archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 5 Jaargang 18 17 december 2020 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
Verstopt in een leunstoel | Frits Hoorweg | |||
Via één van de klassieke media (de TV geloof ik) kwam het bericht tot mij dat er in een oude leunstoel, in Amsterdam, persoonlijke papieren van een SS’er waren gevonden. Ik kreeg de indruk dat iemand er een boek over had geschreven. Bij de boekhandel vonden ze het wel in de computerbestanden, maar het was er nog niet. De uitgever had waarschijnlijk te vroeg de publiciteit gezocht. In mijn geval is dat een ernstige fout, want daarna verdwijnt zoiets uit mijn aandacht. Maar goed, een aantal maanden later lag het pontificaal op tafel en meteen zowel het (originele) Engelse boek als de Nederlandse vertaling. De schrijver, Daniel Lee, is geïnteresseerd in de werking van het Nazibewind, met speciale aandacht voor de noeste arbeid op het middenniveau. Het valt echter lang niet mee om daar materaal over te vinden. Die nijvere uitvoerders zijn meestal ontsnapt aan een proces en, mede daardoor, zijn hun dossiers vaak op grote schaal vernietigd. Je kunt ze meestal gewoon niet vinden en als dat een enkele keer wel lukt hebben de nabestaanden er veelal geen behoefte aan mee te werken. Maar kijk, dan ontmoet hij bij een etentje in Florence een Nederlandse vrouw, die speciaal naar hem op zoek blijkt te zijn. Ze heeft via-via gehoord over zijn specifieke interesse en nu wil het geval dat haar moeder (in Amsterdam woonachtig, maar oorspronkelijk afkomstig uit Tsjechië) in een antieke leunstoel de papieren heeft aangetroffen van een oud-nazi. Of eigenlijk was die vondst gedaan door de meubelmaker die ze had gevraagd de stoel, een oudje die ze uit Praag had meegenomen naar Amsterdam, opnieuw te bekleden. Toe ze ‘m weer wilde gaan ophalen was de meubelmaker in alle staten: wat dacht ze wel, dat hij met die Nazi-troep aan de gang wilde? Het verhaal erachter is dat ze als studente in Praag die stoel ooit tweedehands had aangeschaft. Toen ze er, begin tachtiger jaren, in was geslaagd een uitreisvisum te krijgen was die stoel één van de weinige grote dingen die ze had meegenomen. Typisch iets waaraan je om niet geheel verklaarbare redenen gehecht raakt, niet waar? De stukken in de stoel blijken te hebben toebehoord aan Robert Griesinger, een Duitser die vanaf 1943 deel uitmaakte van het bestuur van de bezettingsmacht in Praag. Het is duidelijk dat het pak stukken in de stoel haastig bijeengeraapt is en lang geen volledig dossier vormt. Voor Daniel Lee vormt het de aanzet tot een speurtocht die jaren in beslag zal nemen. Hij wil zo veel mogelijk weten om het beter te kunnen begrijpen en begint daarom zijn speurtocht bij de grootouders van Griesinger in Amerika, althans zo presenteert hij het in zijn boek. Opa Griesinger emigreerde naar Amerika en trouwde daar met een Amerikaanse. Later is hij weer teruggegaan naar Duitsland, samen met z’n Amerikaanse vrouw, de oma waar Robert een speciale band mee had. De schrijver vraagt zich af of de rassenwaan die in de VS, vooral toen net na de Burgeroorlog in de Zuidelijke Staten, opgeld deed misschien van invloed is geweest op Robert. Daartoe bestudeert hij brieven waar hij via contacten met de familie inzage in krijgt en bezoekt zelfs New Orleans. Natuurlijk weet hij dat de kans op succes klein is en dat eventueel bewijsmateriaal van beperkte waarde is. Hij gebruikt iedere mogelijke bron om meer begrip te krijgen, al is het maar een klein beetje of zelfs slechts maar een indruk. Het levert fascinerende literatuur op. Zijn reizen brengen hem, behalve in Amerika, in Berlijn, om de centrale SS archieven te raadplegen; in Stuttgart, waar Griesinger opgroeide en zijn eerste stappen in de SS zette; in Zürich om zijn dochter Jutta te spreken; in Tübingen waar de universiteit staat waar hij studeerde. Nadat hij was afgestudeerd trad hij op 11 september 1933 in dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Wurttemberg. Op dezelfde dag meldde hij zich aan bij de SS. Hij was geen man van het eerste uur en Lee verklaart dat mede uit het feit dat zijn vader absoluut geen aanhanger van de Nazi’s was. De schrijver probeert onderwijl een beeld te krijgen van zijn huwelijksleven en brengt in kaart op welke standplaatsen Griesinger zijn werk doet. Steeds doemt er uit de archieven en de schaarse getuigenissen het beeld op van een – naar SS-maatstaven! – stipte ambtenaar die net niet tot de top doordringt. Uiteindelijk komt hij, in 1943, op een belangrijke post in Praag terecht. Daar komt hij aan zijn eind nadat Praag door de Russen bevrijd is. Vrouw en kinderen hebben nog net een veilig heenkomen gezocht en (na veel ontberingen) gevonden. Wat er precies met Giesinger zelf gebeurd is wordt slechts ten dele duidelijk. Nadat hij zijn persoonlijke dossier in die leunstoel had verborgen zal hij misschien ook geprobeerd hebben te vluchten, maar in zijn geval tevergeefs. In ieder geval heeft hij nog in een soort ziekenhuis gelegen voor hij overleden is. Tegen het eind van het boek dwaalt de schrijver op een Praagse begraafplaats rond. Alle informatie die hij heeft lijkt erop te duiden dat de resten van Griesinger zich daar bevinden, in een massagraf. Het bijzondere van dit boek is dat de schrijver een werkwijze volgt die soms meer doet denken aan een genealogische studie dan aan een wetenschappelijke. Maar laat ik geen twijfel zaaien: het is beide. De schrijver is hoofddocent Moderne Geschiedenis aan de Universiteit van Londen en ja, hij is van Joodse komaf. Daniel Lee, De Leunstoel van de SS-officier, Spectrum 2020 --------- De plaatjes zijn van Henk Klaren |
||||
© 2020 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |