archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 17
9 april 2020
Bezigheden > Klussen delen printen terug
Bij de post Rob van Olphen

1712BZ PostIn de jaren zeventig was ik de uitbater van het kleinste strandtentje van Scheveningen: DE INSTUIF. Mijn buurman, van de Camel Club had de grootste van Scheveningen. Maar wij hadden de lekkerste koffie van Scheveningen, getuige ons reclamebord: KOFFIE ZOALS THUIS!! Vers gezet met DE-koffie. Ook de clientèle van de Camel Club kwam bij ons een bakkie troost halen. Wat niet op prijs werd gesteld door m’n buurman. Daar stond namelijk een grote ketel met koffie de hele dag te pruttelen. Eer de serveersters bij de klanten waren was de koffie lauw.

Ons tentje lag tegenover het Kurhaus. Het seizoen was van 1 april tot 1 oktober. De inkomsten waren niet van dien aard dat ik het kon uitzingen tot 1 april van een volgend jaar. Vandaar dat ik na het strandseizoen ben gaan werken als hulpbesteller bij de PTT (ben een echt buitenmens). Locatie: Fahrenheitstraat, met de grootste sorteerafdeling van heel Nederland. Wat een gewaarwording: binnen werken met heel veel mensen. In een grote hal met irritante TL-verlichting.

Hoofdbestellers met kakikleurige stofjassen en chef-bestellers met blauwe jassen. Wat een hiërarchie, ze stonden op een verhoging de sorteerders in de gaten te houden. Alles moest volgens de regels worden uitgevoerd. Het gebeurde regelmatig dat ze stiekem achter je gingen staan, gewapend met een teller, om te controleren of je wel snel genoeg sorteerde en of alles wel klopte. Maakte je een fout (of ging het te langzaam), of kwam je één minuut na 6 uur binnen, dan kreeg je strafpunten. Dat betekende dat je in je eigen tijd zware telefoonboeken moest bezorgen. Ik hoorde van mijn collega’s dat ze dit kantoor ‘het concentratiekamp’ noemden. Soms had ik de neiging om het sorteerblok door de zaal te gooien. Zodra ik klaar was met sorteren wist ik niet hoe snel ik naar buiten moest komen om mijn brieven te gaan bezorgen. Heerlijk de frisse lucht in!! In de ochtend had ik de grootste wijk: veel hoge portieken, met de nodige trappen.

Daar ik iedere zondag schaatstraining deed, op de Jaap Eden baan in Amsterdam, zag ik het bestellen als een conditietraining. Keihard fietsen en rap de portieken op, met als resultaat veel dankbare klanten. Tussendoor draaide ik ergens een lampje in, of deed een ander klein akkefietje. Mijn collega’s onderbraken hun ronde voor een bakkie en het leggen van een kaartje in een koffiehuis. Aangezien ik geen koffie drink en niet van klaverjassen houd, was ik veel eerder klaar dan de tijdslimiet die voor mijn wijk stond. Tijdens de lunchpauze met mijn collega’s ging de conversatie meestal over: voetballen, kaarten, vissen, tv series en seks. Als ik over politiek en het wereldgebeuren begon, dan was gelijk de reactie: ‘Daar hebben we onze werkstudent weer!’. Heb het zo maar gelaten, anders zou ik in het strandseizoen de hele ploeg aan m’n tentje krijgen. Alleen de hoofdbesteller wist van mijn strandnegotie, omdat het in mijn arbeidscontract stond.

Ik ben dol op honden, maar niet als ze achter de deur liggen te wachten om toe te happen als je brieven door de lage brievenbus probeert te duwen. Als ik wist waar een bijtlustige viervoeter op de loer lag, dan stopte ik de brief eerst half in de brievenbus en haalde ‘m wild heen en weer, terwijl ik gromde. Tot dat er een flink stuk van de brief was afgebeten. Dat bracht rust.

Er zaten ook een paar artsen in mijn wijk. Daar moesten nogal eens medicijnen en proefmonsters worden bezorgd. Bij één adres moest ik altijd heel lang wachten totdat de vrouw des huizes de deur open deed. Altijd gehuld in een badjas, die van boven niet helemaal gesloten was; wist dan niet hoe ik moest kijken. Met Nieuwjaar kreeg ik altijd 10 gulden fooi van haar en van nog meer mensen kreeg ik tip. Tijdens de lunchpauze vroeg ik daarna aan m’n collega’s hoeveel tip zij hadden ontvangen. Nou dat hadden ze nog nooit meegemaakt, een fooitje voor de postbesteller.

Drie seizoenen ben ik met plezier postbesteller geweest. Helaas heb ik na een goed seizoen en twee slechte seizoenen het strandtentje moeten verkopen. Daarna ben ik marktkoopman geworden in fietsonderdelen, waar ik nog steeds m’n boterham mee verdien.

------
Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer
Meer informatie op: http://www.verduijndenboer.nl/

© 2020 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Klussen"
Bezigheden > Klussen
Bij de post Rob van Olphen
1712BZ PostIn de jaren zeventig was ik de uitbater van het kleinste strandtentje van Scheveningen: DE INSTUIF. Mijn buurman, van de Camel Club had de grootste van Scheveningen. Maar wij hadden de lekkerste koffie van Scheveningen, getuige ons reclamebord: KOFFIE ZOALS THUIS!! Vers gezet met DE-koffie. Ook de clientèle van de Camel Club kwam bij ons een bakkie troost halen. Wat niet op prijs werd gesteld door m’n buurman. Daar stond namelijk een grote ketel met koffie de hele dag te pruttelen. Eer de serveersters bij de klanten waren was de koffie lauw.

Ons tentje lag tegenover het Kurhaus. Het seizoen was van 1 april tot 1 oktober. De inkomsten waren niet van dien aard dat ik het kon uitzingen tot 1 april van een volgend jaar. Vandaar dat ik na het strandseizoen ben gaan werken als hulpbesteller bij de PTT (ben een echt buitenmens). Locatie: Fahrenheitstraat, met de grootste sorteerafdeling van heel Nederland. Wat een gewaarwording: binnen werken met heel veel mensen. In een grote hal met irritante TL-verlichting.

Hoofdbestellers met kakikleurige stofjassen en chef-bestellers met blauwe jassen. Wat een hiërarchie, ze stonden op een verhoging de sorteerders in de gaten te houden. Alles moest volgens de regels worden uitgevoerd. Het gebeurde regelmatig dat ze stiekem achter je gingen staan, gewapend met een teller, om te controleren of je wel snel genoeg sorteerde en of alles wel klopte. Maakte je een fout (of ging het te langzaam), of kwam je één minuut na 6 uur binnen, dan kreeg je strafpunten. Dat betekende dat je in je eigen tijd zware telefoonboeken moest bezorgen. Ik hoorde van mijn collega’s dat ze dit kantoor ‘het concentratiekamp’ noemden. Soms had ik de neiging om het sorteerblok door de zaal te gooien. Zodra ik klaar was met sorteren wist ik niet hoe snel ik naar buiten moest komen om mijn brieven te gaan bezorgen. Heerlijk de frisse lucht in!! In de ochtend had ik de grootste wijk: veel hoge portieken, met de nodige trappen.

Daar ik iedere zondag schaatstraining deed, op de Jaap Eden baan in Amsterdam, zag ik het bestellen als een conditietraining. Keihard fietsen en rap de portieken op, met als resultaat veel dankbare klanten. Tussendoor draaide ik ergens een lampje in, of deed een ander klein akkefietje. Mijn collega’s onderbraken hun ronde voor een bakkie en het leggen van een kaartje in een koffiehuis. Aangezien ik geen koffie drink en niet van klaverjassen houd, was ik veel eerder klaar dan de tijdslimiet die voor mijn wijk stond. Tijdens de lunchpauze met mijn collega’s ging de conversatie meestal over: voetballen, kaarten, vissen, tv series en seks. Als ik over politiek en het wereldgebeuren begon, dan was gelijk de reactie: ‘Daar hebben we onze werkstudent weer!’. Heb het zo maar gelaten, anders zou ik in het strandseizoen de hele ploeg aan m’n tentje krijgen. Alleen de hoofdbesteller wist van mijn strandnegotie, omdat het in mijn arbeidscontract stond.

Ik ben dol op honden, maar niet als ze achter de deur liggen te wachten om toe te happen als je brieven door de lage brievenbus probeert te duwen. Als ik wist waar een bijtlustige viervoeter op de loer lag, dan stopte ik de brief eerst half in de brievenbus en haalde ‘m wild heen en weer, terwijl ik gromde. Tot dat er een flink stuk van de brief was afgebeten. Dat bracht rust.

Er zaten ook een paar artsen in mijn wijk. Daar moesten nogal eens medicijnen en proefmonsters worden bezorgd. Bij één adres moest ik altijd heel lang wachten totdat de vrouw des huizes de deur open deed. Altijd gehuld in een badjas, die van boven niet helemaal gesloten was; wist dan niet hoe ik moest kijken. Met Nieuwjaar kreeg ik altijd 10 gulden fooi van haar en van nog meer mensen kreeg ik tip. Tijdens de lunchpauze vroeg ik daarna aan m’n collega’s hoeveel tip zij hadden ontvangen. Nou dat hadden ze nog nooit meegemaakt, een fooitje voor de postbesteller.

Drie seizoenen ben ik met plezier postbesteller geweest. Helaas heb ik na een goed seizoen en twee slechte seizoenen het strandtentje moeten verkopen. Daarna ben ik marktkoopman geworden in fietsonderdelen, waar ik nog steeds m’n boterham mee verdien.

------
Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer
Meer informatie op: http://www.verduijndenboer.nl/
© 2020 Rob van Olphen
powered by CJ2