archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 17 Jaargang 16 4 juli 2019 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
De Engel van Curaçao ... | Willem Minderhout | |||
... en de Japans-Poolse vriendschap In ‘De Rechtvaardigen’ reconstrueert Jan Brokken de fascinerende geschiedenis van Jan Zwartendijk, de directeur van Philips in Litouwen, die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog tot Nederlands consul in Kaunas wordt gebombardeerd. Zwartendijk voorzag als consul duizenden paspoorten van een verklaring dat er geen visum nodig is voor Suriname, Curacao en andere Nederlandse bezittingen in Amerika. Duizenden, voornamelijk Poolse, Joden wisten gewapend met deze verklaring dwars door de Sovjet Unie te reizen en de vrijheid te bereiken in landen als Australië, Amerika, Zuid-Afrika etc. Tussen de Sovjet Unie en de vrijheid lag echter nog een obstakel: Japan. De verklaring dat men zonder visum de Nederlandse overzeese bezittingen in De West mocht betreden was waardeloos zonder een doorreisvisum voor Japan. Wonder boven wonder was er een Japanse consul in Kaunas, Sugihara, die bereid was om alle door Zwartendijk van een Curaçao-verklaring voorziene vluchtelingen een doorreisvisum te verstrekken. Als een bezetene kaligrafeerde hij een doorgangsvisa in die duizenden paspoorten. Daarna was er nog een hobbel te nemen: de reis naar Vladivostok. De Russen vroegen daar een hoge prijs voor, die mede dankzij steun van Joodse hulporganisaties betaald kon worden. Met een treinkaartje op zak reisden de vluchtelingen ineens onder begeleiding van Intourist als heuse toeristen de Sovjet Unie door en de vrijheid tegemoet. Brokken slaagt er niet in om precies te achterhalen wie er op dit geniale idee, dat duizenden mensen het leven redde, gekomen was. Net als in zijn magistrale boek ‘De Vergelding’, waarin hij geen zekerheid vindt of de dood van de Duitse soldaat die de aanleiding was tot een groot oorlogsdrama in Rhoon een moord was of een ongeluk, geeft hij meerdere mogelijkheden weer. Heeft Peppy Sternheim Lewin, een Amsterdamse die met een Poolse rabijn was getrouwd, het samen met De Decker, de Nederlandse gezant in de Baltische Staten die Zwartenberg tot consul had aangesteld, verzonnen en heeft Zwartendijk dit voorbeeld duizenden keren herhaald? Heeft diezelfde Peppy de Japanse consul Sugihara vervolgens overgehaald om doorreisvisa te verstrekken? Het zou kunnen. Of heeft de in Scheveningen geboren Nathan Gutwirth, die regelmatig met Zwartendijk over de Nederlandse voetbaluitslagen kwam praten, de Curaçao-route ontdekt? Ook hij beweert met gezant De Decker over een ‘Curaçaoverklaring’ gesproken te hebben. De Decker verwees hem naar consul Zwartendijk. Via Gutwirth verspreidde het nieuws over het ‘Curaçao-visum’ zich snel onder de voornamelijk Pools-Joodse vluchtelingen en groeiden de rijen voor het consulaat. Het verhaal van Gutwirth lijkt het meest plausibel. Hij was bevriend met de hoedenfabikant Solly Ganor, die op zijn beurt weer bevriend was met Sugihara. Sugihara had zijn vriend op het hart gedrukt om te vluchten zolang het nog kon. De Japanse consul had echter wel een probleem. Hij kon wel doorreisvisa verstrekken, maar dan had hij wel een eindbestemming nodig. Gutwirths verhalen over de Nederlandse consul die verklaringen verstrekte dat Suriname en Curaçao zonder visum bereikbaar waren, was precies wat hij nodig had! De beide mannen gingen gezamenlijk aan het werk. Opmerkelijk genoeg hebben ze elkaar nooit ontmoet! Ik meende me te herinneren dat ik niet al te lang geleden ook iets over Zwartendijk had gelezen bij Browning of Snyder. Het bleek Snyders ‘Black Earth’ te zijn. (Zie ook: Hitler en het eco-anarchisme) Tot mijn verbazing komt Snyder met een heel andere achtergrond van de Curaçao-route. Volgens Snyder was Sugihara’s belangrijkste taak in Kaunas niet het consulaat, maar het observeren van de Duitse en Russische troepenbewegingen en het voorspellen van het moment waarop de twee landen elkaar de oorlog zouden verklaren. Japan had vanouds goede banden met Polen vanwege hun gezamenlijke aartsvijand Rusland. Deze goede betrekkingen waren niet geëindigd na de bezetting van Polen, want Sugihara stond in contact met de Poolse regering in ballingschap en werkte nauw samen met de Poolse spion Michal Rybikovski die samen met Leszek Daszkiewicz en Alfons Jakubianec van de Poolse Mlitaire Inlichtingendienst, die bij Sugihara op het consulaat werkten, een ontsnappingsroute voor Poolse vluchtelingen in Litouwen organiseerden. Volgens Snyder maakten Daszkiewicz en Jakubianec een speciaal stempel voor een transitvisum via Japan naar Curaçao. Nadat het Japanse consulaat in Kaunas was gesloten volgden de twee Polen Sugihara naar Berlijn. Jakubianec werd door de Gestapo als spion ontmaskerd en geëxecuteerd. Snyder eert in hem de man die ‘had invented a scheme that had saved thousands of jews.’ Naast Peppy en Nathan is dus ook Alfons, of Leszek een mogelijke auctor intellectualis van de Curaçao-route. Brokken noemt de spionageactiviteiten van Sugihara en zijn samenwerking met niet nader genoemde agenten van de Poolse regering in ballingschap ook. Hij dacht aanvankelijk dat de consul dat voor eigen gewin deed. Zoiets paste echter niet in ’s mans karakter. Sugihara was een zeer opmerkelijke Japanner. Hij kwam uit een eenvoudig milieu, maar hij kon goed leren en had een talenknobbel. Op negentienjarige leeftijd kwam hij in Mantsjoerije terecht, waar hij met een Wit-Russische trouwde en het Russisch orthodoxe geloof aannam. Hij was in die tijd al zeer eigenzinnig want hij klaagde bij de Japanse autoriteiten over de slechte behandeling van de Chinezen in Mantsjoerije. Dit kostte hem zijn positie en hij werd teruggestuurd naar Japan. Vanwege zijn perfecte beheersing van het Russisch betekende dit niet helemaal het einde van zijn loopbaan. Via een post als vertaler in Moskou werd hij consul. Volgens Snyder was de door Sugihara en de Polen opgezette route in eerste instantie voor gevluchte hooggeplaatste Polen bedoeld. Toen de mogelijkheid algemeen bekend werd onder de vluchtelingen waren het voornamelijk, Snyder zegt twee derde, Poolse-Joden die er gebruik van maakten. Volgens hem zijn er 3.500 ‘visa’ uitgegeven. Brokken schrijft dat Sugihara tijdens een televisieinterview in 1977 schatte dat het er wel 4.500 zijn geweest. Uit Brokkens beschrijving blijkt dat op zo’n visum soms een heel gezin reisde, dus hoeveel mensen dankzij de visa van Zwartendijk en Sugihara het vege lijf gered hebben blijft onduidelijk. Misschien moeten Brokken en Snyder hun bronnen maar eens vergelijken in een poging het definitieve verhaal te schrijven. In de tussentijd beveel ik lezing van beide boeken ten zeerste aan. ------ Het plaatje is van Han Busstra |
||||
© 2019 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |