archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 18
25 februari 2021
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Een duel met Eduardo Halfon Frits Hoorweg

1809VG DuelVan mijn zoon kreeg ik een verhalenbundel cadeau, besteld bij en bezorgd via BolCom. Het ging vergezeld van een aanmoediging hem te melden wat ik ervan vond. Linke soep, voor je het weet komen er dramatische verschillen van inzicht boven water. Maar ja, niks aan te doen, de teerling is geworpen. Daar komt bij dat de titel meteen al iets uitdagends heeft: ‘Duel’. Althans dat is de titel die gekozen is voor de Nederlandse vertaling. De oorspronkelijk Spaanstalige uitgave droeg de (gecombineerde) titel van het eerste en het laatste verhaal van de bundel: ‘Signor Hoffman/Duelo’.

De schrijver, Eduardo Halfon, laat in al die verhalen de verteller worstelen met herinneringen. Niet alleen die van de verteller zelf, maar ook die van familie en lotgenoten. Allemaal slachtoffers van de Jodenvervolging, ook als ze het vege lijf hebben weten te redden, of als ze geboren zijn uit ouders die het er liever niet meer over hebben. De ouders van de schrijver zijn blijkbaar, via de VS, in Guatemala terechtgekomen. Tenminste, als ik het onderscheid tussen verteller en schrijver nu maar terzijde schuif, dat lijkt me niet al te gewaagd.

De verteller is meestal op reis. In Polen bekijkt hij het huis waar zijn grootouders een tijdje zouden hebben gewoond. Hij laat zich daar de weg wijzen door een merkwaardige oudere vrouw, die hem is aanbevolen als iemand die van dat soort dingen afweet. Zelfs als hij binnen Guatemala (of het aangrenzende, inmiddels zelfstandige Belize) op zoek gaat naar de plek waar zijn vader iets verschrikkelijks zou hebben meegemaakt voelt hij zich blijkbaar een vreemdeling. De mensen die hij de weg vraagt, of om een andere reden aanspreekt, behandelen hem ook als zodanig. Voor zover er een verhaal wordt gereconstrueerd gebeurt dat in zijn eigen hoofd.

De verhalen van Halfon doen mij denken aan de boeken van Modiano. Ook die laat zijn hoofdpersonen worstelen met herinneringen. Hij doet dat alleen op een veel gepolijstere, meer literaire manier dan Halfon. De verteller maakt bij Modiano iets mee dat hem herinnert aan een kwestie, vaak een onfris zaakje, waar hij bij betrokken is geweest. Het herinnert hem er niet alleen aan, het lijkt er zelfs een nieuw licht op te werpen! Na wat verwikkelingen die enig nieuw licht op de zaak werpen, loopt het onderzoek dan toch weer dood. Nou ja, ik noem dat nu wel ‘meer literair’, maar de literatuur kent natuurlijk meerdere verschijningsvormen.

Halfon lijkt meer gevoelig voor en geïnteresseerd in de emoties die de zoektocht onderweg oproept en in de merkwaardige types die hij tegenkomt. Wat te denken van die oude, sigaretten paffende dame die hem vergezelt in Warschau?
In het openingsverhaal komt hij aan in Italië om iets te doen rond de opening van een voormalig kamp dat de herinnering aan de Jodenvervolging levend moet houden. Alras ontdekt hij, z’n hoofd tolt nog van de ‘jetlag’, dat het zogenaamde kamp niet eens gesitueerd is op de plek waar ooit een echt kamp was. Van de weeromstuit zuipt hij zich ergens een stuk in zijn kraag.

Wat maakt dit soort wanhopige zoektochten zo onweerstaanbaar? Aan een detectiveboek of zoiets stel je toch meestal min of meer de eis dat er een oplossing komt: een duiding van de gebeurtenissen en liefst ook het aanwijzen van een of meer schuldigen. In dit genre gelden blijkbaar andere wetten.
Waar ik ook niet zeker van ben is de vraag waarom zoonlief mij dit boek niet alleen schenkt, maar ook zo nadrukkelijk om commentaar vraagt. Proef ik een zekere onvrede met het feit dat onze familie maar een saaie bedoening lijkt, zonder gruwelijke herinneringen waar je, hoewel huiverend, toch van kunt ‘genieten’? Of waar je zelfs onderzoek naar kunt gaan doen.

Nou misschien kan ik hem toch een handreiking doen. De vraag die mij wel eens dwars zit is: waarom heet ik eigenlijk Frits? Dat is een naam die in de familie niet voorkwam, aan vaders- noch aan moederskant. In 1947 (mijn geboortejaar) was het nog niet zo gebruikelijk om zo maar een naam te kiezen omdat je ‘m leuk vond. Bovendien was het net na de oorlog en Frits doet nogal Duits aan, naar mijn idee. Toen die vraag bij mij opkwam leefden mijn beide ouders al niet meer en het zat mij zelf niet in die mate dwars dat ik er werk van heb gemaakt. Wel speelt er onwillekeurig af en toe een (deels) zelf bedacht verhaal door mijn hoofd.

Mijn vader is in de oorlog tewerkgesteld geweest in Stettin, toen gelegen in Noord-Duitsland, nu is het van Polen en heet het Szczecin. Bij een bombardement is hij daar serieus gewond geraakt, hij liep later af en toe nog een beetje te trekkebenen. Hij kon ook behoorlijk in de war raken van herrie die ‘m overviel. Ik herinner mij een vuurwerkshow in het oude ADO-stadion, waarvan hij de aankondiging had gemist. Dat gaf wel even paniek.

Zou het zo kunnen zijn dat ene Fritz toen zijn leven heeft gered? Het lijkt mij sterk dat je hem terugvindt, maar ja, in gedachten is alles mogelijk.

-----
Misschien helpt dit ook nog om de fantasie te prikkelen: Stettin 1945

© 2021 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Een duel met Eduardo Halfon Frits Hoorweg
1809VG DuelVan mijn zoon kreeg ik een verhalenbundel cadeau, besteld bij en bezorgd via BolCom. Het ging vergezeld van een aanmoediging hem te melden wat ik ervan vond. Linke soep, voor je het weet komen er dramatische verschillen van inzicht boven water. Maar ja, niks aan te doen, de teerling is geworpen. Daar komt bij dat de titel meteen al iets uitdagends heeft: ‘Duel’. Althans dat is de titel die gekozen is voor de Nederlandse vertaling. De oorspronkelijk Spaanstalige uitgave droeg de (gecombineerde) titel van het eerste en het laatste verhaal van de bundel: ‘Signor Hoffman/Duelo’.

De schrijver, Eduardo Halfon, laat in al die verhalen de verteller worstelen met herinneringen. Niet alleen die van de verteller zelf, maar ook die van familie en lotgenoten. Allemaal slachtoffers van de Jodenvervolging, ook als ze het vege lijf hebben weten te redden, of als ze geboren zijn uit ouders die het er liever niet meer over hebben. De ouders van de schrijver zijn blijkbaar, via de VS, in Guatemala terechtgekomen. Tenminste, als ik het onderscheid tussen verteller en schrijver nu maar terzijde schuif, dat lijkt me niet al te gewaagd.

De verteller is meestal op reis. In Polen bekijkt hij het huis waar zijn grootouders een tijdje zouden hebben gewoond. Hij laat zich daar de weg wijzen door een merkwaardige oudere vrouw, die hem is aanbevolen als iemand die van dat soort dingen afweet. Zelfs als hij binnen Guatemala (of het aangrenzende, inmiddels zelfstandige Belize) op zoek gaat naar de plek waar zijn vader iets verschrikkelijks zou hebben meegemaakt voelt hij zich blijkbaar een vreemdeling. De mensen die hij de weg vraagt, of om een andere reden aanspreekt, behandelen hem ook als zodanig. Voor zover er een verhaal wordt gereconstrueerd gebeurt dat in zijn eigen hoofd.

De verhalen van Halfon doen mij denken aan de boeken van Modiano. Ook die laat zijn hoofdpersonen worstelen met herinneringen. Hij doet dat alleen op een veel gepolijstere, meer literaire manier dan Halfon. De verteller maakt bij Modiano iets mee dat hem herinnert aan een kwestie, vaak een onfris zaakje, waar hij bij betrokken is geweest. Het herinnert hem er niet alleen aan, het lijkt er zelfs een nieuw licht op te werpen! Na wat verwikkelingen die enig nieuw licht op de zaak werpen, loopt het onderzoek dan toch weer dood. Nou ja, ik noem dat nu wel ‘meer literair’, maar de literatuur kent natuurlijk meerdere verschijningsvormen.

Halfon lijkt meer gevoelig voor en geïnteresseerd in de emoties die de zoektocht onderweg oproept en in de merkwaardige types die hij tegenkomt. Wat te denken van die oude, sigaretten paffende dame die hem vergezelt in Warschau?
In het openingsverhaal komt hij aan in Italië om iets te doen rond de opening van een voormalig kamp dat de herinnering aan de Jodenvervolging levend moet houden. Alras ontdekt hij, z’n hoofd tolt nog van de ‘jetlag’, dat het zogenaamde kamp niet eens gesitueerd is op de plek waar ooit een echt kamp was. Van de weeromstuit zuipt hij zich ergens een stuk in zijn kraag.

Wat maakt dit soort wanhopige zoektochten zo onweerstaanbaar? Aan een detectiveboek of zoiets stel je toch meestal min of meer de eis dat er een oplossing komt: een duiding van de gebeurtenissen en liefst ook het aanwijzen van een of meer schuldigen. In dit genre gelden blijkbaar andere wetten.
Waar ik ook niet zeker van ben is de vraag waarom zoonlief mij dit boek niet alleen schenkt, maar ook zo nadrukkelijk om commentaar vraagt. Proef ik een zekere onvrede met het feit dat onze familie maar een saaie bedoening lijkt, zonder gruwelijke herinneringen waar je, hoewel huiverend, toch van kunt ‘genieten’? Of waar je zelfs onderzoek naar kunt gaan doen.

Nou misschien kan ik hem toch een handreiking doen. De vraag die mij wel eens dwars zit is: waarom heet ik eigenlijk Frits? Dat is een naam die in de familie niet voorkwam, aan vaders- noch aan moederskant. In 1947 (mijn geboortejaar) was het nog niet zo gebruikelijk om zo maar een naam te kiezen omdat je ‘m leuk vond. Bovendien was het net na de oorlog en Frits doet nogal Duits aan, naar mijn idee. Toen die vraag bij mij opkwam leefden mijn beide ouders al niet meer en het zat mij zelf niet in die mate dwars dat ik er werk van heb gemaakt. Wel speelt er onwillekeurig af en toe een (deels) zelf bedacht verhaal door mijn hoofd.

Mijn vader is in de oorlog tewerkgesteld geweest in Stettin, toen gelegen in Noord-Duitsland, nu is het van Polen en heet het Szczecin. Bij een bombardement is hij daar serieus gewond geraakt, hij liep later af en toe nog een beetje te trekkebenen. Hij kon ook behoorlijk in de war raken van herrie die ‘m overviel. Ik herinner mij een vuurwerkshow in het oude ADO-stadion, waarvan hij de aankondiging had gemist. Dat gaf wel even paniek.

Zou het zo kunnen zijn dat ene Fritz toen zijn leven heeft gered? Het lijkt mij sterk dat je hem terugvindt, maar ja, in gedachten is alles mogelijk.

-----
Misschien helpt dit ook nog om de fantasie te prikkelen: Stettin 1945
© 2021 Frits Hoorweg
powered by CJ2