archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 8
Jaargang 17
13 februari 2020
Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
De schuldige tuin in Amersfoort Thomas van der Steen

1708BZ TuinPrecies 75 jaar geleden werden 20 mannen in de tuin voor Barchman Wuytierslaan 40-42 als honden afgemaakt. Na een sabotage-actie op een voor de nazi’s belangrijk seinhuis kwam het tot een vuurgevecht tussen de knokploeg en de Feldgendarmerie. De verzetsmensen schoten het scherpst, drie Duitsers overleden en bittere wraak volgde. Twee dagen later werden 20 willekeurige gevangenen uit hun cel gesleurd, in een vrachtwagen gegooid en uit de laadbak geschreeuwd op bovenstaand adres. De zogenaamde Todeskandidaten werden overhoop geschoten en de lijken als afschrikkend voorbeeld in de tuin achtergelaten.

Fietsend ga ik op zoek naar meer sporen van oorlog in Amersfoort. De straten en lanen slingeren op en af door villawijken en dat fietst aangenaam. Maar de Utrechtseweg gaat alleen maar op, ik moet uit het zadel. Bovenop de Amersfoortse Berg ligt het Belgenmonument, een eerste verwijzing naar oorlog. En wel naar de Eerste Wereldoorlog, Nederland neutraal, Belgische militairen en burgers vluchtten hierheen. Als dank werd er al in 1918 door België een gedenkteken gebouwd, een solide kolos. Koning Leopold III en koningin Wilhelmina onthulden later nog een gedenksteen die de genereuze gastvrijheid van het Nederlandse volk roemt. Dat was formeel, in de praktijk waren er grote spanningen tussen de losse, drinkende en dansende Belgen en hun stugge, sobere en godvrezende gastheren.

Vanaf de top fiets ik met wapperende haren en een windtraan in mijn ooghoek rap naar beneden. Villa’s, parken, bungalows, plantsoenen, landhuizen of bos, ik heb nog geen rijtjeshuis gezien. Hup door het Bergkwartier en Klein Zwitserland, viaduct over, linksaf het bos weer in, het blijft maar dalen. Hier ligt Kamp Amersfoort, nu een Nationaal Monument. Ik ben er eerder geweest en hoef niet weer te gruwen bij de knuppel waarmee kampbeul Kotälla zijn sadisme botvierde. Ik fiets wel naar het eind van de lange schietbaan, waar gevangenen werden gefusilleerd.

Bij Amersfoort en dit kamp moet ik altijd aan Armando denken. De sombere kunstenaar die hier zijn jeugd doorbracht. Somber, zo keek hij in elk geval altijd. Hij bedacht de uitdrukking ‘schuldig landschap’. Een ogenschijnlijk lieflijk landschap waar in het verleden de meest verschrikkelijke dingen gebeurden.
Eén keer moest ik lachen om Armando. Zijn museum was afgebrand, een hijgerige journalist vroeg wat ie daar wel niet van vond en hij antwoordde: ‘Nou, opgeruimd staat netjes.’

Een stuk verderop, verstopt tussen de A28 en N221, ligt begraafplaats Maranatha. De bomen filteren de verkeersherrie tot gezoem. Op het katholieke kerkhof ligt een veldje met Armeense graven, die zich onderscheiden door hun onleesbare namen, geschreven met gouden letters in zwart marmer. Hun voorouders kwamen naar West-Europa, op de vlucht voor de genocide in 1915 door de Turken.

Aan de overkant ligt begraafplaats Rusthof. Meteen bij de ingang ligt het Russisch Ereveld. Alle 865 slachtoffers (van de Tweede Wereldoorlog) uit de Sovjet-Unie die in Nederland sneuvelden, liggen er. Hun namen kan ik wél lezen ondanks het Cyrillische schrift. De hamer en de sikkel en CCCP op de herdenkingszuil ogen vertrouwd.
Naast het Ereveld begint de gewone begraafplaats maar al gauw stuit ik op oorlogsgraven. Nederlandse soldaten, veel ook uit het Gemenebest. Ze waren piloot, boordschutter, marinier, matroos, parachutist of bestuurden een tank. Maar ook Fransen, Joegoslaven, Roemenen, Belgen en Hongaren liggen hier. Op een klein rijtje kruisen staan Italiaanse namen. Hun sterfdatums vallen op, L. P. Rivalta is 7 januari 1919 overleden, A. Bonomini 10 dagen later. Het blijken krijgsgevangenen uit de Eerste Wereldoorlog, onderweg van Duitsland naar Rotterdam om daar in te schepen voor Genua. In afwachting daarvan bezweken ze aan de Spaanse griep

Ik fiets via een andere weg terug naar het station. Amersfoort laat zich van zijn beste kant zien, want ook nu rijd ik door mooie wijken. Zelfs de winkelstraat die naar het station loopt valt op, geen troep, geen leegstand.
In de buurt van het station ligt het huis waar de oorlogsmisdaad van 5 februari 1945 plaatsvond. Ik stap af om het hoofd te buigen voor hen die vielen voor de vrijheid. Een plaquette met de 20 namen hangt aan de muur van de twee-onder-een-kap. De tuin is verzorgd, het gazon gemaaid, maar het is en blijft een schuldige tuin.

-------
Het plaatje is van Coc van Duijn
Meer informatie op : http://cocvanduijn.nl/


© 2020 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
De schuldige tuin in Amersfoort Thomas van der Steen
1708BZ TuinPrecies 75 jaar geleden werden 20 mannen in de tuin voor Barchman Wuytierslaan 40-42 als honden afgemaakt. Na een sabotage-actie op een voor de nazi’s belangrijk seinhuis kwam het tot een vuurgevecht tussen de knokploeg en de Feldgendarmerie. De verzetsmensen schoten het scherpst, drie Duitsers overleden en bittere wraak volgde. Twee dagen later werden 20 willekeurige gevangenen uit hun cel gesleurd, in een vrachtwagen gegooid en uit de laadbak geschreeuwd op bovenstaand adres. De zogenaamde Todeskandidaten werden overhoop geschoten en de lijken als afschrikkend voorbeeld in de tuin achtergelaten.

Fietsend ga ik op zoek naar meer sporen van oorlog in Amersfoort. De straten en lanen slingeren op en af door villawijken en dat fietst aangenaam. Maar de Utrechtseweg gaat alleen maar op, ik moet uit het zadel. Bovenop de Amersfoortse Berg ligt het Belgenmonument, een eerste verwijzing naar oorlog. En wel naar de Eerste Wereldoorlog, Nederland neutraal, Belgische militairen en burgers vluchtten hierheen. Als dank werd er al in 1918 door België een gedenkteken gebouwd, een solide kolos. Koning Leopold III en koningin Wilhelmina onthulden later nog een gedenksteen die de genereuze gastvrijheid van het Nederlandse volk roemt. Dat was formeel, in de praktijk waren er grote spanningen tussen de losse, drinkende en dansende Belgen en hun stugge, sobere en godvrezende gastheren.

Vanaf de top fiets ik met wapperende haren en een windtraan in mijn ooghoek rap naar beneden. Villa’s, parken, bungalows, plantsoenen, landhuizen of bos, ik heb nog geen rijtjeshuis gezien. Hup door het Bergkwartier en Klein Zwitserland, viaduct over, linksaf het bos weer in, het blijft maar dalen. Hier ligt Kamp Amersfoort, nu een Nationaal Monument. Ik ben er eerder geweest en hoef niet weer te gruwen bij de knuppel waarmee kampbeul Kotälla zijn sadisme botvierde. Ik fiets wel naar het eind van de lange schietbaan, waar gevangenen werden gefusilleerd.

Bij Amersfoort en dit kamp moet ik altijd aan Armando denken. De sombere kunstenaar die hier zijn jeugd doorbracht. Somber, zo keek hij in elk geval altijd. Hij bedacht de uitdrukking ‘schuldig landschap’. Een ogenschijnlijk lieflijk landschap waar in het verleden de meest verschrikkelijke dingen gebeurden.
Eén keer moest ik lachen om Armando. Zijn museum was afgebrand, een hijgerige journalist vroeg wat ie daar wel niet van vond en hij antwoordde: ‘Nou, opgeruimd staat netjes.’

Een stuk verderop, verstopt tussen de A28 en N221, ligt begraafplaats Maranatha. De bomen filteren de verkeersherrie tot gezoem. Op het katholieke kerkhof ligt een veldje met Armeense graven, die zich onderscheiden door hun onleesbare namen, geschreven met gouden letters in zwart marmer. Hun voorouders kwamen naar West-Europa, op de vlucht voor de genocide in 1915 door de Turken.

Aan de overkant ligt begraafplaats Rusthof. Meteen bij de ingang ligt het Russisch Ereveld. Alle 865 slachtoffers (van de Tweede Wereldoorlog) uit de Sovjet-Unie die in Nederland sneuvelden, liggen er. Hun namen kan ik wél lezen ondanks het Cyrillische schrift. De hamer en de sikkel en CCCP op de herdenkingszuil ogen vertrouwd.
Naast het Ereveld begint de gewone begraafplaats maar al gauw stuit ik op oorlogsgraven. Nederlandse soldaten, veel ook uit het Gemenebest. Ze waren piloot, boordschutter, marinier, matroos, parachutist of bestuurden een tank. Maar ook Fransen, Joegoslaven, Roemenen, Belgen en Hongaren liggen hier. Op een klein rijtje kruisen staan Italiaanse namen. Hun sterfdatums vallen op, L. P. Rivalta is 7 januari 1919 overleden, A. Bonomini 10 dagen later. Het blijken krijgsgevangenen uit de Eerste Wereldoorlog, onderweg van Duitsland naar Rotterdam om daar in te schepen voor Genua. In afwachting daarvan bezweken ze aan de Spaanse griep

Ik fiets via een andere weg terug naar het station. Amersfoort laat zich van zijn beste kant zien, want ook nu rijd ik door mooie wijken. Zelfs de winkelstraat die naar het station loopt valt op, geen troep, geen leegstand.
In de buurt van het station ligt het huis waar de oorlogsmisdaad van 5 februari 1945 plaatsvond. Ik stap af om het hoofd te buigen voor hen die vielen voor de vrijheid. Een plaquette met de 20 namen hangt aan de muur van de twee-onder-een-kap. De tuin is verzorgd, het gazon gemaaid, maar het is en blijft een schuldige tuin.

-------
Het plaatje is van Coc van Duijn
Meer informatie op : http://cocvanduijn.nl/
© 2020 Thomas van der Steen
powered by CJ2