![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() Nummer 15 Jaargang 16 30 mei 2019 |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Beschouwingen > De poëtische wereld | ||||
Den Haag als dame | Julius Pasgeld | |||
![]() Komt Den Haag ook zelden klaar En bij beiden lijkt het centrum Ook een beetje op elkaar Waar het Spuiplein in het midden Nauwelijks bij bewoners leeft Is ook de schaamte van het vrouwmens Iets dat weinig aandacht heeft Waar de blanke top der duinen Bedreigd wordt door locatieleed Zo verhult de vrouw haar borsten Achter hooggesloten kleed Zakenlieden en bestuurders Rampetampen met de stad Zodat het mooie mens verloedert Voor ze echte minnaars heeft gehad Gulzig vreet de mooie dame Eigen ingewanden op Onbereikbaar, ongenaakbaar Mist ze een warme harteklop Met toeristen in haar bed en Lekkernijen aan haar vork Kan ze zo heel even lijken Op haar zusje in New York Al wat rest zijn loze kreten En een dikke laag make up Straks spreidt z’alleen nog maar haar benen Voor een patserige yup O mijn God, Den Haag waar ben je Waar is haar stijl, haar waardigheid Op de plek waar ooit haar hart zat Stroomt nu alleen inhaligheid -------- Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven |
||||
© 2019 Julius Pasgeld | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |