archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 1 Jaargang 17 10 oktober 2019 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Het land van wierden en borgen | Dik Kruithof | |||
We waren in Rottum, een klein plaatsje iets onder Usquert. Gelegen op een wierde waar een Benedictijner klooster op heeft gestaan, dat zijn naam ook gaf aan het eiland Rottumeroog, In Usquert staat trouwens een door Berlage gebouwd stadhuis, dat sinds 1990 een officieel monument is en in 2011 prachtig werd gerestaureerd. De reis terug bracht ons ook in Appingedam. In de middeleeuwen was dat de hoofdstad van de Friese vrijstaat Fivelingo en een belangrijke ontmoetingsplaats voor de Vrije Friezen, naast het Oostfriese Aurich. Appingedam is de enige plaats in de provincie, naast Groningen natuurlijk, met stadsrechten. In de late middeleeuwen verloor het de concurrentiestrijd om de handel met Stad. Er is nog altijd een echte oude binnenstad met grachten en drie beroemde hangende keukens er boven. Het aardige museumpje heeft een diepe kelder en veel moois uit de tijd dat het nog goed ging met Appingedam. Er was een leuke tentoonstelling over vrouwen die belangrijk waren in deze streek. Zelfs portretten van naamloze vrouwen waren daar te zien! Kennelijk vanuit de gedachte dat als er een grote portretfoto was gemaakt ze vast belangrijk waren geweest! Maar ook met een mooi eerbetoon aan de eerste vrouwelijke burgemeester, Rika Pot, van 2009 tot 2017. Van Appingedam reden we naar het landgoed Verhildersum bij Leens. Het bestaat uit een Borg, die aan de voorzijde meer een landhuis lijkt, die in negentiende-eeuwse rijkeluisstijl is ingericht. Zelf vind ik dan de keldergewelven en werkruimtes voor het personeel het leukste en dat was hier prima in orde, met zelfs aandacht voor de vleermuizen! Het landgoed heeft verder: een prachtige beeldentuin, een klein museum in het koetshuis en een uitgebreide landbouwafdeling met een duiventil, een boomgaard met oude fruitrassen, weilanden met oude veerassen als Blaarkoppen en Lakenvelders en een Museumboerderij. Langs het pad naar de boerderij staat zo’n typische landarbeiderswoning uit de twintiger jaren. Achter de woning staan langs het pad machines voor de hooioogst uit de jaren vijftig en zestig. Een feest van herkenning!: maaimachine, schudder, zij-aanvoer en (schoon)sleper. Erg leuk om machines te zien waar je zelf mee gewerkt hebt! In het museum een mooi overzicht van melkverwerking op de boerderij en zelfs van de melkcontrole! Bij de boerderij begint het Ede Staal-pad, met liedteksten op borden. Het pad voert je voorbij het torentje van Leens. Omdat de weg over Lauwersoog was afgesloten zochten we een route onder het Lauwersmeer langs. Daar kwamen we een bordje tegen van de Theefabriek. Dat volgend bracht ons in Houwerzijl, waar het enige theemuseum van Nederland staat – zeggen ze zelf. Voor het museum waren we eigenlijk te laat (bovendien waren we een maand eerder in het Theemuseum in Norden geweest in het enige echte theegebied van Europa, daar zou Houwerzijl vast niet aan kunnen tippen), maar de Theedrinkerij en vooral de winkel waren inderdaad van landelijke allure, met een ongelooflijke sortering theesoorten (zelfs de namiddagthee van Tiktak uit Leeuwarden). Langs kleine weggetjes kwamen we nog bij het gemaal De Waterwolf in Electra, industrieel erfgoed. Sinds 1920 verzorgt dat de afvoer vanuit een groot deel van Groningen en de kop van Drenthe. En toen ging het regenen en waren we snel thuis. ------ De plaatjes zijn van de schrijver |
||||
© 2019 Dik Kruithof | ||||
powered by CJ2 |