archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 18
15 april 2021
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Total enlightenment, feuilleton (1) Bram Schilperoord

1812BS Total1Begin jaren tachtig. Hoogtijjaren voor goedgelovigen. Praat- en gespreksgroepen domineerden het dagelijks bestaan. Alles was bespreekbaar en werd dan ook besproken. Elke conversatie ving aan met de zin: 'Ik heb zoiets van ...' en eindigde met 'weet je wel'. Semi-religieuze bewegingen verrezen als paddenstoelen uit de grond. De jaren tachtig. Verloren jaren achteraf beschouwd, maar dat wisten we toen nog niet.
Ik was op weg naar een kennismakingsweekend met de Baghwan-beweging. Dat was georganiseerd door het Humanistisch Verbond, een organisatie die weliswaar het geloof aan een persoonlijke god afwees maar door de tijdgeest gedwongen was water in de wijn te doen. Ik was verbaasd over de populariteit van de beweging en begreep niet goed waarom mensen naam en identiteit opgaven voor een leven in dienst van de Indiase goeroe. Op een boerderij in Drenthe zou ik ingewijd worden in de grondbeginselen van de spraakmakende sekte. Rijkelijk laat kwam ik aan op het aangegeven adres, een klein uitgevallen boerderijtje, meer een boerenschuur, maar dat zou ik pas de volgende ochtend zien.

‘Hè, hè, daar ben je eindelijk!’, hoorde ik iemand achter de staldeur zeggen, toen ik er op bonkte. De deur zwaaide open. In het halletje nam een groepje mensen mij nieuwsgierig op. ‘Nou, je bent wel èrg laat zèg, eigenlijk had ik je al afgeschreven’, mopperde een oudere man die zich voorstelde met de naam Jacco. Hij gaf me een kletsnatte hand. Was hij bezig met de afwas? Dat was niet het geval. Aan de gejaagde uitdrukking op zijn gezicht was te merken dat hij knap zenuwachtig was. Ik volgde hem naar binnen en stelde me beleefd voor aan de aanwezigen. Het merendeel was van gevorderde leeftijd, variërend van 40 tot 60 jaar. Twaalf mannen en tien vrouwen telde het gezelschap. Tot mijn geruststelling waren daarvan slechts drie verkleed in oranje gewaden. Of ik al had gegeten? Ja? Dat kwam goed uit, dan kon er gelijk begonnen worden met de 'avondsessie' en daarna naar bed 'want morgen was het weer vroeg dag'. ‘Maar zoek eerst even een slaapplaatsje’. ‘Waar?’ ‘Nou ergens achteraan. Daar is nog wel plaats’.

Dat viel tegen. De boerderij bleek maar een beperkt aantal stapelbedden te hebben die allemaal al waren geannexeerd door de eerder gearriveerde cursisten. ‘Nee, dát bed was bezet en dát ook!’ In de recreatieruimte werden inmiddels voorbereidingen getroffen voor de avondsessie. ‘Trek wat makkelijks aan’, zei een van de vrouwen tegen me, ‘een hemdje en een onderbroek of zo want we gaan het warm krijgen hoor’! Zelf droeg ze een onderjurk in een passende lichtroze kleur.
Ik trok een T-shirt en een trainingsbroek aan en beproefde een gesprekje met een aardig uitziend meisje dat een beetje uit de toon viel in het gezelschap. Net toen ze haar naam wilde noemen, gaf een luide slag op een gong aan dat de sessie zou beginnen. We werden verzocht een kring te vormen en elkaar een hand te geven. Een muziekcassette werd ingedrukt en weldra was de ruimte gevuld met Indiase klanken, atonale muziek met veel stiltes.

In opdracht van Jacco, die midden in de kring stond, moesten we elkaar hard in de handen knijpen en degene die rechts van je stond diep in de ogen kijken. Ik keek de man die mijn rechterhand vasthield innig in de ogen en hield dat ongeveer een minuut vol. Hijzelf staarde naar mijn sokken. Na enige tijd klonk er een belletje en wendde men de blikken naar links. De vrouw aan die kant deed helemaal geen poging de instructies op te volgen en hield haar ogen strak gesloten. Na weer vijf minuten herhaalde zich de handeling en wendden we ons weer massaal naar rechts. Totdat er een half uur om was. We konden nu even ontspannen, zei Jacco.
Nu werd er andere muziek opgezet, wat 'wilder'. Het was de bedoeling dat we ons zouden uitleven op deze klanken.

‘Gewoon bewégen, laat je maar gaan!’, zei Jacco. ‘Vooruit zèg, niet zo harkerig’, riep hij na een tijdje. ‘Schreeuw het maar uit, úit je. Laat je armen werken als molenwieken, vóel dat je een lichaam hebt, gíl het uit’, fulmineerde hij nu.
Dat was eigenlijk wel het laatste waar ik behoefte aan had na mijn lange autorit. Mijn ingehouden expressie oogstte dan ook merkbaar niet zijn goedkeuring, maar hij drong niet verder aan. Na weer een half uur kwam er een einde aan deze commotie. Ik voelde me inderdaad wat bezweet, de vrouw met de onderjurk had gelijk gehad. Met een 'slaap wèl lieve vrienden en vriendinnen', verdween Jacco naar zijn ongetwijfeld comfortabele slaapplaats.

(Wordt vervolgd)

-------
Het plaatje is van Coc van Duijn
Meer informatie: http://cocvanduijn.nl/


© 2021 Bram Schilperoord meer Bram Schilperoord - meer "Het leven zelf"
Beschouwingen > Het leven zelf
Total enlightenment, feuilleton (1) Bram Schilperoord
1812BS Total1Begin jaren tachtig. Hoogtijjaren voor goedgelovigen. Praat- en gespreksgroepen domineerden het dagelijks bestaan. Alles was bespreekbaar en werd dan ook besproken. Elke conversatie ving aan met de zin: 'Ik heb zoiets van ...' en eindigde met 'weet je wel'. Semi-religieuze bewegingen verrezen als paddenstoelen uit de grond. De jaren tachtig. Verloren jaren achteraf beschouwd, maar dat wisten we toen nog niet.
Ik was op weg naar een kennismakingsweekend met de Baghwan-beweging. Dat was georganiseerd door het Humanistisch Verbond, een organisatie die weliswaar het geloof aan een persoonlijke god afwees maar door de tijdgeest gedwongen was water in de wijn te doen. Ik was verbaasd over de populariteit van de beweging en begreep niet goed waarom mensen naam en identiteit opgaven voor een leven in dienst van de Indiase goeroe. Op een boerderij in Drenthe zou ik ingewijd worden in de grondbeginselen van de spraakmakende sekte. Rijkelijk laat kwam ik aan op het aangegeven adres, een klein uitgevallen boerderijtje, meer een boerenschuur, maar dat zou ik pas de volgende ochtend zien.

‘Hè, hè, daar ben je eindelijk!’, hoorde ik iemand achter de staldeur zeggen, toen ik er op bonkte. De deur zwaaide open. In het halletje nam een groepje mensen mij nieuwsgierig op. ‘Nou, je bent wel èrg laat zèg, eigenlijk had ik je al afgeschreven’, mopperde een oudere man die zich voorstelde met de naam Jacco. Hij gaf me een kletsnatte hand. Was hij bezig met de afwas? Dat was niet het geval. Aan de gejaagde uitdrukking op zijn gezicht was te merken dat hij knap zenuwachtig was. Ik volgde hem naar binnen en stelde me beleefd voor aan de aanwezigen. Het merendeel was van gevorderde leeftijd, variërend van 40 tot 60 jaar. Twaalf mannen en tien vrouwen telde het gezelschap. Tot mijn geruststelling waren daarvan slechts drie verkleed in oranje gewaden. Of ik al had gegeten? Ja? Dat kwam goed uit, dan kon er gelijk begonnen worden met de 'avondsessie' en daarna naar bed 'want morgen was het weer vroeg dag'. ‘Maar zoek eerst even een slaapplaatsje’. ‘Waar?’ ‘Nou ergens achteraan. Daar is nog wel plaats’.

Dat viel tegen. De boerderij bleek maar een beperkt aantal stapelbedden te hebben die allemaal al waren geannexeerd door de eerder gearriveerde cursisten. ‘Nee, dát bed was bezet en dát ook!’ In de recreatieruimte werden inmiddels voorbereidingen getroffen voor de avondsessie. ‘Trek wat makkelijks aan’, zei een van de vrouwen tegen me, ‘een hemdje en een onderbroek of zo want we gaan het warm krijgen hoor’! Zelf droeg ze een onderjurk in een passende lichtroze kleur.
Ik trok een T-shirt en een trainingsbroek aan en beproefde een gesprekje met een aardig uitziend meisje dat een beetje uit de toon viel in het gezelschap. Net toen ze haar naam wilde noemen, gaf een luide slag op een gong aan dat de sessie zou beginnen. We werden verzocht een kring te vormen en elkaar een hand te geven. Een muziekcassette werd ingedrukt en weldra was de ruimte gevuld met Indiase klanken, atonale muziek met veel stiltes.

In opdracht van Jacco, die midden in de kring stond, moesten we elkaar hard in de handen knijpen en degene die rechts van je stond diep in de ogen kijken. Ik keek de man die mijn rechterhand vasthield innig in de ogen en hield dat ongeveer een minuut vol. Hijzelf staarde naar mijn sokken. Na enige tijd klonk er een belletje en wendde men de blikken naar links. De vrouw aan die kant deed helemaal geen poging de instructies op te volgen en hield haar ogen strak gesloten. Na weer vijf minuten herhaalde zich de handeling en wendden we ons weer massaal naar rechts. Totdat er een half uur om was. We konden nu even ontspannen, zei Jacco.
Nu werd er andere muziek opgezet, wat 'wilder'. Het was de bedoeling dat we ons zouden uitleven op deze klanken.

‘Gewoon bewégen, laat je maar gaan!’, zei Jacco. ‘Vooruit zèg, niet zo harkerig’, riep hij na een tijdje. ‘Schreeuw het maar uit, úit je. Laat je armen werken als molenwieken, vóel dat je een lichaam hebt, gíl het uit’, fulmineerde hij nu.
Dat was eigenlijk wel het laatste waar ik behoefte aan had na mijn lange autorit. Mijn ingehouden expressie oogstte dan ook merkbaar niet zijn goedkeuring, maar hij drong niet verder aan. Na weer een half uur kwam er een einde aan deze commotie. Ik voelde me inderdaad wat bezweet, de vrouw met de onderjurk had gelijk gehad. Met een 'slaap wèl lieve vrienden en vriendinnen', verdween Jacco naar zijn ongetwijfeld comfortabele slaapplaats.

(Wordt vervolgd)

-------
Het plaatje is van Coc van Duijn
Meer informatie: http://cocvanduijn.nl/
© 2021 Bram Schilperoord
powered by CJ2