archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 18
17 december 2020
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Nordfriesland aan de Waddenzee Dik Kruithof

1805VG Nordfriesland2Mijn belangstelling voor de Waddenzee wordt steeds groter. En dan niet alleen voor het Nederlandse gedeelte maar voor de hele zeebocht, van Den Helder tot Esbjerg. Laatst kreeg ik van een vriend een prachtige tweedelige Duitse uitgave te leen. Umweltatlas Wattenmeer, een uitgave van het Umweltbundesamt, een Landesamt en uitgeverij Ulmer. Het eerste wat opviel is dat het twee delen zijn, waarbij de opmerkelijke keuze gemaakt is voor een staand deel voor het Noordfriese Waddenzeegebied en een liggend deel voor het Oostfriese. Best logisch natuurlijk want het Noordfriese deel ligt aan de linkerzijkant van Sleeswijk-Holstein en zie je dan op kaarten alleen maar van boven naar beneden. (De Oostfriese eilanden liggen altijd, aan het boveneind van Nedersaksen, keurig van links naar rechts.)

Het gebied heet Nordfriesland omdat wordt aangenomen dat het vanaf ongeveer 700 in twee golven is bevolkt door Friezen die vanuit het huidige Nederland kwamen. De eerste kolonisten zouden zich vooral op de eilanden hebben gevestigd. In de tweede golf, die gedateerd wordt rond 1100, zouden ook de kustgebieden op het vasteland zijn gekoloniseerd. De eerste schriftelijke vermelding van Friezen in deze streek is in een Deense geschiedschrijving uit het einde van de twaalfde eeuw. De Friezen vechten dan mee in een Deense koningsstrijd. Ze bevolkten met name de streek langs de Waddenzee en kregen in de loop der tijden een aanzienlijke mate van autonomie binnen het Deense rijk. Zo hielden ze hun eigen Friese recht toen in Jutland en Sleeswijk de Jyske Lov werd ingevoerd. De oudste bewaarde bron van het eigen recht van de Noord-Friezen stamt uit 1426.

In de 16e eeuw lokte Hertog Frederik van Sleeswijk-Holstein Nederlanders naar zijn land ter bevordering van de internationale handel. Hij bood volledige godsdienstvrijheid en er trokken mensen1805VG Nordfriesenkaart heen die niet tot de gevestigde kerk behoorden. Friedrichsstadt is nog steeds een Nederlands uitziende stad.

De eerste Friezen vestigden zich op de kusteilanden en ontgonnen het grote eiland Strand, waarschijnlijk zodanig dat de bodem teveel inzakte. Bij de Grote Mandränke, ook wel de tweede Marcellusvloed genoemd, in 1362 verdween een groot stuk van het eiland, met de stad Rungholt, waarschijnlijk meer dan 500 huizen, in de golven. In 1634 verdween nog een groot stuk land in een storm, de Tweede Mandränke, en sinds die tijd is alleen het eiland Pellworm met een paar halligen (kleinere eilandjes die bij storm kunnen onderlopen en waar de weinige bewoners op terpen leven) over van het eens grote Strand. Het totale waddengebied telt nog de eilanden Sylt, Amrum, Föhr en Pellworm en een tiental Halligen.

Noord Friesland is momenteel nog steeds een veeltalig gebied, met vier officiële talen: Duits, Noord-Fries (Friisk of Frasch), Deens en Neder-Saksisch. Het Nedersaksisch geldt als streektaal, het Noord-Fries en Deens als minderheidstalen. Het tot in de 19e eeuw dominante Noord-Fries wordt nu nog door zo'n 10.000 mensen gesproken, in negen verschillende dialecten. Verder wordt er in Nordfriesland ook nog Juts gesproken. Naar het voorbeeld van de Fryske Akademy bestaat in Bredsted een Nordfriisk Instituut voor onderzoek, bevordering en zorg voor de Noordfriese taal, geschiedenis en cultuur, aangehaakt bij de Universiteit van Flensburg.

De Umweltatlas geeft in tekst, ruim 100 kaarten en nog meer foto’s een volledig beeld van het waddengebied omstreeks 2000, het jaar van verschijning. Van alle dieren die er voorkomen is na te gaan hoeveel er zijn en waar ze leven. De menselijke invloed op het gebied is nauwgezet gedocumenteerd. Prachtige uitgave.

--------
De plaatjes zijn van de schrijver


© 2020 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Nordfriesland aan de Waddenzee Dik Kruithof
1805VG Nordfriesland2Mijn belangstelling voor de Waddenzee wordt steeds groter. En dan niet alleen voor het Nederlandse gedeelte maar voor de hele zeebocht, van Den Helder tot Esbjerg. Laatst kreeg ik van een vriend een prachtige tweedelige Duitse uitgave te leen. Umweltatlas Wattenmeer, een uitgave van het Umweltbundesamt, een Landesamt en uitgeverij Ulmer. Het eerste wat opviel is dat het twee delen zijn, waarbij de opmerkelijke keuze gemaakt is voor een staand deel voor het Noordfriese Waddenzeegebied en een liggend deel voor het Oostfriese. Best logisch natuurlijk want het Noordfriese deel ligt aan de linkerzijkant van Sleeswijk-Holstein en zie je dan op kaarten alleen maar van boven naar beneden. (De Oostfriese eilanden liggen altijd, aan het boveneind van Nedersaksen, keurig van links naar rechts.)

Het gebied heet Nordfriesland omdat wordt aangenomen dat het vanaf ongeveer 700 in twee golven is bevolkt door Friezen die vanuit het huidige Nederland kwamen. De eerste kolonisten zouden zich vooral op de eilanden hebben gevestigd. In de tweede golf, die gedateerd wordt rond 1100, zouden ook de kustgebieden op het vasteland zijn gekoloniseerd. De eerste schriftelijke vermelding van Friezen in deze streek is in een Deense geschiedschrijving uit het einde van de twaalfde eeuw. De Friezen vechten dan mee in een Deense koningsstrijd. Ze bevolkten met name de streek langs de Waddenzee en kregen in de loop der tijden een aanzienlijke mate van autonomie binnen het Deense rijk. Zo hielden ze hun eigen Friese recht toen in Jutland en Sleeswijk de Jyske Lov werd ingevoerd. De oudste bewaarde bron van het eigen recht van de Noord-Friezen stamt uit 1426.

In de 16e eeuw lokte Hertog Frederik van Sleeswijk-Holstein Nederlanders naar zijn land ter bevordering van de internationale handel. Hij bood volledige godsdienstvrijheid en er trokken mensen1805VG Nordfriesenkaart heen die niet tot de gevestigde kerk behoorden. Friedrichsstadt is nog steeds een Nederlands uitziende stad.

De eerste Friezen vestigden zich op de kusteilanden en ontgonnen het grote eiland Strand, waarschijnlijk zodanig dat de bodem teveel inzakte. Bij de Grote Mandränke, ook wel de tweede Marcellusvloed genoemd, in 1362 verdween een groot stuk van het eiland, met de stad Rungholt, waarschijnlijk meer dan 500 huizen, in de golven. In 1634 verdween nog een groot stuk land in een storm, de Tweede Mandränke, en sinds die tijd is alleen het eiland Pellworm met een paar halligen (kleinere eilandjes die bij storm kunnen onderlopen en waar de weinige bewoners op terpen leven) over van het eens grote Strand. Het totale waddengebied telt nog de eilanden Sylt, Amrum, Föhr en Pellworm en een tiental Halligen.

Noord Friesland is momenteel nog steeds een veeltalig gebied, met vier officiële talen: Duits, Noord-Fries (Friisk of Frasch), Deens en Neder-Saksisch. Het Nedersaksisch geldt als streektaal, het Noord-Fries en Deens als minderheidstalen. Het tot in de 19e eeuw dominante Noord-Fries wordt nu nog door zo'n 10.000 mensen gesproken, in negen verschillende dialecten. Verder wordt er in Nordfriesland ook nog Juts gesproken. Naar het voorbeeld van de Fryske Akademy bestaat in Bredsted een Nordfriisk Instituut voor onderzoek, bevordering en zorg voor de Noordfriese taal, geschiedenis en cultuur, aangehaakt bij de Universiteit van Flensburg.

De Umweltatlas geeft in tekst, ruim 100 kaarten en nog meer foto’s een volledig beeld van het waddengebied omstreeks 2000, het jaar van verschijning. Van alle dieren die er voorkomen is na te gaan hoeveel er zijn en waar ze leven. De menselijke invloed op het gebied is nauwgezet gedocumenteerd. Prachtige uitgave.

--------
De plaatjes zijn van de schrijver
© 2020 Dik Kruithof
powered by CJ2