archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 17
12 maart 2020
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Aardige jongens wel Frits Hoorweg

1710VG NescioZelfs in Amsterdam is mijn wandelen dwalen geworden. Aan de overkant van zo maar een brede straat verscheen een statig gebouw met het zwierige opschrift NESCIO. Meteen galmde het door mijn hoofd:

Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.

De openingszin van De Uitvreter.
Zou dit de Sarphatistraat zijn? Jawel!
De schrijver had iets met openingszinnen. Deze van Titaantjes is misschien nog wel mooier:

Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik het zelf.

Hun voornaamste ambitie leek te zijn om ‘jongens’ te blijven en in ieder geval geen beambte of directeur te worden. Als de verteller na jaren weer terugkeert hebben ze er toch aan moeten geloven. Behalve die ene die aan lager wal is geraakt.

Zouden hier nog van dat soort jongens wonen? Vast wel, maar ik zie ze niet. Het straatbeeld wordt beheerst door wat er uitziet als beambten en studenten. Halverwege de straat is zelfs een filiaal van de Atheneum-boekhandel dat voorziet in hun behoefte aan studieboeken. Zouden ‘aardige jongens’ uit de mode geraakt zijn? Wellicht wonen ze ergens anders in de stad en zijn ze tegenwoordig meer tegendraads dan aardig.

Vandaag heb ik het luisterboek opgehaald bij de bibliotheek. Oude boeken ‘herlezen’ is op die manier heel goed te doen. Waarschijnlijk omdat je de grote lijn nog wel zo’n beetje in je hoofd hebt en je niet in totale concentratie hoeft te gaan zitten luisteren. De bibliotheek had zelfs twee verschillende versies in de aanbieding. Ik kon kiezen tussen de voorlezers Job Cohen en Alfred Scheffer. Het werd de tweede, omdat Job absoluut geen ‘aardige jongen’ is. Een oordeel dat gebaseerd is op een persoonlijke ervaring.

De veiligheidsregio Amsterdam ging een rampenoefening houden. Cohen had qualitate qua de leiding. Ik heb verder nooit iemand meegemaakt die zich met zoveel dedain van die taak kweet. Hij kwam daar ook mee weg omdat de andere burgemeesters in de regio het wel uit hun hoofd lieten om hem uit te dagen, of zelfs maar hun stem te verheffen. Aardige jongens waren het wel, maar niet in de zin die Nescio daaraan gaf!

------
De foto is van de schrijver


© 2020 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Aardige jongens wel Frits Hoorweg
1710VG NescioZelfs in Amsterdam is mijn wandelen dwalen geworden. Aan de overkant van zo maar een brede straat verscheen een statig gebouw met het zwierige opschrift NESCIO. Meteen galmde het door mijn hoofd:

Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.

De openingszin van De Uitvreter.
Zou dit de Sarphatistraat zijn? Jawel!
De schrijver had iets met openingszinnen. Deze van Titaantjes is misschien nog wel mooier:

Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik het zelf.

Hun voornaamste ambitie leek te zijn om ‘jongens’ te blijven en in ieder geval geen beambte of directeur te worden. Als de verteller na jaren weer terugkeert hebben ze er toch aan moeten geloven. Behalve die ene die aan lager wal is geraakt.

Zouden hier nog van dat soort jongens wonen? Vast wel, maar ik zie ze niet. Het straatbeeld wordt beheerst door wat er uitziet als beambten en studenten. Halverwege de straat is zelfs een filiaal van de Atheneum-boekhandel dat voorziet in hun behoefte aan studieboeken. Zouden ‘aardige jongens’ uit de mode geraakt zijn? Wellicht wonen ze ergens anders in de stad en zijn ze tegenwoordig meer tegendraads dan aardig.

Vandaag heb ik het luisterboek opgehaald bij de bibliotheek. Oude boeken ‘herlezen’ is op die manier heel goed te doen. Waarschijnlijk omdat je de grote lijn nog wel zo’n beetje in je hoofd hebt en je niet in totale concentratie hoeft te gaan zitten luisteren. De bibliotheek had zelfs twee verschillende versies in de aanbieding. Ik kon kiezen tussen de voorlezers Job Cohen en Alfred Scheffer. Het werd de tweede, omdat Job absoluut geen ‘aardige jongen’ is. Een oordeel dat gebaseerd is op een persoonlijke ervaring.

De veiligheidsregio Amsterdam ging een rampenoefening houden. Cohen had qualitate qua de leiding. Ik heb verder nooit iemand meegemaakt die zich met zoveel dedain van die taak kweet. Hij kwam daar ook mee weg omdat de andere burgemeesters in de regio het wel uit hun hoofd lieten om hem uit te dagen, of zelfs maar hun stem te verheffen. Aardige jongens waren het wel, maar niet in de zin die Nescio daaraan gaf!

------
De foto is van de schrijver
© 2020 Frits Hoorweg
powered by CJ2