ik riep een paar keer: 'Help'! Niet dat iemand dat zou horen, maar domweg om niet in te zakken.
  
Ik overdacht mijn leven. En ik dacht ook, ik heb geen testament. Ik ben niet schatrijk maar mijn geld blijft voor altijd op de bank staan, want ik heb nooit iemand verteld wat ik bezit, op welke banken het staat en wat mijn rekeningnummers zijn.  Maar ik bedacht ook - wat ik wel eens gehoord had – dat verdrinken niet de onaangenaamste manier van doodgaan is.

Maar na nog een half uurtje of zo zag ik tussen twee golven door op het strand een auto, een Landrover of een Jeep, rijden met een reddingssloep er achteraan gekoppeld. Gered!

In no time lag het ding in het water en een paar minuten later dook een rode sloep naast mij op. Ik stak mijn armen op en twee mannen trokken me omhoog aan boord en legden me op de bodem van de sloep. Op dat moment raakte ik buiten bewustzijn, vaag herinner ik me dat ik op het strand op een brancard werd gelegd, een zuurstofmasker op mijn neus gedrukt kreeg, en gewikkeld in sportfolie-deken, in die Landrover (of Jeep) gedeponeerd werd en hotsend en botsend door het rulle zand met grote snelheid naar elders werd gereden, de pier van IJmuiden, werd mij later verteld, waar ik werd overgeladen in een ambulance die daar gereed stond.

Daar ingeschoven kreeg ik een nieuw zuurstofmasker op, en een prik in mijn arm waar de infuusnaald in ging, werd omwikkeld door warme dekens en kreeg ik een thermometer in mijn achterste, die verbonden met de monitor aangaf dat mijn temperatuur 30,1 was.

Van IJmuiden naar het dichtsbijzijnde ziekenhuis is toch nog een lange rit door twee steden, snelwegen en een tunnel onder het Noordzeekanaal maar dankzij de dubbeltonige sirene en de blauwe zwaailichten arriveerden we op tijd. In het Rode Kruis ziekenhuis in Beverwijk waar een heel team op mij wachtte, vertelden ze mij dat nóg drie graden lager: 27 dus, als lichaamstemperatuur fataal kan zijn. Ofwel tien minuten langer in dat water en ik was er geweest.

Behalve dat ik heerlijk warme dekens om me heen kreeg, werd ik onder een soort toaster geschoven en pas na een uur of zo had ik het rillen en klappertanden wat onder controle. Ik werd verbonden met de hartmonitor, er werd een longfoto gemaakt om te kijken of ik niet teveel water had binnengekregen en er werd bloed afgenomen. Ik kreeg allerlei stickers op mijn lichaam, verbonden met evenzoveel functiemetingen en langzaam kwam mijn lichaamstemperatuur weer terug tot normaal.

Na een uur of vier voelde ik me sterk genoeg om afscheid te nemen maar dat was teveel gevraagd, ze wilden me minstens een nachtje houden. Ik kreeg een nieuw infuus, een privékamer met douche en toilet en een mooi landelijk uitzicht en gedurende de nacht werd ik elke twee uur nagekeken.

Pas in de middag van de volgende dag kreeg ik toestemming het hospitaal te verlaten: geen complicaties, bloed oké, hart en longen: prima. Klaar voor nog eens tien jaar (?). Misschien, maar dan niet meer zwemmen in die 'gemene zee'.

--------
Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer
Meer informatie: http://www.verduijndenboer.nl/
© 2021 Bram Schilperoord
powered by CJ2