archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 16 Jaargang 1 24 juni 2004 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Naar de film | ||||
Het leven is niet eerlijk | Hans Knegtmans | |||
Een docent die in zijn VWO-klas of universitaire werkgroep het thema
rechtvaardigheid wil uitdiepen, kan een goede start maken door zijn
leerlingen de film House of Sand and Fog te laten zien. De
werkster Kathy Nicolo – haar vriend is een klein jaar geleden
weggelopen, zelf is ze net afgekickt van de drugs – wordt op
een kwade ochtend uit bed gebeld door de deurwaarder en een politieman.
Ze heeft bij herhaling niet gereageerd op aanmaningen tot belastingbetaling
en nu moet ze haar huis uit. Hard, maar zo is de wet in Californië.
De Iraanse immigrant Massoud Amir Behrani reageert als eerste op de
advertentie en koopt het huis voor een prikje. Later ontdekt Kathy
dat de belastingaanslag onrechtmatig was maar, zo legt een juridisch
adviseur haar uit, dat betekent nog niet dat ze haar huis weer terugkrijgt.
Daar zijn ellenlange procedures mee gemoeid. De enige zekere manier om het huis weer in haar bezit te krijgen, is het te kopen van Behrani. Die heeft daar wel oren naar. Sterker nog, zijn aankoop was al bedoeld als belegging: hij sappelt zich een rotje – overdag als wegwerker, ’s nachts als pompbediende – zodat de ouders van zijn kersverse schoonzoon niet zullen merken dat hun kind beneden zijn stand met zijn dochter getrouwd is. Hij wil zijn nieuwe bezit graag kwijt aan de eerste belangstellende die de gangbare prijs betaalt, dat wil zeggen het viervoudige van wat het hem gekost heeft. Kathy valt niet in die categorie: zij kan met pijn en moeite net het bedrag opbrengen dat Behrani zelf betaald heeft. Die voelt daar begrijpelijkerwijs niets voor. Vraag voor in de werkgroep: wie heeft recht op het huis? Kathy, wier overleden vader met bloed, zweet en tranen in de loop van dertig jaar het huis tot de laatste cent heeft afbetaald? Of Behrani, die – zonder deze achtergrond te kennen – een buitenkansje heeft benut om zijn vrouw en kinderen wat financiële armslag te geven en de relatie met de schoonfamilie harmonieus te houden? Dit gegeven is nog geen garantie voor een goede film, maar debuterend regisseur Vadim Perelman (geboren in Kiev en tegenwoordig wonend in Canada) heeft de roman van Andre Dubus III samen met hem voorbeeldig bewerkt. Het huis ligt net niet aan het water, maar vanaf de tweede verdieping kun je de kustlijn zien. Een paleis is het niet, en toch begrijpt de toeschouwer meteen waarom er zoveel om te doen is. De fotografie van Roger Deakins – de vaste cameraman van de gebroeders Coen - maakt het Californische landschap extra mooi. De hoofdpersonen zijn stuk voor stuk uitstekende acteurs, al past de een beter in het verhaal dan de ander. Shoreh Aghdashloo kreeg terecht een Oscarnominatie voor de beste vrouwelijke bijrol. Je ziet haar worstelen met de Amerikaanse taal en cultuur. Desondanks is haar grootste angst dat haar man en zij worden uitgewezen en terugmoeten naar Iran, dat ze na de val van de sjah de rug toe hebben gekeerd. Hoofdrolspeelster Jennifer Connelly heeft het moeilijker. Ze is veel te mooi om voor werkster te spelen, laat staan een werkster die niet van de drugs kan afblijven. Met haar dag en nacht onberispelijke voorkomen, haar zachte, beschaafde stem, haar aftastende slaapkamerogen en haar quasi nonchalante outfit – korte spijkerbroek en tijdloos mannenoverhemd – oogt ze eerder als een schilderes, of een muzieklerares die net niet goed genoeg is om zelf het hoogste podium te bereiken. Ben Kingsley zag zijn Oscarnominatie voor beste mannelijke hoofdrol niet verzilverd worden. Onbegrijpelijk. Er zijn weinig acteurs die zo nadrukkelijk het scherm domineren als hij, simpel door hun aanwezigheid. Ik heb een hekel aan de term, anders zou ik het woord ‘uitstraling’ gebruiken. Wijlen Humphrey Bogart had het, Paul Newman had het tot hij echt te oud werd, George Clooney heeft het. Ondanks zijn gelijkenis met de betreurde wielrenner Marco Pantani zal niemand het in zijn hoofd halen, Kingsley vanwege zijn zeiloren ‘het olifantje’ te noemen. Kathy en Behrani zijn, ieder op zijn/haar eigen wijze, redelijke mensen en misschien waren ze ondanks hun zakelijke conflict uiteindelijk wel tot een vergelijk gekomen. Helaas, we zullen het nooit weten. Het wankele evenwicht van de personages wordt verstoord door een relatieve buitenstaander. Politieman Lester – dezelfde die betrokken was bij de uitzettingsprocedure – raakt verliefd op de gekwelde schoonmaakster. Hij mag dan getrouwd zijn, Kathy maakt mooie gevoelens in hem wakker, en in het conflict met Behrani is hij dan ook geen onpartijdige toeschouwer. Lester denkt niet al te diep na over morele kwesties. Moet Kathy haar huis op staande voet ontruimen? Geen nood: “ik ken een paar verhuizers die bij me in het krijt staan”. Ligt Behrani dwars? Daar valt iets aan te doen: ook bij Immigratie staan een paar mensen bij hem in het krijt. Uitgerekend op het moment dat ten huize van Behrani de dramatische hoogtepunten zich aaneenrijgen, maakt deze redneck zijn opwachting. Hij ziet ogenblikkelijk wat er gaande is, zoals George W. Bush ogenblikkelijk zag wat er mis was in Irak. Met de zelfde arrogantie die de president eigen is, neemt hij het heft in handen. En – om de analogie te completeren – ook nu loopt de zaak volledig uit de hand. Door het niet aflatende muzikale geweld van James Horner – de meest gelauwerde en verketterde Hollywoodcomponist – blijven we beseffen “dat het maar film is”. Gelukkig maar, want het verhaal is bijna te triest om waar te zijn. |
||||
© 2004 Hans Knegtmans | ||||
powered by CJ2 |