archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 2
21 april 2005
Beschouwingen > Bij ons in de straat delen printen terug
De buurt is niet sociaal zwak genoeg (en dat willen we zo houden) Marcel Duyvestijn

0212 Straat

Tussen zeven en acht ’s avonds is het bij ons in de straat druk. Kennelijk is het afgesproken dat alle kinderen gaan spelen en dat hun ouders op dat moment 'hangend' aan de zijlijn blijven staan.

Aangezien er bijna geen auto door onze straat komt, hebben ze alle ruimte. En dus stuiteren er vier ballen door de straat, rollen twee rolschaatsers over de stoep en krijt een meisje van vijf de kruising vol met tekeningen.

Voor Oliebolletje moet het een ramp zijn. Mijn buurman die zo zuinig op zijn auto is en hem dag en nacht in de gaten houdt, ziet af en toe een leren knikker boven op het dak van zijn wagen, zijn zwarte maîtresse, vallen. Je ziet hem opspringen van zijn krantje. 'Het is toch godvrrr…' Zijn vrouw is wellicht nog bezorgder, want die ziet haar man elke keer uit zijn vel springen. Dat gaat een keer mis.

Misschien is het een interessante gedachte om SBS6 een keer uit te nodigen. En doel ik op het programma ‘Probleemwijken’. In dat programma trekken ze met een cameraploeg een sociaal zwakkere wijk in en filmen en interviewen ze de asociale Nederlander, drinkend, blowend en zeikend. In Den Bosch is het na een uitzending van dat programma in die bewuste wijk uit de hand gelopen. Twee dagen lang stond de Mobiele Eenheid de gemoederen te temperen.

Zou dat kunnen bij ons? Zou de gemoedelijkheid van de Tweedehogerwoerddwarsstraat kunnen omslaan in geweld, in oorlog, in heroïsche filmbeelden vol bloed, zweet en tranen?

SBS zal Oliebolletje voor de camera halen. Die zegt hele nare dingen over de kinderen die 'bewust hun bal op zijn auto laten stuiteren.' De ouders gaan verhaal halen, maar komen niet bij hem. Hun kinderen halen de wielen onder de Oliebolletjes zwarte maîtresse vandaan. De kinderloze mensen in de buurt proberen nog te bemiddelen, maar het heeft geen nut meer. Daar vliegt het eerste huis al in brand…

'Ze komen hier niet,' antwoordt mijn vrouw.
'En als ik SBS vertel wat een asociale bende het hier is?'
'Dan komen ze een kijkje nemen. Dan praten ze met de hangende ouders. Ze babbelen met Oliebolletje. Maar dan komen ze tot de conclusie dat er hier niks gebeurt…' Marieke ligt op de bank en geeuwt.

'Wat doe je…?
'' Ik ga bellen.' Ik had de hoorn al in mijn hand.

'Spreek ik met SBS?'
Ik had een receptioniste aan de lijn. Ze wilde eerst weten wat ik wilde, voordat ze me met de de hoofdredactie kon doorverbinden.
'Het punt is het volgende. Ik woon in Haarlem. In een sociaal zwakke buurt. Den Bosch is er niks bij. Hangjongeren. Kwaaie buurmannen. Zeg maar een wijk met een kort lontje. Je hebt de Hogerwoerdstraat en die heeft twee zijstraten, de Eerste- en de Tweedehogerwoerddwarsstraat. En die twee kunnen elkaar niet luchten of zien. Het is een kruitvat aan problemen.'

Ze trapten er niet in. Als antwoord kreeg ik: 'Heeft u dat artikel over "Heerlijk Haarlem" in HP/ De Tijd gelezen?'

Dat had ik. De journalist van dat blad, waar toch vaak het cynisme vanaf druipt, had een hemels Haarlem beschreven. Zonder enige ironie, zonder enige terughoudendheid beschrijft hij Haarlem als de mooiste stad van Nederland. De buurt waar ik woon, is volgens hem een zeer gewilde buurt.

'Sorry,' zei de mevrouw van SBS. 'Uw buurt is niet geschikt voor dat programma.'

'Kunt u mij dat garanderen?'
'Wat bedoelt u?'
Ik bedoel dat u belooft nooit met een camera in onze buurt te komen wandelen om de boel hier op te stoken?''

Nu begreep ze het. 'Goedendag verder Meneer.'


© 2005 Marcel Duyvestijn meer Marcel Duyvestijn - meer "Bij ons in de straat" -
Beschouwingen > Bij ons in de straat
De buurt is niet sociaal zwak genoeg (en dat willen we zo houden) Marcel Duyvestijn
0212 Straat

Tussen zeven en acht ’s avonds is het bij ons in de straat druk. Kennelijk is het afgesproken dat alle kinderen gaan spelen en dat hun ouders op dat moment 'hangend' aan de zijlijn blijven staan.

Aangezien er bijna geen auto door onze straat komt, hebben ze alle ruimte. En dus stuiteren er vier ballen door de straat, rollen twee rolschaatsers over de stoep en krijt een meisje van vijf de kruising vol met tekeningen.

Voor Oliebolletje moet het een ramp zijn. Mijn buurman die zo zuinig op zijn auto is en hem dag en nacht in de gaten houdt, ziet af en toe een leren knikker boven op het dak van zijn wagen, zijn zwarte maîtresse, vallen. Je ziet hem opspringen van zijn krantje. 'Het is toch godvrrr…' Zijn vrouw is wellicht nog bezorgder, want die ziet haar man elke keer uit zijn vel springen. Dat gaat een keer mis.

Misschien is het een interessante gedachte om SBS6 een keer uit te nodigen. En doel ik op het programma ‘Probleemwijken’. In dat programma trekken ze met een cameraploeg een sociaal zwakkere wijk in en filmen en interviewen ze de asociale Nederlander, drinkend, blowend en zeikend. In Den Bosch is het na een uitzending van dat programma in die bewuste wijk uit de hand gelopen. Twee dagen lang stond de Mobiele Eenheid de gemoederen te temperen.

Zou dat kunnen bij ons? Zou de gemoedelijkheid van de Tweedehogerwoerddwarsstraat kunnen omslaan in geweld, in oorlog, in heroïsche filmbeelden vol bloed, zweet en tranen?

SBS zal Oliebolletje voor de camera halen. Die zegt hele nare dingen over de kinderen die 'bewust hun bal op zijn auto laten stuiteren.' De ouders gaan verhaal halen, maar komen niet bij hem. Hun kinderen halen de wielen onder de Oliebolletjes zwarte maîtresse vandaan. De kinderloze mensen in de buurt proberen nog te bemiddelen, maar het heeft geen nut meer. Daar vliegt het eerste huis al in brand…

'Ze komen hier niet,' antwoordt mijn vrouw.
'En als ik SBS vertel wat een asociale bende het hier is?'
'Dan komen ze een kijkje nemen. Dan praten ze met de hangende ouders. Ze babbelen met Oliebolletje. Maar dan komen ze tot de conclusie dat er hier niks gebeurt…' Marieke ligt op de bank en geeuwt.

'Wat doe je…?
'' Ik ga bellen.' Ik had de hoorn al in mijn hand.

'Spreek ik met SBS?'
Ik had een receptioniste aan de lijn. Ze wilde eerst weten wat ik wilde, voordat ze me met de de hoofdredactie kon doorverbinden.
'Het punt is het volgende. Ik woon in Haarlem. In een sociaal zwakke buurt. Den Bosch is er niks bij. Hangjongeren. Kwaaie buurmannen. Zeg maar een wijk met een kort lontje. Je hebt de Hogerwoerdstraat en die heeft twee zijstraten, de Eerste- en de Tweedehogerwoerddwarsstraat. En die twee kunnen elkaar niet luchten of zien. Het is een kruitvat aan problemen.'

Ze trapten er niet in. Als antwoord kreeg ik: 'Heeft u dat artikel over "Heerlijk Haarlem" in HP/ De Tijd gelezen?'

Dat had ik. De journalist van dat blad, waar toch vaak het cynisme vanaf druipt, had een hemels Haarlem beschreven. Zonder enige ironie, zonder enige terughoudendheid beschrijft hij Haarlem als de mooiste stad van Nederland. De buurt waar ik woon, is volgens hem een zeer gewilde buurt.

'Sorry,' zei de mevrouw van SBS. 'Uw buurt is niet geschikt voor dat programma.'

'Kunt u mij dat garanderen?'
'Wat bedoelt u?'
Ik bedoel dat u belooft nooit met een camera in onze buurt te komen wandelen om de boel hier op te stoken?''

Nu begreep ze het. 'Goedendag verder Meneer.'
© 2005 Marcel Duyvestijn
powered by CJ2