archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 18
3 december 2020
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Kleindochter op bezoek Julius Pasgeld

1804BS ElinOnlangs kwam Elin (7) op bezoek. Elin is de dochter van mijn zoon Melle (47). Elin is dus mijn kleindochter.
Het was erg enerverend. Het begon al goed toen alle 1250 Lego-onderdelen, die we na de opvoeding van onze eigen kinderen in de loop der tijd zorgvuldig voor dit soort gelegenheden hadden bewaard, over de gehele vloer van de zitkamer waren uitgestort. Om ze vervolgens na een logeerpartij van twee dagen weer onaangeroerd in hun kratten terug te bergen.

Tijdens die logeerpartij deden Elin en ik herhaalde malen een spel dat ze ooit eens zelf heeft verzonnen en waar we allebei geen genoeg van krijgen. Het gaat zo: de twee deelnemers kijken elkaar zo lang en zo boos mogelijk aan. De kunst is dan om ook van binnen echt heel boos te zijn. Zodat de boosheid de ander als het ware treft bij het kijken naar elkaar. Het trekken van boze bekken, het fronzen van de wenkbrauwen en het dun samenknijpen van de lippen is daarbij niet alleen geoorloofd maar zelfs aanbevolen. Om zo lang mogelijk boos te kunnen blijven. En wie dan het eerste lacht, ook al bestaat die lach slechts uit een nauwelijks merkbaar trekje om de mond, heeft verloren.

Onpartijdige arbitrage van derden is gewenst. Omdat dat nauwelijks merkbare lachje in vrijwel alle gevallen door degene die het overkomt wordt ontkend. Het spel kan niet meer dan twee keer achter elkaar worden gespeeld. Daarna wordt het vervelend. Omdat het dan pas tot de deelnemers doordringt dat ze zich belachelijk aan het aanstellen zijn.

Het mooie weer van de afgelopen dagen verleidde ons het strandje langs de Westerschelde bij Baarland te bezoeken. Elin en haar vader gingen er op het scootertje van opa naartoe. Mevrouw Pasgeld en ik gingen per auto. Op het strand wisselden verkoelende golfjes, weidse vergezichten, enorme voorbijgaande schepen en dikke lagen modder tussen de tenen elkaar af.

Mevrouw Pasgeld en Elin, die ondanks een leeftijdsverschil van 57 jaar niet voor elkaar onderdoen als het gaat om vitaliteit, uithoudingsvermogen en inzet, besloten een eindje langs de oever van de Westerschelde te wandelen. Toen ze na een half uur weer terug waren vertelde Elin enthousiast dat ze ergens op het zand een hele grote krab hadden zien liggen. Maar dat ze hem niet hadden durven optillen om hem mee te nemen. Want ze wisten dat opa dode krabben gebruikte om collages van te naken.
Nou. Ik dus vrolijk mee met Elin die een kilometer verderop schaterend van het lachen naar het zand wees. ‘Hier, opa! Hier ligt de krab!’. Maar ik zag niks. Pas toen ze nog veel harder ging lachen drong het tot me door dat ze me voor de gek had gehouden. Boos keek ik haar aan. Boos keek ze terug. Dat duurde een hele tijd. Totdat ik mijn lachen niet meer kon houden. Alweer verloren.

Weer thuis las ik Elin voor uit ‘Korenaren’, een leesboekje voor scholieren uit 1898. Het ging over een handelaar in slaapmutsen. Die wandelde met een koffer vol slaapmutsen door een bos. Toen hij even ging zitten om uit te rusten kwamen er allemaal apen uit de bomen die de mutsen uit de koffer pikten om ze, eenmaal weer hoog in de bomen gezeten, op hun kop te zetten en allemaal gekke bekken te trekken.
De man, die zelf ook een slaapmuts op z’n hoofd had, ontstak in woede, stampte op de grond, keek boos naar de apen en smeet in wilde drift zijn muts op de grond. Toen de apen dat zagen, stampten ze op hun takken, keken boos terug, trokken de mutsen van hun koppen en gooiden die ook in wilde drift naar beneden. Nu was de handelaar de eerste die weer lachte. Hij raapte zijn mutsen weer bijeen, pakte ze in en vervolgde tevreden zijn weg.

Een dag met Elin is zo om.

---------
Het plaatje is van Linda Hulshof
Meer informatie op: lindahulshof71@gmail.com

© 2020 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Kleindochter op bezoek Julius Pasgeld
1804BS ElinOnlangs kwam Elin (7) op bezoek. Elin is de dochter van mijn zoon Melle (47). Elin is dus mijn kleindochter.
Het was erg enerverend. Het begon al goed toen alle 1250 Lego-onderdelen, die we na de opvoeding van onze eigen kinderen in de loop der tijd zorgvuldig voor dit soort gelegenheden hadden bewaard, over de gehele vloer van de zitkamer waren uitgestort. Om ze vervolgens na een logeerpartij van twee dagen weer onaangeroerd in hun kratten terug te bergen.

Tijdens die logeerpartij deden Elin en ik herhaalde malen een spel dat ze ooit eens zelf heeft verzonnen en waar we allebei geen genoeg van krijgen. Het gaat zo: de twee deelnemers kijken elkaar zo lang en zo boos mogelijk aan. De kunst is dan om ook van binnen echt heel boos te zijn. Zodat de boosheid de ander als het ware treft bij het kijken naar elkaar. Het trekken van boze bekken, het fronzen van de wenkbrauwen en het dun samenknijpen van de lippen is daarbij niet alleen geoorloofd maar zelfs aanbevolen. Om zo lang mogelijk boos te kunnen blijven. En wie dan het eerste lacht, ook al bestaat die lach slechts uit een nauwelijks merkbaar trekje om de mond, heeft verloren.

Onpartijdige arbitrage van derden is gewenst. Omdat dat nauwelijks merkbare lachje in vrijwel alle gevallen door degene die het overkomt wordt ontkend. Het spel kan niet meer dan twee keer achter elkaar worden gespeeld. Daarna wordt het vervelend. Omdat het dan pas tot de deelnemers doordringt dat ze zich belachelijk aan het aanstellen zijn.

Het mooie weer van de afgelopen dagen verleidde ons het strandje langs de Westerschelde bij Baarland te bezoeken. Elin en haar vader gingen er op het scootertje van opa naartoe. Mevrouw Pasgeld en ik gingen per auto. Op het strand wisselden verkoelende golfjes, weidse vergezichten, enorme voorbijgaande schepen en dikke lagen modder tussen de tenen elkaar af.

Mevrouw Pasgeld en Elin, die ondanks een leeftijdsverschil van 57 jaar niet voor elkaar onderdoen als het gaat om vitaliteit, uithoudingsvermogen en inzet, besloten een eindje langs de oever van de Westerschelde te wandelen. Toen ze na een half uur weer terug waren vertelde Elin enthousiast dat ze ergens op het zand een hele grote krab hadden zien liggen. Maar dat ze hem niet hadden durven optillen om hem mee te nemen. Want ze wisten dat opa dode krabben gebruikte om collages van te naken.
Nou. Ik dus vrolijk mee met Elin die een kilometer verderop schaterend van het lachen naar het zand wees. ‘Hier, opa! Hier ligt de krab!’. Maar ik zag niks. Pas toen ze nog veel harder ging lachen drong het tot me door dat ze me voor de gek had gehouden. Boos keek ik haar aan. Boos keek ze terug. Dat duurde een hele tijd. Totdat ik mijn lachen niet meer kon houden. Alweer verloren.

Weer thuis las ik Elin voor uit ‘Korenaren’, een leesboekje voor scholieren uit 1898. Het ging over een handelaar in slaapmutsen. Die wandelde met een koffer vol slaapmutsen door een bos. Toen hij even ging zitten om uit te rusten kwamen er allemaal apen uit de bomen die de mutsen uit de koffer pikten om ze, eenmaal weer hoog in de bomen gezeten, op hun kop te zetten en allemaal gekke bekken te trekken.
De man, die zelf ook een slaapmuts op z’n hoofd had, ontstak in woede, stampte op de grond, keek boos naar de apen en smeet in wilde drift zijn muts op de grond. Toen de apen dat zagen, stampten ze op hun takken, keken boos terug, trokken de mutsen van hun koppen en gooiden die ook in wilde drift naar beneden. Nu was de handelaar de eerste die weer lachte. Hij raapte zijn mutsen weer bijeen, pakte ze in en vervolgde tevreden zijn weg.

Een dag met Elin is zo om.

---------
Het plaatje is van Linda Hulshof
Meer informatie op: lindahulshof71@gmail.com
© 2020 Julius Pasgeld
powered by CJ2