archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 16
31 januari 2019
Bezigheden > Lopen delen printen terug
Op de ecologische weegschaal Frits Hoorweg

1607BZ EcoIn 2004 en 2005 bracht de Dienst Stadsbeheer van de Gemeente Den Haag drie miniboekjes uit met als ondertitel ‘ecologische verbindingen’. Daarin werden bepaalde zones in de stad beschreven en werd aangekondigd hoe men die ging beheren. De bedoeling was om de natuur (nou ja, wat daarvan over was) te beschermen en misschien zelfs een beetje uit te bouwen. ‘Goh, De Leunstoel volgt het nieuws weer op de voet’, zult u nu wellicht denken. Begrijpelijk, maar ja het effect van dit type natuurbeheer laat zich nu eenmaal niet op korte termijn beoordelen. Het lijkt me daarom helemaal niet gek om daar eerst maar eens – pak ‘m beet – vijftien jaar overheen te laten gaan. Toevallig is dat ook ongeveer de tijd die verloopt tussen de opruimbeurten van mijn boekenkasten.

Op naar de Erasmuszone, die trekt toch al, want aan de Erasmusweg heb ik een groot deel van mijn jeugd doorgebracht. Van m’n derde tot m’n zeventiende om precies te zijn, met een onderbreking van ruim een jaar. Toen wij onze intrek namen in nummer 1109 hield de stad even verder eigenlijk op, daar begon het Westland. Er stond een slordige verzameling gebouwen die samen een gemaal en de woning van de beheerder vormden. Daar was ik in het begin nogal eens te vinden, ik heb vage herinneringen aan aangename rotzooi en een vriendje waar ik onduidelijke, gevaarlijke spelletjes mee deed. Het grote voordeel van een rommelige omgeving is dat spelletjes niet van meet af aan hoeven te worden gestructureerd. De tegenhanger was natuurlijk wel dat mijn moeder nog wel eens mopperde over de scheuren in mijn broek. Vaak moesten er ook pleisters geplakt worden, nadat er eerst kwistig met jodium (alleen echte natuurlijk en niet piepen) was gestrooid.

Maar de stad is inmiddels een enorm stuk opgerekt. De Erasmusweg loopt nu door tot aan de Lozerlaan en misschien nog wel iets verder. Daar begint die ecologische verbinding uit het boekje. Ik liet me erheen vervoeren door bus 21. Op zich is dat al een interessante ervaring: met een langzaam leeglopende stadsbus meerijden naar het eindpunt. Daar startte mijn wandeling die ideaal bleek te zijn voor wie een hekel heeft gekregen aan kaartlezen. Je volgt een rechte weg, links staan flats en rechts van je loopt een slootje omringd door wat groen, soms iets meer groen. Het is misschien nogal pretentieus om daar het etiket ecologische zone op te plakken. Dat idee had ik al voor ik begon en het werd wel bevestigd door deze wandeling. Maar toch, geleidelijk kreeg ik enige waardering voor de eigenwijze volharding van die jongens en meisjes van de Dienst Stadsbeheer. Het stelt wel niet zoveel voor hebben ze waarschijnlijk gedacht, maar laten we ervoor zorgen dat dat weinige niet ook nog verdwijnt. En om daarvoor te zorgen moet je het enige status geven. Laten we het een ecologische zone noemen.

Wat me ook prettig stemde is de complete afwezigheid van truttigheid. Geen gelikte speelveldjes met verende tegels, gewoon gras, een boom hier en daar en water. Honden uitlaten is toegestaan als je de troep maar opruimt. Een overheidsgebod dat opmerkelijk goed wordt nageleefd, zelfs bij het ontbreken van enige waarneembare controle. Hier en daar is zowaar nog een piepklein laantje naar iets dat waarschijnlijk is blijven staan uit de tijd dat dit nog gewoon tuinbouwgebied was. Een paar volkstuincomplexen kwam ik tegen en een kringloopwinkel van een onbekend merk. Alles aan de rechterkant, links staan flats, vrijwel zonder onderbreking. In het boekje werd ook een opsomming gegeven van de flora en fauna die men hoopt te beschermen, of zelfs aan te trekken. Zo staan er foto’s in van de ijsvogel en van een vleermuis. Ik heb ze niet gezien, maar ja, het is haast flauw om daar een punt van te maken.

Nog een pluspunt: langs de route kwam ik twee onvervalste Haagse koffiehuizen tegen. Daar drinkt men gewone bakkies (geen tuthola-koffie!) pleur met meest oude Hagenezen (van het veen). Bij De Bolle Big (tegen de Leijweg aan) raakte ik in gesprek over hoe het er hier vroeger had uitgezien. Toen ik over dat gemaal begon haalde de mevrouw van het koffiehuis (de naam verwijst niet naar haar!) ergens een nummer van het tijdschrift Kompas vandaan. Daarin wordt door ene Klaas de Boer (klant van het koffiehuis) uitgebreid geschreven over de geschiedenis en met name over het gemaal. Na enig heen en weer gepraat mocht ik het meenemen. ‘Ik krijg wel een nieuwe van hem, hij komt af en toe langs.’
Nu zitten we (mijn vrouw woonde als kind ook in de buurt) gezellig thuis onze herinneringen te vergelijken met de geschiedenis volgens Klaas de Boer. ‘Dat gemaal lag toch niet aan de Leijweg?’ ‘Nee, waarschijnlijk is die enigszins verlegd.’ Van die dingen.

* De vroegere omgeving van de Strijp-Waterhof, het verhaal van het Eskampsgemaal,  Klaas de Boer. In: Kompas, Juni 2004.

-------
De tekening is van Coc van Duijn
Meer informatie op:  http://cocvanduijn.nl/


© 2019 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Op de ecologische weegschaal Frits Hoorweg
1607BZ EcoIn 2004 en 2005 bracht de Dienst Stadsbeheer van de Gemeente Den Haag drie miniboekjes uit met als ondertitel ‘ecologische verbindingen’. Daarin werden bepaalde zones in de stad beschreven en werd aangekondigd hoe men die ging beheren. De bedoeling was om de natuur (nou ja, wat daarvan over was) te beschermen en misschien zelfs een beetje uit te bouwen. ‘Goh, De Leunstoel volgt het nieuws weer op de voet’, zult u nu wellicht denken. Begrijpelijk, maar ja het effect van dit type natuurbeheer laat zich nu eenmaal niet op korte termijn beoordelen. Het lijkt me daarom helemaal niet gek om daar eerst maar eens – pak ‘m beet – vijftien jaar overheen te laten gaan. Toevallig is dat ook ongeveer de tijd die verloopt tussen de opruimbeurten van mijn boekenkasten.

Op naar de Erasmuszone, die trekt toch al, want aan de Erasmusweg heb ik een groot deel van mijn jeugd doorgebracht. Van m’n derde tot m’n zeventiende om precies te zijn, met een onderbreking van ruim een jaar. Toen wij onze intrek namen in nummer 1109 hield de stad even verder eigenlijk op, daar begon het Westland. Er stond een slordige verzameling gebouwen die samen een gemaal en de woning van de beheerder vormden. Daar was ik in het begin nogal eens te vinden, ik heb vage herinneringen aan aangename rotzooi en een vriendje waar ik onduidelijke, gevaarlijke spelletjes mee deed. Het grote voordeel van een rommelige omgeving is dat spelletjes niet van meet af aan hoeven te worden gestructureerd. De tegenhanger was natuurlijk wel dat mijn moeder nog wel eens mopperde over de scheuren in mijn broek. Vaak moesten er ook pleisters geplakt worden, nadat er eerst kwistig met jodium (alleen echte natuurlijk en niet piepen) was gestrooid.

Maar de stad is inmiddels een enorm stuk opgerekt. De Erasmusweg loopt nu door tot aan de Lozerlaan en misschien nog wel iets verder. Daar begint die ecologische verbinding uit het boekje. Ik liet me erheen vervoeren door bus 21. Op zich is dat al een interessante ervaring: met een langzaam leeglopende stadsbus meerijden naar het eindpunt. Daar startte mijn wandeling die ideaal bleek te zijn voor wie een hekel heeft gekregen aan kaartlezen. Je volgt een rechte weg, links staan flats en rechts van je loopt een slootje omringd door wat groen, soms iets meer groen. Het is misschien nogal pretentieus om daar het etiket ecologische zone op te plakken. Dat idee had ik al voor ik begon en het werd wel bevestigd door deze wandeling. Maar toch, geleidelijk kreeg ik enige waardering voor de eigenwijze volharding van die jongens en meisjes van de Dienst Stadsbeheer. Het stelt wel niet zoveel voor hebben ze waarschijnlijk gedacht, maar laten we ervoor zorgen dat dat weinige niet ook nog verdwijnt. En om daarvoor te zorgen moet je het enige status geven. Laten we het een ecologische zone noemen.

Wat me ook prettig stemde is de complete afwezigheid van truttigheid. Geen gelikte speelveldjes met verende tegels, gewoon gras, een boom hier en daar en water. Honden uitlaten is toegestaan als je de troep maar opruimt. Een overheidsgebod dat opmerkelijk goed wordt nageleefd, zelfs bij het ontbreken van enige waarneembare controle. Hier en daar is zowaar nog een piepklein laantje naar iets dat waarschijnlijk is blijven staan uit de tijd dat dit nog gewoon tuinbouwgebied was. Een paar volkstuincomplexen kwam ik tegen en een kringloopwinkel van een onbekend merk. Alles aan de rechterkant, links staan flats, vrijwel zonder onderbreking. In het boekje werd ook een opsomming gegeven van de flora en fauna die men hoopt te beschermen, of zelfs aan te trekken. Zo staan er foto’s in van de ijsvogel en van een vleermuis. Ik heb ze niet gezien, maar ja, het is haast flauw om daar een punt van te maken.

Nog een pluspunt: langs de route kwam ik twee onvervalste Haagse koffiehuizen tegen. Daar drinkt men gewone bakkies (geen tuthola-koffie!) pleur met meest oude Hagenezen (van het veen). Bij De Bolle Big (tegen de Leijweg aan) raakte ik in gesprek over hoe het er hier vroeger had uitgezien. Toen ik over dat gemaal begon haalde de mevrouw van het koffiehuis (de naam verwijst niet naar haar!) ergens een nummer van het tijdschrift Kompas vandaan. Daarin wordt door ene Klaas de Boer (klant van het koffiehuis) uitgebreid geschreven over de geschiedenis en met name over het gemaal. Na enig heen en weer gepraat mocht ik het meenemen. ‘Ik krijg wel een nieuwe van hem, hij komt af en toe langs.’
Nu zitten we (mijn vrouw woonde als kind ook in de buurt) gezellig thuis onze herinneringen te vergelijken met de geschiedenis volgens Klaas de Boer. ‘Dat gemaal lag toch niet aan de Leijweg?’ ‘Nee, waarschijnlijk is die enigszins verlegd.’ Van die dingen.

* De vroegere omgeving van de Strijp-Waterhof, het verhaal van het Eskampsgemaal,  Klaas de Boer. In: Kompas, Juni 2004.

-------
De tekening is van Coc van Duijn
Meer informatie op:  http://cocvanduijn.nl/
© 2019 Frits Hoorweg
powered by CJ2