archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 4 Jaargang 18 3 december 2020 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
Drie jaar voor een zuiver geweten (3) | Eelco van der Waals | |||
(9) Hoe gaat het met Koos van der Waals na zijn veroordeling? Hij besluit ook in gevangenschap verder te werken aan zijn vorming. Hij vraagt boeken voor zelfstudie aan bij de gevangenisbibliotheek, schrijft uittreksels, samenvattingen en opstellen, en maakt er kleine tekeningen bij die de opgedane kennis in beeld brengen. Enkele titels die hij noteert: Dr. C.J. Schuurman, Perspectief der ziel; Dr. H.E. van Gelder, Kunstgeschiedenis der Nederlanden; Multatuli, Max Havelaar; W.C. Bijl e.a., Volksontwikkeling; Henriette Roland Holst-van der Schalk, Opwaartsche wegen; W.J. Heydeman, Mijn Kruistocht door Indië; Biografieën van Tolstoi, Gandhi, Vincent van Gogh. Het zijn voorbeelden die een idee geven van zijn brede interesse. Op alle mogelijke manieren weet hij zich in deze periode op papier uit te drukken. Zo schrijft hij onder veel meer zijn Bajesballade van tien strofen, en krabbelt daar in de marge bij: Dit pretendeert niet, kunst te zijn. Spielerei, meer niet. Vergeet niet, vriend, dat je zult moeten zuchten, wanneer je naar principe leeft. Er is gevaar, maar alleen lafaards vluchten. Houd stand, wanneer je hartje beeft. Je weet, wanneer je pijn en smart moet lijden: Ik heb niet anders kúnnen doen. Het doel is ‘t waard, de zege kroont ons strijden, Dus laat ons onze plicht nu doen. De strofe hierboven is een voorbeeld uit een hele reeks gedichten van zijn hand, waar Koos ook een serie pentekeningen bij maakt als bajesbeeldkroniek. Opvallend in deze strofe is wel het gebruik van de woorden lafaards, plicht en strijden, in de context van zijn dienstweigering. Op de dag na het hiervoor al beschreven proces voor de krijgsraad noteert hij: 'en begin gemaakt met de bajesbeeldkroniek. De dag van gisteren was wel besteed. Rechtszaakmemoires, en begin gemaakt met de bajeskroniek. Dat ging me beter af dan ik had durven hopen.' Hij leeft – letterlijk – tussen droom en daad en weet op papier beide te verenigen. Zoals in deze strofe uit een van zijn gedichten: Ik zou willen leven zoals een tuim'lende bergstroom roekeloos duikt in wazige diepte, snuivend, een jong paard zonder toom. Schurend en slijpend en brekend en slepend - ruisende sluiers in lichtvonken droom - metend mijn kracht met de wijkende wand, bruisend voorwaarts in onbekend land. In de context van het opgesloten zijn krijgen de slotregels een extra lading. Een jonge man pakt zijn pen en scherpt zijn geest om vrij te zijn en de muren van zijn cel te doen verdwijnen. (10) Gedurende zijn gehele detentie blijft Koos zich actief ontwikkelen en houdt hij zich goed op de hoogte van wat er buiten de gevangenismuren in de wereld gebeurt. Het is een houding van verdieping die hem de rest van zijn leven zal karakteriseren. Na zijn vrijlating gaat hij – bezield van de idee van volksontwikkeling – de opleiding tot jeugdleider volgen op het eiland Van Brienenoord bij Rotterdam. Hij leert daar zijn toekomstige vrouw kennen. Het is september 1950. Kroontjespen en vulpen maken plaats voor de balpen in zijn gedicht Worden, waaruit hier de slotregels. Maar bovenal is worden rijpen naar vrede, mens zijn met mensen, vinden een rhythme dat allen beweegt. (11) Dit is het verhaal over de dienstweigering van Koos van der Waals. Hij overzag de geschiedenis en koos daarin positie. Niet voor niets werd Alles is een keuze zijn motto. Als hij ook in zijn verdere leven íets heeft laten zien, is het wel om keuzes te maken en daarvoor te staan; of beter, te zitten. Hij is altijd achter deze keuze blijven staan, zonder anderen daarmee lastig te vallen. Dat blijkt wel uit wat hier – tot besluit – volgt: Ik ben blij dat ik dienstgeweigerd heb om de volgende redenen: 1. Door mijn weigering – samen met de 3 anderen – en het daaruit voortkomende proces is de aandacht van geheel Nederland gevestigd op het probleem der dienstweigering. 2. Door de afzondering ben ik tot bewustwording gekomen, die onophoudelijk verder doorwerkt. Mijn karakter wordt er door gevormd. Ik zie nu tenminste in grote lijnen de koers, die ik varen moet. 3. Ik ben in contact gekomen met vooruitstrevende kringen, waarin een anti-militaristische, daadkrachtige geest heerst. Pas in de toekomst zal blijken, van hoeveel belang dat is. 4. En natuurlijk, omdat ik mij verantwoord voel voor mijn geweten. Alles is een keuze. *) 1 mr. J.H. (Hein) van Wijk, later (1966-1974) Eerste Kamerlid voor de PSP *) 2 auditeur-militair (openbare aanklager in het militair strafrecht) mr. A. W. baron van Imhoff -------- De plaatjes zijn van de schrijver |
||||
© 2020 Eelco van der Waals | ||||
powered by CJ2 |