![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() Nummer 15 Jaargang 2 16 juni 2005 |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Beschouwingen > De poëtische wereld | ||||
NS-kunstbezit | Jaap van Lakerveld | |||
Het denderen op onderbroken staven
Je rook uit de coupés sigarengeur
En echt tangen had de conducteur
Die in kartonnen kaartjes gaatjes gaven
Hij sloot tijdens het rijden pas de deur
Je kon je bij perrons aan koffie laven
Waarmee ze naar je raampje kwamen draven
Als reiziger ervoer je een grandeur
Een reis was in die dagen niet een rit
Een onderneming: Dat was wat het was!
Je zat daar met valies of met je tas
Een spiegeltje en NS kunstbezit.
Zie ik Co Westerik’s ‘snijden aan gras’
Dan voel ik weer hoe toen dat reizen was. |
||||
© 2005 Jaap van Lakerveld | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |