archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 16
Jaargang 18
17 juni 2021
Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Kaja Draksler wil niet in een hokje Willem Minderhout

1816BS KajaDe vraag wie de volgende in de rij improviserende musici zou moeten zijn beantwoordde zichzelf: de Sloveense pianiste Kaja Draksler bracht een bundel met interviews uit over ‘innovatie en de toekomst van de muziek’, waarin zij zeven collega’s over dat thema bevraagd. Die bundel leek me een goede aanleiding om haar zelf aan de tand te voelen.

Kaja kwam in 2005 vanuit Slovenië, waar ze in Ljubljana aan een middelbare school met een muziekprogramma jazz had gestudeerd, naar Groningen waar ze aan het conservatorium haar bachelor jazzpiano behaalde. Daarna vertrok ze naar het conservatorium van Amsterdam waar ze met succes een master in klassieke compositie afrondde.

Kaja viel al snel op. In 2015 werd ze door de VIP, de Vereniging van Jazz- en Improvisatiemuziek Podia, gekozen tot één van de twee ‘Young VIPs’. De andere VIP was de pianist Loran Witteveen. Die VIP-status gaf haar de mogelijkheid om in twee duo’s, de één met de drummer Onno Govaert en de ander met de gitarist Matiss Cudars langs de Nederlandse podia te trekken. Ik zag ze indertijd in het Haagse theater Dakota. Sindsdien heb ik Kaja in allerlei bands zien optreden, onder andere met het ‘Bigtet’ van rietenblazer Michael Moore op de Groningse Zomer Jazzfietstour. Mijn beginvraag was daarom of ze via Michael Moore, die in Groningen les geeft, in de improviserende muziek is terechtgekomen.

‘Toen ik uit Slovenië op het Prins Claus Conservatorium in Groningen terecht kwam wilde ik jazzpiano studeren en dat heb ik ook gedaan. Ik speelde voornamelijk traditionele jazz. Ik volgde inderdaad ook lessen bij Michael Moore, maar hij is heel breed georiënteerd, dus ik heb van alles en nog wat van hem opgestoken en niet alleen improvisatie. Mijn Groningse tijd was een periode van kennismaken en experimenteren met van alles wat de muziek te bieden heeft. Het was voor mij echt een ontdekkingsreis. Ik speelde vooral in het atelier ‘Il Sole In Cantina’ waar het wemelde van allerlei bandjes van conservatoriumstudenten.

Pas toen ik in Amsterdam klassieke compositie ging studeren kwam ik in de impro-scene terecht. Dat klinkt misschien wat paradoxaal voor iemand die klassieke compositie studeert, maar mijn master-onderzoek ging over Cecil Taylor. Het snijvlak van gecomponeerde en geïmproviseerde muziek vind ik interessant.

Die interviews zijn eigenlijk een bijeffect van corona. Ik had wat tijd over en besloot een aantal kennissen te vragen hoe zij dachten dat de muziek er over twintig jaar bij zou staan. Het resultaat is heel divers.

Sinds enige tijd ben ik weg uit Amsterdam. Ik woon nu in Kopenhagen waar ik als buitendocent een aantal studenten begeleid. Susanna Santos Silva, die in Rotterdam gestudeerd heeft en met wie ik veel opnamen gemaakt heb, is ook naar Scandinavië vertrokken en woont in Stockholm. De Scandinavische landen wemelen van de talentvolle muzikanten. Het geheim is simpel: politieke aandacht. Muzikanten zijn hier niet rijk, maar ze kunnen van hun vak leven. Dat is in veel landen alles behalve vanzelfsprekend. Er is ook publiek voor. Het Scandinavische publiek is ook wat jonger dan in Nederland. In Oost-Europa is het publiek veel jonger. In Slovenië zie je gek genoeg veel mensen in het publiek tussen de dertig en de vijftig. Dat is een leeftijdsgroep die je elders vrijwel niet aantreft. Ik weet niet precies hoe je die verschillen kan verklaren.

De banden met Nederland heb ik niet helemaal verbroken. Ik doe mee aan de producties in de serie ‘Doek Composes’, maar dat kan ik online doen. De leden van mijn octet, Laura Polence, Björk Níelsdóttir, Ada Rave, Ab Baars, George Dumitriu, Lennart Heyndels en Onno Govaert, wonen allemaal in Nederland en we gaan binnenkort weer toeren. Als ik in Amsterdam ben logeer ik altijd bij Andy Moor, de gitarist van The Ex, en zijn gezin. Sinds ik optrad op een festival van The Ex in Paradiso zijn we dikke vrienden.

Hoe ik mijn eigen muzikale toekomst zie? Ik laat me niet in een hokje stoppen, dus ik zit niet vastgebakken aan de improwereld. Als componist kan ik nog alle kanten uit. Het blijft een avontuur.’

Kaja Drakslers interviewbundel is verkrijgaar op Bandcamp https://kajadraksler.bandcamp.com/merch/on-innovation-and-the-future-of-music-and-art-zine en bevat interviews met de Peter Evans, Thanasis Deligiannis, Susana Santos Silva, Ab Baars, Gianluca Elia, Christopher Dell en Christian Lillinger.
https://kajadraksler.bandcamp.com/music

-----
Het plaatje is door de schrijver aangeleverd.


© 2021 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
Kaja Draksler wil niet in een hokje Willem Minderhout
1816BS KajaDe vraag wie de volgende in de rij improviserende musici zou moeten zijn beantwoordde zichzelf: de Sloveense pianiste Kaja Draksler bracht een bundel met interviews uit over ‘innovatie en de toekomst van de muziek’, waarin zij zeven collega’s over dat thema bevraagd. Die bundel leek me een goede aanleiding om haar zelf aan de tand te voelen.

Kaja kwam in 2005 vanuit Slovenië, waar ze in Ljubljana aan een middelbare school met een muziekprogramma jazz had gestudeerd, naar Groningen waar ze aan het conservatorium haar bachelor jazzpiano behaalde. Daarna vertrok ze naar het conservatorium van Amsterdam waar ze met succes een master in klassieke compositie afrondde.

Kaja viel al snel op. In 2015 werd ze door de VIP, de Vereniging van Jazz- en Improvisatiemuziek Podia, gekozen tot één van de twee ‘Young VIPs’. De andere VIP was de pianist Loran Witteveen. Die VIP-status gaf haar de mogelijkheid om in twee duo’s, de één met de drummer Onno Govaert en de ander met de gitarist Matiss Cudars langs de Nederlandse podia te trekken. Ik zag ze indertijd in het Haagse theater Dakota. Sindsdien heb ik Kaja in allerlei bands zien optreden, onder andere met het ‘Bigtet’ van rietenblazer Michael Moore op de Groningse Zomer Jazzfietstour. Mijn beginvraag was daarom of ze via Michael Moore, die in Groningen les geeft, in de improviserende muziek is terechtgekomen.

‘Toen ik uit Slovenië op het Prins Claus Conservatorium in Groningen terecht kwam wilde ik jazzpiano studeren en dat heb ik ook gedaan. Ik speelde voornamelijk traditionele jazz. Ik volgde inderdaad ook lessen bij Michael Moore, maar hij is heel breed georiënteerd, dus ik heb van alles en nog wat van hem opgestoken en niet alleen improvisatie. Mijn Groningse tijd was een periode van kennismaken en experimenteren met van alles wat de muziek te bieden heeft. Het was voor mij echt een ontdekkingsreis. Ik speelde vooral in het atelier ‘Il Sole In Cantina’ waar het wemelde van allerlei bandjes van conservatoriumstudenten.

Pas toen ik in Amsterdam klassieke compositie ging studeren kwam ik in de impro-scene terecht. Dat klinkt misschien wat paradoxaal voor iemand die klassieke compositie studeert, maar mijn master-onderzoek ging over Cecil Taylor. Het snijvlak van gecomponeerde en geïmproviseerde muziek vind ik interessant.

Die interviews zijn eigenlijk een bijeffect van corona. Ik had wat tijd over en besloot een aantal kennissen te vragen hoe zij dachten dat de muziek er over twintig jaar bij zou staan. Het resultaat is heel divers.

Sinds enige tijd ben ik weg uit Amsterdam. Ik woon nu in Kopenhagen waar ik als buitendocent een aantal studenten begeleid. Susanna Santos Silva, die in Rotterdam gestudeerd heeft en met wie ik veel opnamen gemaakt heb, is ook naar Scandinavië vertrokken en woont in Stockholm. De Scandinavische landen wemelen van de talentvolle muzikanten. Het geheim is simpel: politieke aandacht. Muzikanten zijn hier niet rijk, maar ze kunnen van hun vak leven. Dat is in veel landen alles behalve vanzelfsprekend. Er is ook publiek voor. Het Scandinavische publiek is ook wat jonger dan in Nederland. In Oost-Europa is het publiek veel jonger. In Slovenië zie je gek genoeg veel mensen in het publiek tussen de dertig en de vijftig. Dat is een leeftijdsgroep die je elders vrijwel niet aantreft. Ik weet niet precies hoe je die verschillen kan verklaren.

De banden met Nederland heb ik niet helemaal verbroken. Ik doe mee aan de producties in de serie ‘Doek Composes’, maar dat kan ik online doen. De leden van mijn octet, Laura Polence, Björk Níelsdóttir, Ada Rave, Ab Baars, George Dumitriu, Lennart Heyndels en Onno Govaert, wonen allemaal in Nederland en we gaan binnenkort weer toeren. Als ik in Amsterdam ben logeer ik altijd bij Andy Moor, de gitarist van The Ex, en zijn gezin. Sinds ik optrad op een festival van The Ex in Paradiso zijn we dikke vrienden.

Hoe ik mijn eigen muzikale toekomst zie? Ik laat me niet in een hokje stoppen, dus ik zit niet vastgebakken aan de improwereld. Als componist kan ik nog alle kanten uit. Het blijft een avontuur.’

Kaja Drakslers interviewbundel is verkrijgaar op Bandcamp https://kajadraksler.bandcamp.com/merch/on-innovation-and-the-future-of-music-and-art-zine en bevat interviews met de Peter Evans, Thanasis Deligiannis, Susana Santos Silva, Ab Baars, Gianluca Elia, Christopher Dell en Christian Lillinger.
https://kajadraksler.bandcamp.com/music

-----
Het plaatje is door de schrijver aangeleverd.
© 2021 Willem Minderhout
powered by CJ2