archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 17
17 september 2020
Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
De Haagse penoze Rob van Olphen

1719BZ PenozeAl vroeg ben ik, onbewust, in contact gekomen met de ‘Haagse Penoze’. Ik werkte in een dierenwinkel in de Herenstraat, als broekie van 17 jaar. Mijn werkgever had een zeer ruim geweten; hij nam het niet zo nauw met de Nederlandse normen en waarden. Zo verhandelde hij ‘ongebanderolleerde’ sigaretten, waar dus geen accijns op betaald was. Jonge bastaard-bouvier puppy’s knipte hij zo dat ze op poedels leken. Zo’n hond blijft dan doorgroeien (en wordt een grote ruige bouvier), tot verrassing van de eigenaren. Die waren dan zo aan hun hond gehecht dat ze ‘m toch maar hielden. Jonge witte ratten werden verkocht als muizen. Nou, die bleven dus ook doorgroeien.

Hij was ook niet vies van gestolen handel. Bij zulke transacties werd ik de straat op gestuurd om de honden uit te laten. Dames van lichte zeden, die hun hondje lieten knippen, betaalden met de ‘liefde’. Dat vond dan plaats in de kelder. De jongste bediende moest weer de straat op om de hondjes uit te laten. Eén van de clientèle wilde een wolaapje kopen. De baas was er al mee akkoord, maar ik eiste dat we beslist wilden weten waar het aapje terecht zou komen. De volgende dag werd ik opgehaald in een dikke Mercedes. Ik had nog nooit in een Mercedes gezeten; de eigenaar bleek Henk Bartels te zijn, de grootste exploitant van bordelen in de Geleenstraat. Ik wist niet wat me overkwam: een bordeel!! Rob 17 jaar: ‘Innocent and never been kissed’. Na inspectie van de toekomstige leefruimte van het aapje moest ik weer richting huis. Het schaamrood stond me op de kaken bij het verlaten van het bordeel. Stel je voor dat ik herkend zou worden door een bekende.

Af en toe kwam ik wel eens bij een goudhandelaar op de Van Alkemadelaan die een afgerichte Duitse herdershond had. Deze fungeerde als ‘body guard’.
Daar kocht ik gouden penningen van leden van het koningshuis. Die verkocht ik met een kleine winst aan de Indische clientèle van mijn vader. Bij die handelaar kwam je ook de penoze van Den Haag tegen. Ik ben toen maar gauw gestopt met mijn ‘negotie’.

Maar m’n belangstelling voor de Haagse penoze bleef natuurlijk en ik was niet de enige. Later sorteerde ik post op het kantoor in de Fahrenheitstraat. Als één van mijn collega’s post tegenkwam die geadresseerd was aan de Scheveningse strafgevangenis werden de postkaarten hardop voorgelezen. Aage M., een beruchte inbreker die banken beroofde met zijn ‘thermische lans’, logeerde daar ook voor een paar jaar. Hij was heel populair bij vrouwen en ontving ontzettend veel fanmail. Als er weer een kaart voor hem binnenkwam werd die onder grote belangstelling voorgelezen.

------
Het plaatje is van Han Busstra


© 2020 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Ontmoetingen"
Bezigheden > Ontmoetingen
De Haagse penoze Rob van Olphen
1719BZ PenozeAl vroeg ben ik, onbewust, in contact gekomen met de ‘Haagse Penoze’. Ik werkte in een dierenwinkel in de Herenstraat, als broekie van 17 jaar. Mijn werkgever had een zeer ruim geweten; hij nam het niet zo nauw met de Nederlandse normen en waarden. Zo verhandelde hij ‘ongebanderolleerde’ sigaretten, waar dus geen accijns op betaald was. Jonge bastaard-bouvier puppy’s knipte hij zo dat ze op poedels leken. Zo’n hond blijft dan doorgroeien (en wordt een grote ruige bouvier), tot verrassing van de eigenaren. Die waren dan zo aan hun hond gehecht dat ze ‘m toch maar hielden. Jonge witte ratten werden verkocht als muizen. Nou, die bleven dus ook doorgroeien.

Hij was ook niet vies van gestolen handel. Bij zulke transacties werd ik de straat op gestuurd om de honden uit te laten. Dames van lichte zeden, die hun hondje lieten knippen, betaalden met de ‘liefde’. Dat vond dan plaats in de kelder. De jongste bediende moest weer de straat op om de hondjes uit te laten. Eén van de clientèle wilde een wolaapje kopen. De baas was er al mee akkoord, maar ik eiste dat we beslist wilden weten waar het aapje terecht zou komen. De volgende dag werd ik opgehaald in een dikke Mercedes. Ik had nog nooit in een Mercedes gezeten; de eigenaar bleek Henk Bartels te zijn, de grootste exploitant van bordelen in de Geleenstraat. Ik wist niet wat me overkwam: een bordeel!! Rob 17 jaar: ‘Innocent and never been kissed’. Na inspectie van de toekomstige leefruimte van het aapje moest ik weer richting huis. Het schaamrood stond me op de kaken bij het verlaten van het bordeel. Stel je voor dat ik herkend zou worden door een bekende.

Af en toe kwam ik wel eens bij een goudhandelaar op de Van Alkemadelaan die een afgerichte Duitse herdershond had. Deze fungeerde als ‘body guard’.
Daar kocht ik gouden penningen van leden van het koningshuis. Die verkocht ik met een kleine winst aan de Indische clientèle van mijn vader. Bij die handelaar kwam je ook de penoze van Den Haag tegen. Ik ben toen maar gauw gestopt met mijn ‘negotie’.

Maar m’n belangstelling voor de Haagse penoze bleef natuurlijk en ik was niet de enige. Later sorteerde ik post op het kantoor in de Fahrenheitstraat. Als één van mijn collega’s post tegenkwam die geadresseerd was aan de Scheveningse strafgevangenis werden de postkaarten hardop voorgelezen. Aage M., een beruchte inbreker die banken beroofde met zijn ‘thermische lans’, logeerde daar ook voor een paar jaar. Hij was heel populair bij vrouwen en ontving ontzettend veel fanmail. Als er weer een kaart voor hem binnenkwam werd die onder grote belangstelling voorgelezen.

------
Het plaatje is van Han Busstra
© 2020 Rob van Olphen
powered by CJ2