archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 19 Jaargang 16 12 september 2019 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Op de fiets | ||||
Byzantium aan de Maas | Thomas van der Steen | |||
Iemand liet de plaatsnaam Heusden vallen, met de kwalificatie vestingstadje ervoor. Daar ben ik dol op, ik bezoek het nabijgelegen Naarden vaak op de fiets. Oké, de met kinderkopjes geplaveide straatjes zijn allerminst comfortabel, maar de geveltjes en historische sfeer vergoeden veel. Ik keek op Google Maps wat ik zou tegenkomen als ik een rondje Heusden zou doen en zag Waalwijk. Bij die naam dacht ik aan schoenen en aan de voetbalclub RKC. Na mijn tochtje is er een associatie bijgekomen. In het Brabantse Vlijmen, iets ten westen van Den Bosch, stap ik op. Het is zo’n weldadig zonnige dag zoals er zoveel waren deze zomer. Om en nabij de 30 graden en nauwelijks wind. Ik zet koers naar de Maas en rijd door de wijk waar gefortuneerde Vlijmenaren wonen. Een pas opgeleverd huis ontsiert zijn omgeving. Een witgepleisterd, kitscherig kasteeltje met aan beide zijden twee heuse torentjes. De garage heeft maar liefst drie kanteldeuren, hier moet wel een drugsbaas wonen. Bij Engelen bereik ik de Maas, het panorama is weids en magnifiek. De lucht is zoals Ruysdael die graag zag, de dijk groen, de rivier breed en aan de overkant zie ik tot ver in Gelderland koeien grazen. Voorovergebogen maak ik jacht op een binnenvaartschip dat ronkend westwaarts vaart. Ik win glansrijk maar de schipper negeert mijn groet, hij blijkt een slechte verliezer. De wieken van de molens van Heusden zie ik al van ver. Via een steile ophaalbrug bereik ik het plein van de vesting. Het woud van fietsen bewijst de populariteit van het stadje. Een kort rondje door het stadje maakt duidelijk dat Heusden, gelijk Naarden, stervormig is. Op een terras dat uitkijkt op het knusse haventje eet ik mijn lunch; een twaalfuurtje want daar zit een kroketje bij en die sla ik nooit af. Weer op pad langs de rivier blijkt die van naam veranderd, inmiddels is het de Bergsche Maas. Het fietspad ligt boven op de dijk en met tegenwind is dat zwoegen maar vandaag een eitje. Waalwijk rijd ik binnen via een industrieterrein. Geen pretje, het is enorm en lelijker dan normaal. Het is bouwvak dus het ligt er verlaten en troosteloos bij. Snel spoed ik mij naar het centrum van de schoenenstad. Daar geniet ik van een ijsje op een bankje op het Raadhuisplein. Tussen de gevelreclames van Douglas en Trekpleister door zie ik een slanke kerktoren de hemel in priemen. Als ik even later de Sint-Janskerk in volle glorie zie weet ik niet wat ik zie. Een moment waan ik mij in Istanbul, door de koperen koepels lijkt het de Aya Sophia wel. Nog enigszins verbluft zoek ik een ingang. De deur is open, maar de kerk dicht. De deur biedt alleen toegang tot een kleine ruimte met een kom wijwater en de gebruikelijke kaarsjes die je kunt branden. Door het bos langs de rand van de Loonse en Drunense Duinen rijd ik terug naar Vlijmen. Op een open plek staat een kapelletje. Ik stap af om een fotootje te maken van het beeld van Sint Hubertus. Een oude man op het bankje ervoor vraagt of ik misschien de beheerder van de kapel ben. 'Nee, ik maak graag foto's van heiligen', antwoord ik. 'Oh, alleen maar selfies zeker, hahaha', buldert hij. Ach, ik heb mijn naam al mee. -------- Het plaatje is van de schrijver |
||||
© 2019 Thomas van der Steen | ||||
powered by CJ2 |