archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 2
16 juni 2005
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
De God van de gaten Willem Minderhout

0215 God van de gaten
In Dode Polen vertelde ik u over Kardinaal Pölätüo, de hoofdpersoon van het gelijknamige boek van Stefan Themerson. Deze kardinaal kon heel goed leven met de wetenschappelijke vooruitgang omdat de indirecte kennis waar deze op gebaseerd was van een heel andere orde was dan de directe kennis die afkomstig is van God. Toen echter filosofen als Russell meenden dat het wetenschappelijk bewijsbaar is dat God niet bestaat probeerde hij in te grijpen. Wetenschap is mooi, maar ze moet zich wel tot haar eigen domein beperken en niet het terrein van de directe kennis betreden!

Momenteel is dankzij onze onvolprezen minister Maria van der Hoeven een tegengestelde beweging te zien. Terwijl het onderwijs - van crèche tot universiteit - in zijn voegen kraakt vanwege de gaten in haar begroting, roept onze Maria de theologie te hulp om ‘de gaten in de wetenschap’ te dichten. Dit nu zou Pölätüo een gruwel geweest zijn. Net zomin als Russell zich als wetenschapsfilosoof met zaken van directe kennis diende te bemoeien, dient onze Maria zich vanuit haar vage ‘ietsistige’ vermoedens met de wereld van de indirecte kennis in te laten!

Gelukkig ontdekte ik onlangs een Pölätüist, die tegen de vermenging van directe en indirecte kennis ten strijde trekt. Misschien is dat overigens kardinaal Pölätüo zelf wel, want toen Themerson zijn biografie geschreven had was deze kerkvorst, geboren in het jaar 1822, al 132 jaar oud en was er nog geen enkel teken van aftakeling of verval te bespeuren. In tegendeel: in het jaar 2020 voorziet Themerson een wonderbaarlijke vermenigvuldiging van het aantal Pölätüo’s door een incident met een state of the art faxapparaat.
Het vermoeden dat hij nog leeft stak bij mij de kop op toen het volgende bericht verscheen in de Nieuwe Rotterdamse Courant. Als het inderdaad van de hand van Pölätüo was, dan gebruikt hij momenteel als nom de plume de naam van een andere schier onsterfelijke: Willem Drees. (Waarvan ik overigens ook niet geloof dat hij echt overleden is.) Hij heeft er echter voor de vorm een ‘B.’ tussen gezet en onze Roomse prelaat geeft zich nu uit voor dominee.

Deze ‘Willem B. Drees’ roept ons vanaf de krantenpagina op om niet ‘in een God-van-de-gaten’ te geloven, want ‘zij die tegen evolutie strijden, doen dat ten dienste van hun geloof. Hun koers is volgens mij riskant. Ze geloven in een God-van-de-gaten, waarbij de gaten hardnekkig verdedigd moeten worden. Gelovigen die de nadruk leggen op de verwondering over het bestaan en op dankbaarheid voor datgene waar we afhankelijk van zijn, of die geraakt zijn door de Bergrede en andere woorden van en verhalen over Jezus, hoeven niet zo krampachtig te reageren op wetenschap.’

Vergelijk dit met de uitspraak van Pölätüo: ‘Het is vooral een vergissing, zo niet een ketterij, om te denken dat wonderen wetenschappelijk gezien mogelijk zijn. In tegendeel, dat zijn zij niet! Het is nu eenmaal juist omdat ze onmogelijk zijn, dat zij mogelijk zijn, want alleen de onmogelijken zijn wonderen en degenen die mogelijk zijn, zijn dat niet.’ Als de wetenschap de godsdienst niet kan funderen, dan kan het omgekeerde logischerwijs ook niet geval zijn!
Pölätüo heeft het gepresteerd om de verhouding godsdienstige waarheid (directe waarheid, dR) en wetenschappelijke waarheid (indirecte waarheid, iR) voor eens en voor altijd vast te leggen in de formule iR = P/dR. Hierbij staat P voor de kans dat iets de beschouwer daadwerkelijk zal overkomen. Hieruit volgt logischerwijs dat als wetenschappers zich volledig ‘blindstaren’ op empirische gegevens P gelijk is aan 1, waardoor hun kennis over iR groter wordt en hun kennis van dR nul begint te naderen. (Maar nooit gelijk zal zijn aan nul!) Of simpeler gezegd: hoe groter iR des te kleiner dR en andersom.

Om wetenschappers, met name de logisch positivisten onder hen, weer meer te doordringen van de relativiteit van indirecte kennis en de relevantie van directe kennis, i.c. het geloof, beveelt Pölätüo aan om ze te bombarderen met abstracte kunst. Hierin wordt de empirische werkelijkheid immers ook geproblematiseerd en gedeconstrueerd tot hij vrijwel verdwijnt. Zo ontstaat er weer ruimte in het hoofd voor de zaken des geloofs!

Ik heb bij Maria van der Hoeven een ‘business plan’ ingediend voor een op te richten ‘Kurt Schwitters Instituut voor toegepast Pölätüistisch onderzoek en therapie’. Voor een luttele drie miljoen euro per jaar denk ik daar hardnekkige gevallen als Plasterk, Icke, Borst en dergelijke te deprogrammeren door ze vierentwintig uur per dag onder te dompelen in de meest verwarrende Dada. Het resultaat mag natuurlijk niet zijn dat ze vervolgens hun zoektocht naar de vermeerdering van onze indirecte kennis zullen staken. Zij dienen dat echter te doen met inachtneming van en met eerbied voor het eeuwige mysterie.

Om mijn business plan rond te krijgen ben ik nu naarstig op zoek naar kardinaal Pölätüo en/of dominee Willem B. Drees. Ik wil ze belasten met de wetenschappelijke leiding, of een adviseurschap bij het nieuwe instituut. Mocht één van de lezers van De Leunstoel weten hoe ik ze kan bereiken, dan hoop ik dat ze mij daarvan op de hoogte willen stellen.




© 2005 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
De God van de gaten Willem Minderhout
0215 God van de gaten
In Dode Polen vertelde ik u over Kardinaal Pölätüo, de hoofdpersoon van het gelijknamige boek van Stefan Themerson. Deze kardinaal kon heel goed leven met de wetenschappelijke vooruitgang omdat de indirecte kennis waar deze op gebaseerd was van een heel andere orde was dan de directe kennis die afkomstig is van God. Toen echter filosofen als Russell meenden dat het wetenschappelijk bewijsbaar is dat God niet bestaat probeerde hij in te grijpen. Wetenschap is mooi, maar ze moet zich wel tot haar eigen domein beperken en niet het terrein van de directe kennis betreden!

Momenteel is dankzij onze onvolprezen minister Maria van der Hoeven een tegengestelde beweging te zien. Terwijl het onderwijs - van crèche tot universiteit - in zijn voegen kraakt vanwege de gaten in haar begroting, roept onze Maria de theologie te hulp om ‘de gaten in de wetenschap’ te dichten. Dit nu zou Pölätüo een gruwel geweest zijn. Net zomin als Russell zich als wetenschapsfilosoof met zaken van directe kennis diende te bemoeien, dient onze Maria zich vanuit haar vage ‘ietsistige’ vermoedens met de wereld van de indirecte kennis in te laten!

Gelukkig ontdekte ik onlangs een Pölätüist, die tegen de vermenging van directe en indirecte kennis ten strijde trekt. Misschien is dat overigens kardinaal Pölätüo zelf wel, want toen Themerson zijn biografie geschreven had was deze kerkvorst, geboren in het jaar 1822, al 132 jaar oud en was er nog geen enkel teken van aftakeling of verval te bespeuren. In tegendeel: in het jaar 2020 voorziet Themerson een wonderbaarlijke vermenigvuldiging van het aantal Pölätüo’s door een incident met een state of the art faxapparaat.
Het vermoeden dat hij nog leeft stak bij mij de kop op toen het volgende bericht verscheen in de Nieuwe Rotterdamse Courant. Als het inderdaad van de hand van Pölätüo was, dan gebruikt hij momenteel als nom de plume de naam van een andere schier onsterfelijke: Willem Drees. (Waarvan ik overigens ook niet geloof dat hij echt overleden is.) Hij heeft er echter voor de vorm een ‘B.’ tussen gezet en onze Roomse prelaat geeft zich nu uit voor dominee.

Deze ‘Willem B. Drees’ roept ons vanaf de krantenpagina op om niet ‘in een God-van-de-gaten’ te geloven, want ‘zij die tegen evolutie strijden, doen dat ten dienste van hun geloof. Hun koers is volgens mij riskant. Ze geloven in een God-van-de-gaten, waarbij de gaten hardnekkig verdedigd moeten worden. Gelovigen die de nadruk leggen op de verwondering over het bestaan en op dankbaarheid voor datgene waar we afhankelijk van zijn, of die geraakt zijn door de Bergrede en andere woorden van en verhalen over Jezus, hoeven niet zo krampachtig te reageren op wetenschap.’

Vergelijk dit met de uitspraak van Pölätüo: ‘Het is vooral een vergissing, zo niet een ketterij, om te denken dat wonderen wetenschappelijk gezien mogelijk zijn. In tegendeel, dat zijn zij niet! Het is nu eenmaal juist omdat ze onmogelijk zijn, dat zij mogelijk zijn, want alleen de onmogelijken zijn wonderen en degenen die mogelijk zijn, zijn dat niet.’ Als de wetenschap de godsdienst niet kan funderen, dan kan het omgekeerde logischerwijs ook niet geval zijn!
Pölätüo heeft het gepresteerd om de verhouding godsdienstige waarheid (directe waarheid, dR) en wetenschappelijke waarheid (indirecte waarheid, iR) voor eens en voor altijd vast te leggen in de formule iR = P/dR. Hierbij staat P voor de kans dat iets de beschouwer daadwerkelijk zal overkomen. Hieruit volgt logischerwijs dat als wetenschappers zich volledig ‘blindstaren’ op empirische gegevens P gelijk is aan 1, waardoor hun kennis over iR groter wordt en hun kennis van dR nul begint te naderen. (Maar nooit gelijk zal zijn aan nul!) Of simpeler gezegd: hoe groter iR des te kleiner dR en andersom.

Om wetenschappers, met name de logisch positivisten onder hen, weer meer te doordringen van de relativiteit van indirecte kennis en de relevantie van directe kennis, i.c. het geloof, beveelt Pölätüo aan om ze te bombarderen met abstracte kunst. Hierin wordt de empirische werkelijkheid immers ook geproblematiseerd en gedeconstrueerd tot hij vrijwel verdwijnt. Zo ontstaat er weer ruimte in het hoofd voor de zaken des geloofs!

Ik heb bij Maria van der Hoeven een ‘business plan’ ingediend voor een op te richten ‘Kurt Schwitters Instituut voor toegepast Pölätüistisch onderzoek en therapie’. Voor een luttele drie miljoen euro per jaar denk ik daar hardnekkige gevallen als Plasterk, Icke, Borst en dergelijke te deprogrammeren door ze vierentwintig uur per dag onder te dompelen in de meest verwarrende Dada. Het resultaat mag natuurlijk niet zijn dat ze vervolgens hun zoektocht naar de vermeerdering van onze indirecte kennis zullen staken. Zij dienen dat echter te doen met inachtneming van en met eerbied voor het eeuwige mysterie.

Om mijn business plan rond te krijgen ben ik nu naarstig op zoek naar kardinaal Pölätüo en/of dominee Willem B. Drees. Ik wil ze belasten met de wetenschappelijke leiding, of een adviseurschap bij het nieuwe instituut. Mocht één van de lezers van De Leunstoel weten hoe ik ze kan bereiken, dan hoop ik dat ze mij daarvan op de hoogte willen stellen.


© 2005 Willem Minderhout
powered by CJ2