archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 20 Jaargang 18 30 september 2021 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Op de fiets | ||||
TVTAS | Thomas van der Steen | |||
Na de Grand Prix in Zandvoort en de versoepelingen van 25 september is het haast niet meer voor te stellen maar in mei piekte de tweede coronagolf. In de zorg werden alle verloven ingetrokken, dus ook die van Belinda, en onze voorjaarsvakantie werd uitgesteld. Nadat de golf was weggeëbd en plastic schorten, latex handschoenen en knellende maskers waren afgelegd, gingen we meteen op pad. De buurlanden waren nagenoeg op slot dus gingen we op zoek naar het eindpunt van ons eigen land. Het werd Moddergat in Friesland, op de scheidslijn van land en zee. De eerste avond genoten we op de Waddendijk van een betoverende zonsondergang, over de kwelders gleed een oranje gloed ons tegemoet. Links aan de einder zagen we Ameland, rechts Schiermonnikoog. 'Morgen fietsen op Schier?', vroeg ik, mijn hoofd in die richting knikkend . 'Heerlijk', klonk het bevestigend. Met onze fietsen aan de hand lopen we de veerboot op. Iedereen draagt een mondkapje maar al gauw wordt het zo druk dat de anderhalvemetermaatregel met voeten wordt getreden. Als er ook nog een stroom van een slordige honderd scholieren over de dekken vloeit is er helemaal geen houden meer aan. Ach, we zijn in de buitenlucht en er staat een straffe bries. Aan de overkant fietsen we over de Veerweg het eiland op. Bij de T-kruising gaan de meesten links richting dorp, wij uiteraard rechts. Na een kilometer zijn we zo goed als alleen. We stappen af om op de dijk tussen de scharrelende lammetjes naar de zon te knipogen. We fietsen verder naar het oosten, tot Kaap Willemsduin. Hier houdt het fietspad op en gaan we te voet verder. Het wordt almaar ruiger en verlatener. Het land is droog en we kunnen ongehinderd naar het eind van de wereld lopen. Een nieuwsgierige patrijs komt kijken wie er op bezoek komt. Botanica Belinda buigt zich steeds voorover naar struiken, planten en bloemetjes en noemt namen die ik niet ken en ook meteen vergeet. O, duizendguldenkruid, die herinner ik me nog. Zo dicht mogelijk langs de noordkust gaan we naar het westen. De vuurtorens dienen als baken. We maken een lus langs de witte toren, die alleen nog dient als antenne, en de rode, de Noordertoren. Uiteraard proberen we te lunchen bij het wereldberoemde Hotel van der Werff maar het terras puilt uit. De fish & chips even verderop is ook goed. Het is tijd om naar het strand te gaan. Een vriendin spoort ons al jarenlang aan om de overweldigende ervaring aldaar te ondergaan. Als we op de duin bij Paal 3 staan zien we meteen wat ze bedoelt, het panorama is sensationeel. We wandelen het duin af het grenzeloze strand op. Niemand, niks, zelfs de grens tussen lucht en water verdwijnt. Met moeite onderdruk ik een religieuze, spirituele gedachte. Maar net bekomen van die grootsheid fietsen we langs de duinrand en later door het bos naar begraafplaats Vredenhof. Ooit gesticht als zogenaamd drenkelingenkerkhof, later ook voor soldaten. Uit beide wereldoorlogen en van beide kampen, Duitse soldaten rusten hier zij aan zij met Franse, Amerikaanse en Engelse gesneuvelden. Over de eindeloze dijk en tegen de wind in, ploeteren we naar de Veerhaven. Op de kade drommen onze medepassagiers al samen. -------- Het plaatje is van de schrijver |
||||
© 2021 Thomas van der Steen | ||||
powered by CJ2 |