archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 20
Jaargang 16
26 september 2019
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Krijgen onze kinderen het beter? Arie de Jong

1620BS KinderenbeterDe laatste tijd hoor je nogal eens dat voor het eerst in de geschiedenis onze kinderen het niet beter zullen hebben dan wij. Of zelfs dat ze het slechter zullen hebben. In de media wordt deze stelling met grote overtuiging ingenomen, al dan niet ondersteund met verwijzing naar onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau of enquêtes onder de bevolking. Helaas gaat het over de toekomst, dus de bewering is nog niet na te trekken. Toch zet ik er mijn vraagtekens bij.

De bewering bevat een paar onderdelen, dus er zit niets anders op dan die stuk voor stuk na te lopen. Ik begin met het onderdeel ‘voor het eerst in de geschiedenis’. Het is onmiskenbaar waar dat de huidige generatie (die oud of middelbaar is) het beter heeft dan de generatie van daarvoor. Dat gaat natuurlijk niet op voor elk individu afzonderlijk, maar op veel terreinen is vooruitgang geboekt. De welvaart is groter en dat uit zich in grotere en gerieflijker huizen (groter, beter geïsoleerd, voorzien van badkamers en centrale verwarming) dan 30 of 60 jaar geleden, mensen hebben meer spullen (auto, televisie, smartphone, computer, maar ook een goede fiets en betere meubels). De gezondheidszorg is vooruitgegaan, er is minder vervuiling, noem maar op. Het zegt overigens allemaal weinig over de vraag of mensen gelukkig zijn, maar dat zijn ze ook, gelukkig en tevreden.

Een andere kwestie is of die vooruitgang zich al eeuwen en eeuwen voltrekt. Dat is niet zo. Eeuwenlang trad een nieuwe generatie volledig in het spoor van de vorige. De bovenlaag bleef bovenlaag, was welvarend, trouwde met elkaar, hield het bezit, de macht en de status vast. Alle andere mensen konden zich nauwelijks ontworstelen aan de maatschappelijke positie van hun ouders. Was je vader boer, dan werd de oudste zoon ook boer. Andere zonen konden in het leger of in het klooster, maar het kon ook dat die landarbeider werden. De meisjes werden in zo’n geval boerin of trouwden met iemand van gelijke stand, gingen het klooster in of bleven de ouders verzorgen. Was je vader bakker, dan werd in elk geval één van de zonen bakker. Verder het zelfde verhaal. Hoe dan ook: volgende generaties hadden het niet of niet noemenswaard beter (en ook niet slechter) dan de vorige.

Je kunt zeggen: de bewering is daarmee ontkracht. De grote sprong voorwaarts is van de afgelopen anderhalve eeuw. Geweldig dat het gebeurd is, maar waar haal je het vandaan dat zo’n ontwikkeling nog generaties kan doorgaan?

Dan de hamvraag: zal de volgende generatie, de jongeren van nu en hun kinderen die over een jaar of twintig de ruggengraat van de samenleving vormen, het beter, slechter of even goed hebben als de huidige generatie? Valt daar wat zinnigs over te zeggen?
Het zit nogal in de weg dat het niet zo duidelijk is wat je precies wilt meten. Gaat het om materiële welvaart? Gaat het om ontplooiing? Gaat het om de kwaliteit van leven? En bij elk van die factoren: hoe meet je dat dan? In mijn ogen valt er niets zinnigs over te zeggen. Zelfs niet of volgende generaties gelukkiger of tevredener zullen zijn dan de ‘huidige’ generaties, of juist ongelukkiger of ontevredener.

Wellicht is het ook meer een uiting van onze cultuur, waarin al eeuwenlang een pessimistische grondtoon bestaat over de toekomst. Het lijkt alsof het geloof in het Oordeel op de jongste dag zelfs bij de meeste ongelovigen zit ingebakken. Ik vraag me af: zouden Chinezen, Congolezen of Argentijnen er ook zo’n toekomstbeeld op nahouden en denken dat volgende generaties het slechter of in elk geval niet beter zullen hebben? Ik geloof er niets van.

Als dit de ‘factcheck’ in een krant was, dan was het oordeel: ongefundeerd.
Mijn oordeel: tot zolang niet bewezen is hoe het echt loopt (en dat weet je pas over enkele decennia) is het lariekoek. Inhoudsloos en onbewezen gebabbel.
Zoals al eeuwenlang (de bronnen gaan zelfs terug tot bronnen bij de oude Grieken en Romeinen) wordt geklaagd over de ‘jeugd van tegenwoordig’. Ook lariekoek.

-----
De tekening is van Alex Verduijn den Boer


© 2019 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Krijgen onze kinderen het beter? Arie de Jong
1620BS KinderenbeterDe laatste tijd hoor je nogal eens dat voor het eerst in de geschiedenis onze kinderen het niet beter zullen hebben dan wij. Of zelfs dat ze het slechter zullen hebben. In de media wordt deze stelling met grote overtuiging ingenomen, al dan niet ondersteund met verwijzing naar onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau of enquêtes onder de bevolking. Helaas gaat het over de toekomst, dus de bewering is nog niet na te trekken. Toch zet ik er mijn vraagtekens bij.

De bewering bevat een paar onderdelen, dus er zit niets anders op dan die stuk voor stuk na te lopen. Ik begin met het onderdeel ‘voor het eerst in de geschiedenis’. Het is onmiskenbaar waar dat de huidige generatie (die oud of middelbaar is) het beter heeft dan de generatie van daarvoor. Dat gaat natuurlijk niet op voor elk individu afzonderlijk, maar op veel terreinen is vooruitgang geboekt. De welvaart is groter en dat uit zich in grotere en gerieflijker huizen (groter, beter geïsoleerd, voorzien van badkamers en centrale verwarming) dan 30 of 60 jaar geleden, mensen hebben meer spullen (auto, televisie, smartphone, computer, maar ook een goede fiets en betere meubels). De gezondheidszorg is vooruitgegaan, er is minder vervuiling, noem maar op. Het zegt overigens allemaal weinig over de vraag of mensen gelukkig zijn, maar dat zijn ze ook, gelukkig en tevreden.

Een andere kwestie is of die vooruitgang zich al eeuwen en eeuwen voltrekt. Dat is niet zo. Eeuwenlang trad een nieuwe generatie volledig in het spoor van de vorige. De bovenlaag bleef bovenlaag, was welvarend, trouwde met elkaar, hield het bezit, de macht en de status vast. Alle andere mensen konden zich nauwelijks ontworstelen aan de maatschappelijke positie van hun ouders. Was je vader boer, dan werd de oudste zoon ook boer. Andere zonen konden in het leger of in het klooster, maar het kon ook dat die landarbeider werden. De meisjes werden in zo’n geval boerin of trouwden met iemand van gelijke stand, gingen het klooster in of bleven de ouders verzorgen. Was je vader bakker, dan werd in elk geval één van de zonen bakker. Verder het zelfde verhaal. Hoe dan ook: volgende generaties hadden het niet of niet noemenswaard beter (en ook niet slechter) dan de vorige.

Je kunt zeggen: de bewering is daarmee ontkracht. De grote sprong voorwaarts is van de afgelopen anderhalve eeuw. Geweldig dat het gebeurd is, maar waar haal je het vandaan dat zo’n ontwikkeling nog generaties kan doorgaan?

Dan de hamvraag: zal de volgende generatie, de jongeren van nu en hun kinderen die over een jaar of twintig de ruggengraat van de samenleving vormen, het beter, slechter of even goed hebben als de huidige generatie? Valt daar wat zinnigs over te zeggen?
Het zit nogal in de weg dat het niet zo duidelijk is wat je precies wilt meten. Gaat het om materiële welvaart? Gaat het om ontplooiing? Gaat het om de kwaliteit van leven? En bij elk van die factoren: hoe meet je dat dan? In mijn ogen valt er niets zinnigs over te zeggen. Zelfs niet of volgende generaties gelukkiger of tevredener zullen zijn dan de ‘huidige’ generaties, of juist ongelukkiger of ontevredener.

Wellicht is het ook meer een uiting van onze cultuur, waarin al eeuwenlang een pessimistische grondtoon bestaat over de toekomst. Het lijkt alsof het geloof in het Oordeel op de jongste dag zelfs bij de meeste ongelovigen zit ingebakken. Ik vraag me af: zouden Chinezen, Congolezen of Argentijnen er ook zo’n toekomstbeeld op nahouden en denken dat volgende generaties het slechter of in elk geval niet beter zullen hebben? Ik geloof er niets van.

Als dit de ‘factcheck’ in een krant was, dan was het oordeel: ongefundeerd.
Mijn oordeel: tot zolang niet bewezen is hoe het echt loopt (en dat weet je pas over enkele decennia) is het lariekoek. Inhoudsloos en onbewezen gebabbel.
Zoals al eeuwenlang (de bronnen gaan zelfs terug tot bronnen bij de oude Grieken en Romeinen) wordt geklaagd over de ‘jeugd van tegenwoordig’. Ook lariekoek.

-----
De tekening is van Alex Verduijn den Boer
© 2019 Arie de Jong
powered by CJ2