archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 20
Jaargang 18
30 september 2021
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Nieuwe bestuurscultuur is alweer voorbij Paul Bordewijk

1820BS Bestuurscultuur
Het waren twee fantastische dagen. Het was mooi weer zonder dat het te heet werd, en in Den Haag heerste een nieuwe bestuurscultuur. Ik bedoel 15 en16 september. Toen stemde de Tweede Kamer zonder coalitiedwang over moties waarin het beleid tegenover de evacuees uit Afghanistan werd afgekeurd, en ging de Kamer akkoord met de invoering van het vaccinatiepaspoort als eis voor deelname aan publieke bijeenkomsten. In beide gevallen stemde de CU tegen het standpunt van het kabinet, maar de PvdA stemde juist voor het vaccinatiepaspoort, zodat dit toch werd aangenomen.

Daarmee werd tegemoet gekomen aan de kritiek die door Pieter Omtzigt en anderen werd geuit dat de politiek te veel wordt gedomineerd door het kabinet, en dat men in het kabinet bespreekt hoe Kamerleden met een eigen mening gesensibiliseerd kunnen worden. Elke maandag bespreken de fractievoorzitters van de regeringspartijen met de top van het kabinet wat er in de politiek gaat gebeuren, en dat laat de andere Kamerleden van de regeringspartijen maar ook de ministers en staatssecretarissen weinig ruimte. 

Het was een van de verklaringen hoe de toeslagaffaire zolang had kunnen doorwoekeren: Kamerleden die aan de bel trokken werden niet serieus genomen, of ze nu van een coalitiepartij waren zoals Pieter Omtzigt of van een oppositiepartij zoals Renske Leijten. En toen men zich dat realiseerde ontstond de behoefte aan een nieuwe bestuurscultuur. Daarbij paste het idee van een minderheidskabinet, een kabinet dat niet meer vanzelf op een meerderheid in de Tweede Kamer zou kunnen rekenen, maar bij elk voorstel de Kamer zou moeten overtuigen.
Twee weken geleden was het zover. De ChristenUnie rekende zich niet meer tot de coalitie en zag zich niet meer gedwongen mee te stemmen met de andere regeringspartijen. Daardoor was het kabinet getransformeerd in een pseudo-demissionair minderheidskabinet. Zo kon er een meerderheid in de Tweede Kamer ontstaan die het regeringsbeleid inzake de evacuatie in Afghanistan afkeurde, terwijl het voorstel inzake het vaccinatiepaspoort het haalde omdat oppositiepartij PvdA voorstemde. Dat paste niet alleen bij de nieuwe bestuurscultuur, het was ook iets dat al eerder door veel politicologen werd bepleit.

Zo werd er in het rapport van de staatscommissie Parlementair Stelsel gepleit voor een meer positieve benadering van het minderheidskabinet, dat niet langer als een noodgreep maar als een volwaardig alternatief zou moeten worden beschouwd. En voorzitter van die commissie was Johan Remkes, die nu als informateur de vorming van zo’n minderheidskabinet moet onderzoeken.
Na twee dagen nieuwe bestuurscultuur lijkt het er echter op dat het enthousiasme al snel weg is. Parlementaire analisten zijn boos op de ChristenUnie dat de fractie zich tegen het kabinet keerde, hoewel twee leden van die partij deel uitmaakten van het kabinet. Daarbij werd hun demissionaire status kennelijk als niet relevant gezien. Het kabinet zelf acteerde ook alsof het niet demissionair was. Nu de CU duidelijk een andere route heeft gekozen is het een minderheidskabinet geworden, maar dat zien ondanks het verlangen naar een nieuwe bestuurscultuur slechts weinigen als een positieve ontwikkeling.

Wie dat al helemaal zo niet ziet is Mark Rutte. Dat is een control freak, die het liefst iedereen in Den Haag aan een touwtje heeft. Die wil als hij begint aan een Kamerdebat wel graag weten hoe het afloopt. Hij is niet tegen een minderheidskabinet, maar dat moet dan wel op een meerderheid steunen. En dus gaat hij prompt naar nieuwe parlementaire steun zoeken, buiten de kabinetsformatie om. Sophie Hermans werd op pad gestuurd om die te zoeken bij Groen Links en de PvdA, maar die hadden daar uiteraard geen zin in.
Het leidde ertoe dat er bij de Algemene Politieke Beschouwingen wel veel aan de begroting veranderd werd, maar niet met wisselende meerderheden. De coalitie die een week eerder niet meer leek te bestaan, werd hersteld.

Als Rutte geen minderheidskabinet wil, moet er een eind komen aan het chicken play tussen VVD en D66, waarbij de een alleen met de Christen Unie en de ander met de linkse partijen een coalitie wil vormen. Wanneer geen van die twee partijen met de ogen knippert, kom je opnieuw bij een minderheidskabinet uit.
Wanneer er zo’n kabinet zou komen, is het de vraag of Rutte wel de geschikte figuur is om dat te leiden. Eerder heeft Thomas von der Dunk ervoor gepleit om Remkes premier te maken, als alternatief voor Rutte. Die is met zijn zeventig jaar voor Nederlandse begrippen wel wat oud, maar in Amerika denken ze daar heel anders over. Hij heeft de laatste jaren een grote reputatie als puinruimer opgebouwd. En het is natuurlijk interessant dat zijn eigen commissie de mogelijkheid van een minderheidskabinet heeft benadrukt. De vraag is natuurlijk wel hoe zijn omgeving daarover denkt.

--------
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer informatie: www.petrabusstra.com


© 2021 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Nieuwe bestuurscultuur is alweer voorbij Paul Bordewijk
1820BS Bestuurscultuur
Het waren twee fantastische dagen. Het was mooi weer zonder dat het te heet werd, en in Den Haag heerste een nieuwe bestuurscultuur. Ik bedoel 15 en16 september. Toen stemde de Tweede Kamer zonder coalitiedwang over moties waarin het beleid tegenover de evacuees uit Afghanistan werd afgekeurd, en ging de Kamer akkoord met de invoering van het vaccinatiepaspoort als eis voor deelname aan publieke bijeenkomsten. In beide gevallen stemde de CU tegen het standpunt van het kabinet, maar de PvdA stemde juist voor het vaccinatiepaspoort, zodat dit toch werd aangenomen.

Daarmee werd tegemoet gekomen aan de kritiek die door Pieter Omtzigt en anderen werd geuit dat de politiek te veel wordt gedomineerd door het kabinet, en dat men in het kabinet bespreekt hoe Kamerleden met een eigen mening gesensibiliseerd kunnen worden. Elke maandag bespreken de fractievoorzitters van de regeringspartijen met de top van het kabinet wat er in de politiek gaat gebeuren, en dat laat de andere Kamerleden van de regeringspartijen maar ook de ministers en staatssecretarissen weinig ruimte. 

Het was een van de verklaringen hoe de toeslagaffaire zolang had kunnen doorwoekeren: Kamerleden die aan de bel trokken werden niet serieus genomen, of ze nu van een coalitiepartij waren zoals Pieter Omtzigt of van een oppositiepartij zoals Renske Leijten. En toen men zich dat realiseerde ontstond de behoefte aan een nieuwe bestuurscultuur. Daarbij paste het idee van een minderheidskabinet, een kabinet dat niet meer vanzelf op een meerderheid in de Tweede Kamer zou kunnen rekenen, maar bij elk voorstel de Kamer zou moeten overtuigen.
Twee weken geleden was het zover. De ChristenUnie rekende zich niet meer tot de coalitie en zag zich niet meer gedwongen mee te stemmen met de andere regeringspartijen. Daardoor was het kabinet getransformeerd in een pseudo-demissionair minderheidskabinet. Zo kon er een meerderheid in de Tweede Kamer ontstaan die het regeringsbeleid inzake de evacuatie in Afghanistan afkeurde, terwijl het voorstel inzake het vaccinatiepaspoort het haalde omdat oppositiepartij PvdA voorstemde. Dat paste niet alleen bij de nieuwe bestuurscultuur, het was ook iets dat al eerder door veel politicologen werd bepleit.

Zo werd er in het rapport van de staatscommissie Parlementair Stelsel gepleit voor een meer positieve benadering van het minderheidskabinet, dat niet langer als een noodgreep maar als een volwaardig alternatief zou moeten worden beschouwd. En voorzitter van die commissie was Johan Remkes, die nu als informateur de vorming van zo’n minderheidskabinet moet onderzoeken.
Na twee dagen nieuwe bestuurscultuur lijkt het er echter op dat het enthousiasme al snel weg is. Parlementaire analisten zijn boos op de ChristenUnie dat de fractie zich tegen het kabinet keerde, hoewel twee leden van die partij deel uitmaakten van het kabinet. Daarbij werd hun demissionaire status kennelijk als niet relevant gezien. Het kabinet zelf acteerde ook alsof het niet demissionair was. Nu de CU duidelijk een andere route heeft gekozen is het een minderheidskabinet geworden, maar dat zien ondanks het verlangen naar een nieuwe bestuurscultuur slechts weinigen als een positieve ontwikkeling.

Wie dat al helemaal zo niet ziet is Mark Rutte. Dat is een control freak, die het liefst iedereen in Den Haag aan een touwtje heeft. Die wil als hij begint aan een Kamerdebat wel graag weten hoe het afloopt. Hij is niet tegen een minderheidskabinet, maar dat moet dan wel op een meerderheid steunen. En dus gaat hij prompt naar nieuwe parlementaire steun zoeken, buiten de kabinetsformatie om. Sophie Hermans werd op pad gestuurd om die te zoeken bij Groen Links en de PvdA, maar die hadden daar uiteraard geen zin in.
Het leidde ertoe dat er bij de Algemene Politieke Beschouwingen wel veel aan de begroting veranderd werd, maar niet met wisselende meerderheden. De coalitie die een week eerder niet meer leek te bestaan, werd hersteld.

Als Rutte geen minderheidskabinet wil, moet er een eind komen aan het chicken play tussen VVD en D66, waarbij de een alleen met de Christen Unie en de ander met de linkse partijen een coalitie wil vormen. Wanneer geen van die twee partijen met de ogen knippert, kom je opnieuw bij een minderheidskabinet uit.
Wanneer er zo’n kabinet zou komen, is het de vraag of Rutte wel de geschikte figuur is om dat te leiden. Eerder heeft Thomas von der Dunk ervoor gepleit om Remkes premier te maken, als alternatief voor Rutte. Die is met zijn zeventig jaar voor Nederlandse begrippen wel wat oud, maar in Amerika denken ze daar heel anders over. Hij heeft de laatste jaren een grote reputatie als puinruimer opgebouwd. En het is natuurlijk interessant dat zijn eigen commissie de mogelijkheid van een minderheidskabinet heeft benadrukt. De vraag is natuurlijk wel hoe zijn omgeving daarover denkt.

--------
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer informatie: www.petrabusstra.com
© 2021 Paul Bordewijk
powered by CJ2