archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 18
12 maart 2021
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
De Peking terug in Hamburg Dik Kruithof

1810VG Peking1In 1909 bestelde de Hamburger rederij Laeisz de viermaster Peking voor de salpetervaart op Chili, samen met het zusterschip Passat. Alle schepen uit de Vliegende P-serie van de rederij droegen een naam die begon met een P, afkomstig van de bijnaam Pudel van Sophie Laeisz, de vrouw van de reder die een nogal wijduitstaand kapsel had. De Peking liep op 25 februari 1911 van stapel bij de werf Blohm & Voss in Hamburg en begon op 22 juni haar eerste reis naar Valparaiso, met als speciale passagier een Amerikaan die een filmcamera gekocht had en prachtige opnamen maakte van de passage rond Kaap Hoorn.

Januari 1912 was ze terug in Hamburg en zeilde daarna nog driemaal naar Chili, voor ze in augustus 1914 met acht andere zeilboten van Laeisz geïnterneerd werd wegens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Na die oorlog ging ze als herstelbetaling naar Italië, maar werd in 1923 weer teruggekocht door Laeisz en deed tot 1932 dienst als vracht- en opleidingsschip voor de rederij. In 1932 verkocht de Hamburger reder het schip aan een Engels opleidingsinstituut en werd ze omgedoopt in Arethusa. Na in de oorlog onder de oude naam Peking dienst te hebben gedaan als marine-woonboot werd ze na de oorlog weer gewoon Arethusa. Tot ze in 1974 gekocht werd door de J. Aron Stichting in New York. De romp werd door de Nederlandse sleepboot Utrecht naar New York gesleept, het schip werd weer helemaal opgetuigd en maakte als Peking (met thuishaven Hamburg) ruim dertig jaar deel uit van het South Street Seaport Museum in New York.

Tot 2012 was de Peking het New Yorkse symbool van de oude zeilvaart. Haar bijna zusterschip Padua, uit de Vliegende P-serie van Laeisz, was ondertussen in bezit gekomen van de Russische Marine en onder de naam ‘Kruzenshtern’ wereldberoemd geworden als een van de grootste1810VG Peking2 deelnemers aan de Tall Ships Races en is onder meer op bezoek geweest bij een aantal afleveringen van Sail Amsterdam. Het zusterschip Passat ligt als museumschip in Travemünde.

In oktober 2012 werd bekend dat er in New York geen plek meer was voor de Peking (die heel slecht onderhouden was). Het museum was bereid om het schip weg te geven, maar de ontvanger moest het wel weghalen, want wegvaren was niet meer verantwoord. Hamburg was toen klaar om in actie te komen. In de Stiftung Historische Museen Hamburg waren in 2008 de belangrijkste musea van de Hanzestad samengebracht. Deze stichting slaagde erin om van de Bondsregering een grote garantie te krijgen voor de renovatie van de Peking en kocht het schip in 2015 voor 100 dollar. Het werd op het drijvend dok Combi Dock III over de oceaan weer naar Hamburg gebracht en kwam op 2 augustus 2017 aan op de Peters Werf. Na een uitgebreide restauratie is het op 7 september 2020 als museumschip overgedragen aan de Stiftung. Totdat het Duitse Havenmuseum aan de Kleine Grasbrook klaar is ligt de Peking aan de Bremer kade in de Hansahaven. Hier wordt ze ingericht als museum en in de loop van dit jaar zal de historische ‘Hamborger Veermaster’ weer te bezichtigen zijn.

De NDR zond een documentaire uit over het schip met de titel ‘Ein Groszsegler für Hamburg’, met prachtige opnamen van de eerste reis. Uiteraard lag de nadruk op het restauratieproces, waarbij het een genoegen was om te zien met hoeveel plezier de vrouwen en mannen aan het schip werkten. Leuk was een kort gesprek met Marijke de Jong, schiffsbau-konstrukteurin, en wie haar opzoekt vindt op www.scheepspost.info een mooi verhaal over het werk van de groep scheepsbouwende vrouwen die meegewerkt heeft aan deze restauratie.

-------
De plaatjes zijn van de schrijver


© 2021 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
De Peking terug in Hamburg Dik Kruithof
1810VG Peking1In 1909 bestelde de Hamburger rederij Laeisz de viermaster Peking voor de salpetervaart op Chili, samen met het zusterschip Passat. Alle schepen uit de Vliegende P-serie van de rederij droegen een naam die begon met een P, afkomstig van de bijnaam Pudel van Sophie Laeisz, de vrouw van de reder die een nogal wijduitstaand kapsel had. De Peking liep op 25 februari 1911 van stapel bij de werf Blohm & Voss in Hamburg en begon op 22 juni haar eerste reis naar Valparaiso, met als speciale passagier een Amerikaan die een filmcamera gekocht had en prachtige opnamen maakte van de passage rond Kaap Hoorn.

Januari 1912 was ze terug in Hamburg en zeilde daarna nog driemaal naar Chili, voor ze in augustus 1914 met acht andere zeilboten van Laeisz geïnterneerd werd wegens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Na die oorlog ging ze als herstelbetaling naar Italië, maar werd in 1923 weer teruggekocht door Laeisz en deed tot 1932 dienst als vracht- en opleidingsschip voor de rederij. In 1932 verkocht de Hamburger reder het schip aan een Engels opleidingsinstituut en werd ze omgedoopt in Arethusa. Na in de oorlog onder de oude naam Peking dienst te hebben gedaan als marine-woonboot werd ze na de oorlog weer gewoon Arethusa. Tot ze in 1974 gekocht werd door de J. Aron Stichting in New York. De romp werd door de Nederlandse sleepboot Utrecht naar New York gesleept, het schip werd weer helemaal opgetuigd en maakte als Peking (met thuishaven Hamburg) ruim dertig jaar deel uit van het South Street Seaport Museum in New York.

Tot 2012 was de Peking het New Yorkse symbool van de oude zeilvaart. Haar bijna zusterschip Padua, uit de Vliegende P-serie van Laeisz, was ondertussen in bezit gekomen van de Russische Marine en onder de naam ‘Kruzenshtern’ wereldberoemd geworden als een van de grootste1810VG Peking2 deelnemers aan de Tall Ships Races en is onder meer op bezoek geweest bij een aantal afleveringen van Sail Amsterdam. Het zusterschip Passat ligt als museumschip in Travemünde.

In oktober 2012 werd bekend dat er in New York geen plek meer was voor de Peking (die heel slecht onderhouden was). Het museum was bereid om het schip weg te geven, maar de ontvanger moest het wel weghalen, want wegvaren was niet meer verantwoord. Hamburg was toen klaar om in actie te komen. In de Stiftung Historische Museen Hamburg waren in 2008 de belangrijkste musea van de Hanzestad samengebracht. Deze stichting slaagde erin om van de Bondsregering een grote garantie te krijgen voor de renovatie van de Peking en kocht het schip in 2015 voor 100 dollar. Het werd op het drijvend dok Combi Dock III over de oceaan weer naar Hamburg gebracht en kwam op 2 augustus 2017 aan op de Peters Werf. Na een uitgebreide restauratie is het op 7 september 2020 als museumschip overgedragen aan de Stiftung. Totdat het Duitse Havenmuseum aan de Kleine Grasbrook klaar is ligt de Peking aan de Bremer kade in de Hansahaven. Hier wordt ze ingericht als museum en in de loop van dit jaar zal de historische ‘Hamborger Veermaster’ weer te bezichtigen zijn.

De NDR zond een documentaire uit over het schip met de titel ‘Ein Groszsegler für Hamburg’, met prachtige opnamen van de eerste reis. Uiteraard lag de nadruk op het restauratieproces, waarbij het een genoegen was om te zien met hoeveel plezier de vrouwen en mannen aan het schip werkten. Leuk was een kort gesprek met Marijke de Jong, schiffsbau-konstrukteurin, en wie haar opzoekt vindt op www.scheepspost.info een mooi verhaal over het werk van de groep scheepsbouwende vrouwen die meegewerkt heeft aan deze restauratie.

-------
De plaatjes zijn van de schrijver
© 2021 Dik Kruithof
powered by CJ2