archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 17 Jaargang 2 14 juli 2005 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Naar de film | ||||
De strijd tussen Goed en Kwaad: als het maar beweegt en knalt | Hans Knegtmans | |||
In het algemeen is het geen goed idee, een stukje te schrijven over de films die in de Verenigde Staten de plaatsen 1 en 2 op de box office ranglijst innemen. Dat zijn zelden de films waar recensenten van uit hun bol gaan. Maar de toptwee van deze week hebben meer artistieke pretenties dan te doen gebruikelijk. War of the Worlds bezet de eerste plaats, op eerbiedige afstand – maar toch – gevolgd door Batman Begins. Ook Nederlandse critici zijn zeer te spreken over beide films, dus dan kan De Leunstoel niet achterblijven.
De hoorspeluitvoering van War of the Worlds (door Orson Welles, gebaseerd op de roman van H.G. Wells) ontketende in 1938 in de Verenigde Staten een aanval van massahysterie. De uitzending was zo levensecht dat de luisteraars de verzinsels voor een nieuwsbulletin aanzagen, en in opperste paniek de straat opgingen of probeerden contact te leggen met politie of brandweer. Volgens overlevering wikkelde zelf menigeen een natte handdoek om het hoofd, om vergiftiging door buitenaardse gassen te voorkomen. Nog steeds worden psychologiestudenten met dit incident om de oren geslagen.
Later volgde de verfilming.
Opvallend genoeg voor zo’n science fiction-minded land is Steven Spielbergs versie pas de eerste remake van het origineel uit 1953. De latere Spielberg heeft normen en waarden hoog in het vaandel, blijkt ook nu weer. Ray (Tom Cruise, even druk en nerveus als altijd) is geen goede vader, dat zien we meteen. Omdat zijn ex-vrouw en haar nieuwe echtgenoot een weekendje bij haar schoonouders gaan logeren, krijgt Ray zijn kinderen over de vloer. De afspraak is 20.00 uur, maar Ray laat het gezelschap een half uur in de kou staan voor hij eens komt aankakken. Een vriendelijk woord voor zijn tienerzoon Robbie of de kleine Rachel kan er niet af. “Hallo, Rachel,” zegt hij in plaats van “Hi, sweetie”. Een partijtje honkbal gooien met zijn zoon ontaardt in sneren over en weer. Nee, met dit soort vaders maak je in Hollywood geen beste beurt, het is maar dat we het weten.
Dan is het tijd voor de invasie van de aliens. Het begint met een stevig onweer, gepaard met een vliegende storm. Als het noodweer is bedaard (en de kijker bijgekomen van de schrik) komt het wegdek in beweging. Gebouwen storten in, auto’s vliegen door de lucht en verpletteren de omstanders, en het asfalt scheurt open. Een doodenge robot – wat kleiner dan indertijd King Kong, maar niet veel kleiner – komt het gat uit en zet zijn vernietigende werk bovengronds voort.
Ray begrijpt dat haast geboden is. Hij sleurt de kinderen de straat op, steelt de enige auto die het nog doet (dat is een verhaal apart) en rijdt naar het huis van zijn ex. Aan het begin van de film hebben we hem al leren kennen als een behendige automobilist en die vaardigheid komt hem nu goed van pas bij het zigzaggen tussen stilstaande auto’s en op de vlucht geslagen voetgangers. Natuurlijk is het ook in hun nieuwe behuizing niet veilig, blijkt als op luttele meters afstand een passagiersvliegtuig neerstort.
Zo gaat het maar door, afwisselend te voet (nadat een hysterische massa zich over de auto heeft ontfermd), met een pont of in het vangnet van een robot. Maar geen nood, de robots worden verslagen evenals hun kwaadaardige ontwerpers. En, minstens zo belangrijk in de wereld van Spielberg, Ray leert de kneepjes van het ouderschap. Hij zingt zelfs een slaapliedje voor Rachel en in de slotscène verzoent ook de opstandige Robbie zich met zijn vader. Fijn.
Filmisch heeft War of the Worlds de nodige beperkingen. Afgezien van Ray’s relatieperikelen en een confronterende ontmoeting met een man die definitief de kluts kwijt is (Tim Robbins), hangt de film aan elkaar van speciale effecten, ondersteund door aantallen decibels die een regelrechte bedreiging voor het gehoor vormen. Tijdens de weinige scènes die echt spannend zijn – in plaats van alleen maar overdonderend – besef je hoeveel beter de film had kunnen worden wanneer de regisseur niet had toegegeven aan de regels van de moderne actiefilm.
Op het eerste gezicht vermijdt regisseur Christopher Nolan alle valkuilen waar zijn beroemdere collega Spielberg in gekukeld is. Die man met dat vleermuispak en zijn multifunctionele auto kennen we allemaal wel. Maar hoe is hij ooit op het idee gekomen? Waarom een vleermuis en geen spin, om maar een mogelijkheid te noemen?
In de prequel - zo heet dat tegenwoordig - Batman Begins wordt dit haarfijn uitgelegd. We begrijpen aan de hand van flashbacks hoe Bruce Wayne zijn vleermuisfobie opliep en hoe korte tijd later zijn vader en moeder om het leven kwamen – waar Bruce zichzelf de schuld van gaf. Ook zien we hoe hij tijdens zijn zelfstudie van het kwaad in een Chinese gevangenis belandt (nee, het fijne is mij ook niet duidelijk geworden) en daar als misdaadbestrijder gerekruteerd wordt door ene Ducard (Liam Neeson), een hoge functionaris van ‘the League of Shadows’. Na zijn gevechtstraining komt een fundamenteel meningsverschil tussen het verbond en Bruce (Christian Bale, die net wat strenger oogt dan zijn voorganger Michael Keaton in 1989). Ducard c.s. huldigen het standpunt dat elke poel des verderfs (in dit geval Gotham City) eerst moet worden vernietigd voordat men met een schone lei kan beginnen. Bruce denkt dat zelfs in deze door en door corrupte en gewelddadige metropool met hulp van buitenaf een nieuw begin mogelijk is. Hij besluit dan ook zonder de league aan de slag te gaan.
Er gaat nog flink wat voorbereidingstijd overheen voordat hij aan zijn zuiveringsoperatie kan beginnen, maar na een uur is het dan zover. Hoofdpersonen in de complexe intrige zijn een maffioso (Tom Wilkinson), een duivelse psychiater (Cillian Murphy), een gedreven officier van justitie (Katie Holmes) en de obligate politieman die, als uitzondering op de regel, niet corrupt is (Gary Oldman). Pas tegen het eind van de film blijkt wie Batmans ultieme tegenstander is, die de andere criminelen naar zijn pijpen laat dansen.
Vanaf dat moment veranderen de toch al zwaar aangezette actiesequenties in totale chaos, waardoor horen en zien je vergaan. De puinhoop die de aliens in War of the Worlds er van maken, zijn vergelijkenderwijs een ordelijke militaire operatie. Als ooit een regisseur de schijn wekt dat het geld op moest, op wat voor manier dan ook, is het Nolan wel. En dat voor een filmmaker die met de arthousefilms Following, Memento en Insomnia een meer dan verdienstelijke staat van dienst had opgebouwd.
Het huidige Hollywood haalt het slechtste in filmmakers boven, lijkt het steeds weer.
|
||||
© 2005 Hans Knegtmans | ||||
powered by CJ2 |