archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 19 Jaargang 16 12 september 2019 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Achter zonwerend glas | ||||
Wat zijn we er druk mee ... | Julius Pasgeld | |||
Op school leren ze tegenwoordig leren. Dat heet ‘leren leren’. Het lijkt me een bijzonder interessant vak. Sommige leerlingen hebben wat moeite met dat vak. Die weten niet goed hoe ze dat moeten aanpakken. Voor die leerlingen hebben ze sinds kort een speciale cursus. Die heet ‘leren leren leren’. Laatst moest ik naar een vergadering. Op de agenda stond maar één punt: ‘Efficiënt vergaderen’. En zo zaten we urenlang te vergaderen over hoe we moesten vergaderen. Er werden dingen gezegd als: ‘We doen even een rondje hoe iedereen denkt dat het beter zou kunnen en daarna komt de directeur vertellen hoe het eigenlijk moet en dan doen we dat in het vervolg’. Ik begreep het niet goed. Vergaderen had ik tot dan toe altijd ervaren als een uitje voor domme mensen die blij zijn hun eigenlijke werk even in de steek te kunnen laten om de gewichtige peer uit te hangen. Als een gelegenheid waarbij iedereen zichzelf even wil oefenen in het allerlaatste jargon van de probleemveroorzakende mededeelzaamheidsdrift. Maar als je dat netjes zegt, vragen ze je gelijk om je visie eens in een concept neer te leggen. Weet ik veel. Ik heb helemaal geen visie. Tenminste niet zolang ik daar niet voor word betaald. Daar gaat je carrièreplanning. En dan draait het natuurlijk weer uit op job-rotation of een personele re-shuffel of hoe ze overplaatsing tegenwoordig ook al weer noemen. We hebben het er maar druk mee. Onlangs moest ik een cursus volgen die tot doel had de werkdruk op de werkvloer te verminderen. De vakbond had weten te bewerkstelligen dat we die cursus in de tijd van de baas mochten doen. De cursusleider begon met een rondje over hoe iedereen dacht dat het beter zou kunnen. Ik stak gelijk mijn vinger op en zei: ‘Als u het me dan toch vraagt, wil ik eigenlijk direct weer gewoon aan het werk. Want dat stapelt zich vreselijk op in de tijd dat we hier de cursus moeten volgen’. De cursusleider zei, dat het daar op dat moment niet over ging. Maar dat was ik dus niet met hem eens en vroeg toestemming de goedbedoelde pogingen te mogen verlaten om door te gaan met mijn gewone werk. Dat werd nog een heel punt. Over de vraag of het bijwonen van een dergelijke cursus verplicht was, werd een extra vergaderpunt ingelast dat doorgenomen moest worden met de personeelschef, vertegenwoordigers van de vakbond, leden van de ondernemingsraad en het voltallige managementteam. Omdat ik ook deel uitmaakte van de ondernemingsraad zat ik daar met twee petten op. Met de ene pet op zei ik: ‘Ik zit hier met twee petten op. Daarom begrijp ik heel goed, dat de vraag, of we hier voor de regie dan wel voor de uitvoering zitten nog niet helemaal is uitgekristalliseerd. Toch wil ik absoluut niet de indruk wekken, dat ik het persoonlijk bedoel’. (Iedereen knikte instemmend, vooral de managers haalden opgelucht adem). ‘Maar’, zo vervolgde ik, ‘als we ernst willen maken met het veranderproces, een dynamisch en boeiend proces mag ik wel zeggen, dan dient de kar toch te worden getrokken door het management. En hoewel ik de indruk heb, dat het draagvlak aldaar nog niet geheel optimaal is, stel ik serieus vast, dat de managers deze omslag in het denken eerst eens zèlf tussen de oren moeten proberen te krijgen. Dat een en ander een logistieke doorbelasting naar de werkvloer inhoudt moeten we helaas maar voor lief nemen’. Enfin. Na vijf uur afmattend vergaderen werd er een werkgroep ingesteld die zich bezig zou gaan houden met het probleem waarvan nu al duidelijk was dat niemand meer precies wist waar het over ging. Eerlijk gezegd wist ik dat zelf ook niet meer. Maar dat lieten we graag over aan de werkgroepen taakomschrijving (taom) en functiewaardering (fuwa). Na al die opwinding snakte ik naar mijn gewone werk. Want dat was er weer eens mooi bij ingeschoten. -------- Het plaatje is van Han Busstra |
||||
© 2019 Julius Pasgeld | ||||
powered by CJ2 |