archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 16
12 september 2019
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Over de voetbalvoorzitter ... Jack Luiten

1619BS Pastoor... die de sacramenten niet zou krijgen

'Als Pastoor teeken ik een vlammend protest aan tegen een dergelijke onkatholieke antigodsdienstige handelswijze, een Stalin en Tito waardig.'

Dit citaat staat in een bijzondere brief, gedateerd 12 juli 1953, van pastoor J.D. Sistermans in Stompwijk, gericht aan de voorzitter en het bestuur van de in 1947 opgerichte voetbalvereniging Stompwijkse Boys. De pastoor is boos, nee hij is woedend. Tijdens de lofvieringen kwamen ineens veel minder parochianen naar de Laurentiuskerk.  

'Tot mijn allergrootste en diepste spijt, maar tevens tot mijn hoogste verontwaardiging, heb ik vanavond de reden ontdekt, waarom de laatste twee Zondagen het Lof zo buitengewoon slecht bezocht was.'
Wat bleek het geval? Op zondag konden liefhebbers uit het dorp meedoen aan een vriendschappelijk partijtje voetbal. De pastoor neemt per direct passende maatregelen:
'Bij deze distancieer ik me als Pastoor volkomen van Uw vereniging en ook de Kapelaan verbied ik uit en nadrukkelijk nog langer als Geestelijk Adviseur relaties met Uw vereniging te onderhouden.'

Met voorbedachten rade
Sistermans trekt vervolgens van leer, want de vereniging handelt volgens hem niet alleen tegen de godsdienst en de kerk, maar ook tegen alle reglementen, bisschoppelijke verordeningen, onderlinge afspraken en beloftes. En dat gebeurde ook nog eens opzettelijk en met voorbedachten rade.
De conclusie van de Pastoor: 'Een bestuur hetwelk op die wijze meewerkt om het godsdienstig leven in de parochie te ondermijnen, levert daardoor het bewijs zijn verantwoordelijkheid of niet te begrijpen of niet aan te kunnen. Zulk een bestuur verdient niet langer het predicaat R.K. voor zijn naam.'
In de aanhef van de brief waren die twee letters dus niet voor niets weggelaten.

Met zijn sanctiebeleid gaat de Pastoor nog een stap verder. Hij eist dat dit bestuur met ingang van vandaag zal aftreden. Als het bestuur dit weigert, zal hij het Hoofbestuur van de R.K. Voetbalbond op de hoogte stellen. 'Zoo nodig zal ik de kwestie brengen voor de Bisschop. Het gaat hier over een zuiver principieel godsdienstige aangelegenheid.'

De voorzitter van de voetbalvereniging nam contact op met onder anderen rector Vester van de Nederlandse Katholieke Sportbond. Het advies luidde (er werd toen al gepolderd) om in een gesprek tot een bevredigende oplossing te komen. Uit het gesprek met de rector maakte de voorzitter wel op dat de pastoor in deze gezaghebbende kwestie niet sterk stond.
Iedere keer dat de voorzitter daarna met de pastorie belde en de pastoor aan de lijn kreeg, smeet de laatste meteen de hoorn op de haak. Echter, op enig moment werd er teruggebeld vanuit de pastorie. Het was de kapelaan, die de voorzitter vroeg om niet meer te bellen, anders zou de hoorn van de telefoon het wellicht niet overleven.

Grimmig
Uiteindelijk kwam het op een avond toch tot een gesprek tussen beide heren. De sfeer was grimmig, er werd hoog spel gespeeld. De pastoor hield voet bij stuk: als de voorzitter de vereniging niet zou ontbinden, zou hij hem de sacramenten weigeren. Toen de voetbalvoorzitter antwoordde dat dit hem niet zoveel zou uitmaken kreeg het gesprek een geheel andere wending. Die reactie had de pastoor niet verwacht en hij draaide bij. Sterker, het werd zelfs enigszins gezellig. De avond eindigde met het bekijken van een nieuwe parketvloer in de pastorie en het gezamenlijk leegmaken van een kruikje jenever.

De voorzitter van de Stompwijkse voetbalclub, in het dagelijks leven dorpssmid, stond z’n mannetje, zo blijkt uit een jubileumboekje van de vereniging uit 1982. Een deel van de spelers van het eerste elftal kondigde een boycot aan van komende wedstrijden, omdat één van de spelers niet mee trainde maar wel in het hoogste team werd opgesteld. De speler in kwestie kon niet meetrainen vanwege werk elders, maar dat pikte de groep ‘opstandelingen’ niet. De voorzitter liet op zijn beurt weten dat de oplossing eigenlijk heel simpel was: het tweede team zou dan spelen voor het eerste, en andersom. Het was toen gauw gedaan met de boycot.

Drie vieringen
In de jaren vijftig van de vorige eeuw was Stompwijk een dorp, zoals ooit bezongen door Wim Sonneveld. Met paard en wagen over de straatweg , kruideniers die beurtelings langs de deur kwamen, drie warme bakkers, grote klassen op de R.K. Lagere School en de slager die nog even pronkte met zijn rund voordat het schot klonk. Een dorp met de jongens- en meisjesschool, het zusterhuis, de kroeg en natuurlijk de kerk als kloppend hart. In die kerk werden toen op zondagmorgen drie heilige Missen gevierd: om kwart over zeven, om half negen (de Hoogmis) en om elf uur. De voetbalvoorzitter ging met enkele kinderen meestal naar de gezongen Hoogmis. 

Later kwam dezelfde voorzitter nog één keer in aanvaring met het plaatselijke, kerkelijke gezag. Hij waagde het om een jongeman van protestants-christelijke huize (diens vader was bevriend met de voorzitter) tot de R.K. voetbalvereniging toe te laten. Over alles wat daarover toentertijd is gezegd en geschreven is helaas weinig bewaard gebleven. Het resultaat is wel bekend: de jongen, die een paar kilometer buiten het dorp woonde, kon ‘gewoon’ met zijn katholieke leeftijdgenoten bij Stompwijkse Boys een balletje gaan trappen.
Bewondering

De voorzitter is 28 jaar achtereen praeses geweest van de plaatselijke voetbalvereniging. Hij had zeven zonen en uiteraard hebben ze allemaal bij die dorpsclub gevoetbald, al was de een wat meer getalenteerd dan de ander. Ik was één van die zeven en heb in al die jaren nooit, rechttoe rechtaan, mijn bewondering uitgesproken voor het feit dat mijn vader, Aad Luiten, stónd voor zijn sport en de strijd aanging met de toen zo dominante katholieke kerk. Nu, ruim 65 jaar later, kan ik het nog zeggen: goed gedaan pa!

--------
Het plaatje is van Han Busstra


© 2019 Jack Luiten meer Jack Luiten - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Over de voetbalvoorzitter ... Jack Luiten
1619BS Pastoor... die de sacramenten niet zou krijgen

'Als Pastoor teeken ik een vlammend protest aan tegen een dergelijke onkatholieke antigodsdienstige handelswijze, een Stalin en Tito waardig.'

Dit citaat staat in een bijzondere brief, gedateerd 12 juli 1953, van pastoor J.D. Sistermans in Stompwijk, gericht aan de voorzitter en het bestuur van de in 1947 opgerichte voetbalvereniging Stompwijkse Boys. De pastoor is boos, nee hij is woedend. Tijdens de lofvieringen kwamen ineens veel minder parochianen naar de Laurentiuskerk.  

'Tot mijn allergrootste en diepste spijt, maar tevens tot mijn hoogste verontwaardiging, heb ik vanavond de reden ontdekt, waarom de laatste twee Zondagen het Lof zo buitengewoon slecht bezocht was.'
Wat bleek het geval? Op zondag konden liefhebbers uit het dorp meedoen aan een vriendschappelijk partijtje voetbal. De pastoor neemt per direct passende maatregelen:
'Bij deze distancieer ik me als Pastoor volkomen van Uw vereniging en ook de Kapelaan verbied ik uit en nadrukkelijk nog langer als Geestelijk Adviseur relaties met Uw vereniging te onderhouden.'

Met voorbedachten rade
Sistermans trekt vervolgens van leer, want de vereniging handelt volgens hem niet alleen tegen de godsdienst en de kerk, maar ook tegen alle reglementen, bisschoppelijke verordeningen, onderlinge afspraken en beloftes. En dat gebeurde ook nog eens opzettelijk en met voorbedachten rade.
De conclusie van de Pastoor: 'Een bestuur hetwelk op die wijze meewerkt om het godsdienstig leven in de parochie te ondermijnen, levert daardoor het bewijs zijn verantwoordelijkheid of niet te begrijpen of niet aan te kunnen. Zulk een bestuur verdient niet langer het predicaat R.K. voor zijn naam.'
In de aanhef van de brief waren die twee letters dus niet voor niets weggelaten.

Met zijn sanctiebeleid gaat de Pastoor nog een stap verder. Hij eist dat dit bestuur met ingang van vandaag zal aftreden. Als het bestuur dit weigert, zal hij het Hoofbestuur van de R.K. Voetbalbond op de hoogte stellen. 'Zoo nodig zal ik de kwestie brengen voor de Bisschop. Het gaat hier over een zuiver principieel godsdienstige aangelegenheid.'

De voorzitter van de voetbalvereniging nam contact op met onder anderen rector Vester van de Nederlandse Katholieke Sportbond. Het advies luidde (er werd toen al gepolderd) om in een gesprek tot een bevredigende oplossing te komen. Uit het gesprek met de rector maakte de voorzitter wel op dat de pastoor in deze gezaghebbende kwestie niet sterk stond.
Iedere keer dat de voorzitter daarna met de pastorie belde en de pastoor aan de lijn kreeg, smeet de laatste meteen de hoorn op de haak. Echter, op enig moment werd er teruggebeld vanuit de pastorie. Het was de kapelaan, die de voorzitter vroeg om niet meer te bellen, anders zou de hoorn van de telefoon het wellicht niet overleven.

Grimmig
Uiteindelijk kwam het op een avond toch tot een gesprek tussen beide heren. De sfeer was grimmig, er werd hoog spel gespeeld. De pastoor hield voet bij stuk: als de voorzitter de vereniging niet zou ontbinden, zou hij hem de sacramenten weigeren. Toen de voetbalvoorzitter antwoordde dat dit hem niet zoveel zou uitmaken kreeg het gesprek een geheel andere wending. Die reactie had de pastoor niet verwacht en hij draaide bij. Sterker, het werd zelfs enigszins gezellig. De avond eindigde met het bekijken van een nieuwe parketvloer in de pastorie en het gezamenlijk leegmaken van een kruikje jenever.

De voorzitter van de Stompwijkse voetbalclub, in het dagelijks leven dorpssmid, stond z’n mannetje, zo blijkt uit een jubileumboekje van de vereniging uit 1982. Een deel van de spelers van het eerste elftal kondigde een boycot aan van komende wedstrijden, omdat één van de spelers niet mee trainde maar wel in het hoogste team werd opgesteld. De speler in kwestie kon niet meetrainen vanwege werk elders, maar dat pikte de groep ‘opstandelingen’ niet. De voorzitter liet op zijn beurt weten dat de oplossing eigenlijk heel simpel was: het tweede team zou dan spelen voor het eerste, en andersom. Het was toen gauw gedaan met de boycot.

Drie vieringen
In de jaren vijftig van de vorige eeuw was Stompwijk een dorp, zoals ooit bezongen door Wim Sonneveld. Met paard en wagen over de straatweg , kruideniers die beurtelings langs de deur kwamen, drie warme bakkers, grote klassen op de R.K. Lagere School en de slager die nog even pronkte met zijn rund voordat het schot klonk. Een dorp met de jongens- en meisjesschool, het zusterhuis, de kroeg en natuurlijk de kerk als kloppend hart. In die kerk werden toen op zondagmorgen drie heilige Missen gevierd: om kwart over zeven, om half negen (de Hoogmis) en om elf uur. De voetbalvoorzitter ging met enkele kinderen meestal naar de gezongen Hoogmis. 

Later kwam dezelfde voorzitter nog één keer in aanvaring met het plaatselijke, kerkelijke gezag. Hij waagde het om een jongeman van protestants-christelijke huize (diens vader was bevriend met de voorzitter) tot de R.K. voetbalvereniging toe te laten. Over alles wat daarover toentertijd is gezegd en geschreven is helaas weinig bewaard gebleven. Het resultaat is wel bekend: de jongen, die een paar kilometer buiten het dorp woonde, kon ‘gewoon’ met zijn katholieke leeftijdgenoten bij Stompwijkse Boys een balletje gaan trappen.
Bewondering

De voorzitter is 28 jaar achtereen praeses geweest van de plaatselijke voetbalvereniging. Hij had zeven zonen en uiteraard hebben ze allemaal bij die dorpsclub gevoetbald, al was de een wat meer getalenteerd dan de ander. Ik was één van die zeven en heb in al die jaren nooit, rechttoe rechtaan, mijn bewondering uitgesproken voor het feit dat mijn vader, Aad Luiten, stónd voor zijn sport en de strijd aanging met de toen zo dominante katholieke kerk. Nu, ruim 65 jaar later, kan ik het nog zeggen: goed gedaan pa!

--------
Het plaatje is van Han Busstra
© 2019 Jack Luiten
powered by CJ2